Geschiedenis


De ‘Great Depression’ van de jaren ’20 was een godsgeschenk voor het kleine spoorwegstadje in de woestijn.

In de jaren 1700 waren Spaanse handelaars verwoed op zoek naar een kortere route naar Los Angeles door de nog onontdekte vallei van Las Vegas. Pas in 1829 ontdekte men in de vallei een bron die al duizenden jaren door de Paiute Indianen tijdens hun tochten werd gebruikt. De vruchtbare plek werd algauw een veelgebruikte rustplaats op de beroemde Sante Fe Trail en kreeg de Spaanse naam ‘las vegas’, wat ‘de weilanden’ betekent.

In 1855 vestigden een 30-tal mormoonmissionarissen zich in Las Vegas en bouwden ze er een fort, waarvan je nu nog steeds de restanten kan bezichtigen. De bedoeling was om de Indianen landbouwtechnieken aan te leren, maar de Paiutes verwierpen alle vreemde inmenging en vielen regelmatig het fort aan.

In de late 19e eeuw kwam de mijnindustrie op gang en begonnen landbouwers zich hier dankzij de goedkope grond te vestigen. De volgende 20 jaar zou de landbouw de dominerende industrie van Las Vegas worden.

In het begin van de 20e eeuw kocht een spoorwegmaatschappij grote stukken land aan. In 1905 werd de hoofdspoorweg van Zuid-Californië tot Salt Lake City afgewerkt en begon de stad zich snel te ontwikkelen. Zo werden in Las Vegas een groot aantal hotels, saloons en goktenten opgetrokken om voorbijkomende reizigers te entertainen.

Las Vegas werd officieel als stad gesticht op 15 mei 1905. Deze dag is nu nog steeds een feestdag in Las Vegas. Op dat moment had het stadje ongeveer 800 inwoners. LTegen 1930 was dat aantal opgelopen tot zo’n 5.000.

Great Depression

De beurscrash van 1929 en de crisis bij de spoorwegen betekenden echter niet het einde van Las Vegas.

In maart 1931 werd de basis gelegd voor wat nu de ‘Gambling Capital of the World’ heet. Om nieuwe inkomsten te bekomen, legaliseerde de staat Nevada het gokken. Een maand later werden zes goklicenties uitgevaardigd. Op die manier werd de weg geëffend voor het eerste grote casino op de Strip, El Rancho, dat in 1941 zijn deuren opende.

Ook werden de wetten wat betreft echtscheidingen aangepast. Wie slechts zes weken in Las Vegas kwam wonen, kon vervolgens gemakkelijk een scheiding aanvragen. Deze korte-termijn-inwoners verbleven in zogenaamde “dude ranches”, de voorlopers van de huidige striptenten.

Eveneens in 1931 begon men met de bouw van de monumentale Hoover Dam (vroeger Boulder Dam). Het project bracht op korte termijn werkgelegenheid en welvaart voor de plaatselijke bevolking en op lange termijn water en stroom voor de stad.

Tijdens WO II was de verlaten ligging van Las Vegas een perfecte site voor militaire en gerelateerde industrie. Deze industrie is tegenwoordig nog steeds aanwezig in de vallei.

Groot, groter, grootst

Na de WO II zou het toerisme de belangrijkste industrie van Las Vegas worden. In 1946 bouwde Billy Wilkerson – ’the man who invented Las Vegas’ – het legendarische Flamingo casino en hotel, een goktent die de toon zette voor een nieuw soort casino: groots en flashy, met een enorm aanbod aan entertainment om big spenders aan te trekken. De glitter trok echter niet alleen de grote vissen, maar ook de gewone man aan. In grote getale kwamen ze richting Vegas. Met de uitvinding van de airconditioning en een beter transport naar de stad steeg het aantal bezoekers aanzienlijk.

Gedurende de jaren ’70 en ’80 bleven maatschappijen investeren in casino’s en hotels, wat de welvaart van de stad geen kwaad deed. Tussen 1985 en 1995 verdubbelde de bevolking van Las Vegas. Tegenwoordig wonen er zowat 1 miljoen mensen in de stad. En de bevolkingsaangroei is volgens de laatste voorspellingen nog steeds niet voltooid.

Las Vegas is een van de populairste vakantiebestemmingen van de Amerikanen. De laatste jaren probeert men ook families met kinderen te lokken door hotels als themaparken op te vatten. Het ene hotel pronkt bijvoorbeeld met een (valse) spuwende vulkaan, het andere met een miniatuur van het New Yorkse Manhattan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content