San Gimignano
Tussen Siena en Firenze ligt het vestingsstadje San Gimignano, bekend om zijn vele torens. Rijk geworden door pelgrims en textielhandelaars overleefde het alle oorlogen en epidemies, zelfs de eeuwenlange rivaliteit tussen de eergierigste adellijke families.
Een zwoele zondagavond, zo’n dertig jaar geleden. Het centrum van San Gimignano wordt overspoeld door het Zwanenmeer van Tsjaikovsky. De fraaie gevels rond de Piazza della Cisterna zijn schaars verlicht terwijl de nacht valt over de heuvels van Toscane. De tonen van de strijkers walsen tussen de veertien torens van de historische stad. Het publiek is zo ontroerd dat je een speld kunt horen vallen.
Vanzelfsprekend is er sindsdien wel wat veranderd in San Gimignano, maar de Cittá delle Belle Torri kan je nog steeds het best genieten vroeg in de ochtend of ’s avonds. Dan speelt het zonlicht verstoppertje tussen de vele via’s, piazza’s en palazzi en de busladingen Amerikanen, Japanners en Britten moeten nog komen of zijn al vertrokken.
Niets zo heerlijk als uitgebreid nippen aan een wit Vernaccia-wijntje op de Piazza del Duomo, fresco’s bewonderen in de Santa Maria Assunta-kerk of uitkijken over de stad vanop de toren van het Palazzo del Popolo.
Maar geen enkel panorama is zo mooi als dat langs de via della Rocca, waarna je vanuit de vestingsruïne de bruinrode pannendaken ziet leunen tegen de hoge, stenen torens. Alsof ze nog steeds bescherming zoeken voor een naderend onheil.
Zorg bij je bezoek voor stevig schoeisel, want het centrum is verkeersvrij en de wandeling naar La Rocca niet bepaald geschikt voor hoge hakken.
San Gimignano staat sinds 1990 op de lijst van Wereldergoederen van Unesco. Unesco over het Toscaanse stadje: “San Gimignano slaagt erin de feodale sfeer te behouden en de unieke meesterwerken uit de 14de en 15de eeuw ten volle tot hun recht te laten komen.”
Bron: Georges Gielen in Plus Magazine
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier