Wat moet je zien ?

Klein maar fijn. Dat geldt ook voor het dwergstaatje Andorra. Door zijn ligging in de Pyreneeën bezit Andorra vanzelfsprekend enkele bekende wintersportgebieden. Zo zijn er Pas de la Casa, Arinsal en Soldeu , die over skiliften beschikken en waar het skiseizoen tot zeven maand kan duren.

In Encamp bevindt zich één van de langste skiliften ter wereld. Voor je aan de skipistes komt, brengt de lift je eerst over een bergpas. Met de lift kan je ook naar het op circa 1620 meter gelegen bergmeer Lac d’Engolasters. Bovendien mag het dorpje het record van hoogste klokkentoren van Andorra op zijn naam schrijven.

Naast skiën kan een bezoek aan de termen van Caldea erg ontspannend zijn. Als grootste Europese pretpark met warm water in de bergen maakt het complex gebruik van het warme bronwater van Andorra. Het exterieur van het gebouw valt op door haar glazen punt.

Terug buiten kom je terecht in de drukte van hoofdstad Andorra la Vella. Veel mensen trekken er naartoe om te winkelen. Het is er wat goedkoper, maar niet meer zo veel als vroeger. Daarnaast biedt de hoofdstad onderdak aan heel wat moderne gebouwen.

Heel wat kleinere dorpjes zijn dan weer een bezoekje waard om hun oude kern. Zo ademt het plaatsje Canillo een middeleeuwse sfeer uit. Daarvan getuigen de lage leistenen huisjes. Daarnaast bezit het dorpje een befaamd Christusbeeld en snijdt de rivier Montau het in tweeën.

In de omgeving ligt ook het heiligdom van de patroonheilige van Andorra: Onze-Lieve-Vrouw van Meritxell. Op 8 september komt men op bedevaart naar haar beeld in Meritxell. Ook de rest van het staatje dankt haar identiteit gedeeltelijk aan de vele kerkjes en bruggen in Romaanse stijl. Schaalmodellen van die bouwsels kan je in het museum van Escaldes-Engordany bewonderen.

Tenslotte kenmerken enkele bijzondere musea het dwergstaatje. Zo toont het museum Matrioshka Russische poppen en bestaat de collectie van het speldenmuseum in Ordino zelfs enkel uit pins.

Daarnaast zijn de smeedijzeren balkons typisch voor Andorra. Hoe dat ijzer in vroegere tijden gemaakt werd, kan je nog steeds zien in de Rossell-smederij. Het is één van de plaatsen waar je het best kan zien hoe de ijzerproductie er aan toe ging.