De watervallen

Dé attractie zijn natuurlijk de watervallen. Met eerst het indrukwekkend basaltplateau van waar het water zich naar beneden stort. Dit levert het grootste watergordijn ter wereld: afgerond bijna 100 meter hoog bij 1.700 meter breed.

In feite vallen de watervallen in verschillende secties uit elkaar: Devil’s Cataract (27 meter breed en 60 hoog), de Main Falls met in het midden een uitstekende rotspunt (524 en 297 meter breed, 83 hoog), de Rainbow Falls (550 meter breed en 100 hoog) en ten slotte de Eastern Cataract (304 meter breed, 96 hoog).

In de maanden met een hoog waterdebiet (vooral april tot begin juni) biedt de Zambiaanse kant het meest spectaculaire uitzicht als je absoluut droog wil blijven. Loop je over de paden aan de kant van Zimbabwe dan krijg je tijdens het natte seizoen permanent een fijne nevel over je heen die voor sommigen de pret (het uitzicht) bederft.

Wie daar echt niet om maalt, moet de Knife Edge Bridge op. Van hier krijg je een zeer fraai uitzicht op dit natuurwonder. Even interessant is het uitzicht op de zogenaamde Boiling Pot, waar zich niet alleen de watervallen voor je ogen ontrollen maar ook de stroomversnellingen beneden en het geweld waarmee het water verderop in de engte van de Batoka Gorge wordt geperst.

Tijdens het droge seizoen (zie klimaat) zal het spektakel soms tegenvallen. Maar als compensatie kan je boven, tot op de rand van de watervallen wandelen. En als het echt meezit – lage waterstand – kan je van daar rustig door het water waden tot op Livingstone Island, waar de Schotse ontdekkingsreiziger uit veiligheidsoverwegingen zijn kano aan land zette.