Geschiedenis
De stad Havana is in 1515 gesticht door de Spanjaard Diego Velázquez aan de zuidelijke kust van Cuba. Het toenmalige Havana was waarschijnlijk gevestigd in de buurt van het hedendaagse Batabanó. In deze periode was Havana nog niet de hoofdstad van Cuba. Die eer was weggelegd voor Baracoa.
In 1519 verhuisde Havana naar haar huidige locatie naast de toenmalige Puerto de Carenas, waar nu de haven van Havana is ondergebracht. De stad werd een belangrijke haven van waaruit goederen zoals goud, zilver en kruiden werden verscheept naar Spanje. De duizenden schepen die de haven van Havana aandeden, stimuleerden ook de landbouw en handel in Havana.
Piraten
In de tweede helft van de 16e eeuw belaagden piraten Havana. De Franse piraat Jaques de Sores lanceerde in 1555 de eerste aanval. Hij plunderde de stad en stak ze in brand. Na deze aanval besloten de Spanjaarden om een aantal fortificaties aan te brengen in de stad.
De Capitán General, de Spaanse bestuurder van het eiland, verhuisde in de 16e eeuw van Santiago de Cuba naar Havana. Die verhuizing was het resultaat van de stijgende status van de stad en zo werd Havana officieus de hoofdstad van Cuba.
Toch moest Havana nog tot in 1607 wachten alvorens het officieel de titel van hoofdstad mocht dragen. Ondertussen werkten de Spaanse heersers verder aan de versterking van de stad. Ze trokken drie kastelen en twee verdedigingstorens op.
In de 17e eeuw kende Havana een bloeiperiode. Tijdens deze periode worden er heel wat gebouwen opgetrokken. Onder meer het kasteel El Morro stamt uit deze periode.
Halverwege de 18de eeuw was het inwonersaantal van Havana gestegen tot 70.000 en de stad groeide zo uit tot de derde grootste stad van Amerika. Als belangrijke doorvoerhaven genoot Havana internationaal aanzien.
In 1762 voerden de Britten een onverwachte aanval uit op Havana. De verovering van de stad had belangrijke economische gevolgen. Tot op dat moment mocht Cuba enkel handel drijven met Spanje. De Britten hieven die handelsbeperking op en brachten ook duizenden slaven naar Cuba.
Amper een jaar na de invasie droegen de Britten de macht over Cuba terug over aan de Spanjaarden in ruil voor Florida. Na de teruggave van Havana zorgden de Spanjaarden ervoor dat de stad minder kwetsbaar werd. Onder meer door het optrekken van het enorme fort San Carlos de la Cabaña. De bouw ervan nam 11 jaar in beslag en kostte handenvol geld. Ook enkele nieuwe kastelen moesten Havana beter verdedigen tegen aanvallen van buitenaf.
Rijzende ster
In de 19e eeuw groeide Havana uit tot een welvarende stad dankzij de intensieve handel tussen de Caraïben en Noord-Amerika. De nieuwe, rijke middenklasse bouwde in deze periode dure herenhuizen. Terwijl in de theaters de beste acteurs uit die tijd de revue passeerden.
Bij de haven van Havana wordt in 1837 de eerste Cubaanse spoorlijn geopend. Daarmee was Cuba het eerste Spaansprekende land met een spoorlijn. De treinverbinding werd aangelegd om suiker te transporteren vanuit de vallei van Guines naar Havana.
Op februari 1898 verging het Amerikaanse oorlogschip Maine in de haven van Havana. De Amerikanen beschuldigden de Spanjaarden van deze actie. In de strijd die volgde, haalde de Amerikaanse marine de bovenhand.
Eind 1898 maakte de Vrede van Parijs een einde aan de aanwezigheid van de Spanjaarden in de Caraïben. Op 1 januaria 1899 droeg de Spaanse gouverneur de sleutels van Havana over aan de Amerikaanse generaal John Brooke van de Verenigde Staten.
Nadat de Amerikanen aan de macht kwamen in Cuba steeg de ster van Havana. In de jaren 1930 werden er vele hotels, casino’s en nachtclubs opgetrokken om het toegenomen aantal toeristen te vermaken.
Beroemde sterren als Frank Sinatra, Ava Gardner en Marlène Dietrich bezochten het eiland. Maar al die glitter en glamour trok ook maffiosi aan. De Amerikaanse onderwereld gebruikte de casino’s en luxehotels voor het witwassen van geld.
Na de Cubaanse revolutie, die Fidel Castro aan de macht bracht, werden er inspanningen geleverd om de leefomstandigheden van de gewone Cubanen te verbeteren. Zo lanceerde de revolutionaire regering een campagne tegen het analfabetisme. Bovendien werd de landbouw hervormd.
Handelsembargo
Na de mislukte Amerikaanse aanval op de Varkensbaai in 1961 kondigde president Kennedy een handelsembargo af tegen Cuba. Dit had ook voor Havana zware gevolgen. Zo had de stad niet genoeg middelen om de oude gebouwen te beschermen tegen de gevolgen van het tropische klimaat en de orkanen.
In 1982 wordt Habana Vieja, de historische kern van de stad, door de UNESCO uitgeroepen tot cultureel erfgoed van de mensheid. Het is het startschot voor de renovatie van oude gebouwen, die de grandeur van de stad terug moet brengen.
Eind jaren 80 kreeg de Cubaanse economie opnieuw een zware klap te verduren. Na de val van de Berlijnse muur en de ineenstorting van het communisme in Oost-Europa verloor Cuba heel wat van zijn economische partners. De laatste jaren kruipt Cuba langzaam uit het economische dal. Sinds de jaren ’90 is het toerisme de belangrijkste bron van inkomsten geworden.
Foto: Epa
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier