Wat moet je zien?


De Okavango delta kan onderverdeeld worden in vier delen:

Moremi Game Reserve
Eastern Delta
Inner Delta
Okavango Panhandle

Moremi Game Reserve

Dit reservaat is genoemd naar opperhoofd Moremi van de Batawana stam en bestaat sinds 1963. De lokale bevolking wilde door het vestigen van een reservaat het wild beschermen tegen overbejaging. Het gebied is sindsdien uitgebreid en bestrijkt nu 30% van de Okavango delta. De dieren voelen zich er zeer op hun gemak en kunnen gemakkelijk benaderd worden.

Op de oevers van de Kwai rivier komen grote kuddes olifanten water drinken en de Xakanaxa lagune is een prachtige mix van bossen en rivieren en een waar paradijs voor vogelliefhebbers. Je mag het park met een wagen alleen binnen wanneer je een overnachtingsplaats gereserveerd hebt. Binnen het reservaat vind je dan ook verschillende kampeerplaatsen en hotels.

Eagle Island Camp
Bijzonder is de Third Bridge Camp Site – een klein eilandje dat je bereikt via een rustieke brug en dat bekend staat om de grote dieren die er ’s nachts rondwaren. Het is verboden om te kamperen op Chief’s Island – een groot eiland van open graslanden, acacia’s en dadelbomen.

Er leven rond de 50.000 olifanten in de Okavango delta en die zie je vooral in Moremi, zeker in het droge seizoen. Neushoorns zitten er ook veel, maar zijn moeilijk te zien omdat ze zich vooral ophouden in het hoge riet. Enkele andere bewoners: buffels, wrattenzwijnen, koedoe’s, impala’s, waterbokken, lechwe’s (soort antilope), leeuwen, luipaarden, Afrikaanse wilde katten en ruim 350 verschillende soorten vogels, in het bijzonder allerlei eenden, ganzen en reigers.

Eastern Delta

Dit deel is het gemakkelijkst te bereiken. Je kan gemakkelijk in Maun overnachten en overdag een kanotocht door de delta maken. Dit is de eenvoudigste en goedkoopste manier om toch een goede indruk te krijgen van Okavango.

Inner Delta

In dit deel ten westen, noorden en zuiden van het Moremi Game Reserve liggen enkele zeer exclusieve lodges, die je alleen met een vliegtuigje kan bereiken. Alhoewel hier minder wild leeft dan in het reservaat kan je hier toch neushoorns, krokodillen, olifanten en antilopen tegenkomen.

Okavango Panhandle

Dit is een smalle strook van ongeveer 100 kilometer lang. Aan beide zijden van de slingerende Okavango rivier groeien riet en papyrusplanten. De lokale bevolking leeft hier hoofdzakelijk van de visserij en daarom liggen er overal langs de rivier kleine dorpjes. Bij enkele van die dorpjes liggen leuke kampeerplaatsen. Bovendien kan je hier tochten met een motorboot maken. Ook een uitstapje met de wagen naar de nabijgelegen woestijn is de moeite waard.

Maun
Maun betekent letterlijk ‘de plaats van het korte riet’. Het stadje bestaat sinds 1915 en had altijd de naam een soort Wild West stadje te zijn, de verzamelplaats van jagers en stropers. Die reputatie heeft het nu nog altijd een beetje. De oude delen bestaan nog en zijn in de loop van de jaren aangevuld met moderne gebouwen. Daarom is Maun nu een mengelmoesje van oud en nieuw. De meeste toeristen verkennen de Okavangodelta vanuit Maun. Ook alle safaritochten vertrekken hier.

Je vindt hier verschillende overnachtingsmogelijkheden in diverse prijsklassen. Het beste hotel is Riley’s. Dat bestaat al sinds 1920 en beschikt over luxueuze kamers en chalets en een prachtige tuin.

Tsodilo Heuvels
Deze heuvels liggen niet in de delta, maar wel vlakbij. Heel anders dan de delta is het hier droog en woestijnachtig. Je moet avontuurlijk aangelegd zijn om ze te bezoeken want er is niets qua infrastructuur. Je bent volledig op jezelf aangewezen en je trekt er dan ook beter niet alleen op uit.

Tsodilo bestaat uit vier kleine heuvels. Ze lijken boven de duinen te zweven en zijn daarom het voorwerp van talloze mythen en legenden. Ze zouden de plaats zijn waar de mens geschapen werd of er zou een vreselijke slang huizen. Vrijwel iedere rots is beschilderd door de San.

De grootste rots heet ‘The Male’, is 300 meter hoog en blauwgrijs van kleur. De tweede heuvel wordt ‘The Female’ genoemd. Deze rots is kleiner en eleganter en voorzien van ruim 2700 tekeningen. De indrukwekkendste beschildering is die van een zebra en dat is nu het logo van Botswana National Museums & Monuments. De derde heuvel heet ‘The Child’ en de vierde – ‘The North Hill’ – is amper meer dan een bobbel.

Sir Laurens van der Post maakte de Tsodilo heuvels bekend als de ‘Slippery Hills’. Hij werd in het gebied op drie achtereenvolgende ochtenden aangevallen door een zwerm bijen. Toen hij hoorde dat twee leden van zijn groep tegen de traditie in een wrattenzwijn hadden gedood in het heilige gebied, schreef hij zijn verontschuldigingen neer op een papiertje en begroef dat tussen de rotsen.

Er zijn vijf wandelingen rond de heuvels. Sommige kan je zelf maken, voor andere heb je een begeleider nodig. Er zijn vier kampeerplaatsen, maar je mag er ook vrij kamperen. Houd dan wel rekening met de lokale tradities en het wild.

Drotsky’s (Gcwihaba) Grotten
Deze uitzonderlijke grotten vlakbij de grens met Namibië zijn genoemd naar Martinus Drotsky die er in 1930 heengeleid werd door San. Aanvankelijk heetten de grotten ‘Gcwihaba’ of ‘hol van de hyena’s’. Net als zovele grotten is ook deze grot omgeven met legenden. Hendrik Matthys van Zyl zou een groot deel van zijn rijkdom hier verstopt hebben.

Hier bestaan zo mogelijk nog minder faciliteiten dan bij de Tsodilo Hills. Wild leeft er ook nagenoeg niet en daarom trekken alleen speleologen en doorgewinterde avonturiers erheen. De grotten zijn niet verlicht en er is geen ventilatie, maar de stalagmieten, stalactieten, druipstenen en spelonken zijn van een adembenemende schoonheid. Ga er nooit alleen heen, neem altijd verlichting en een kaart mee. Een kaart kan je verkrijgen bij de Botswana Society of the Natural Museum in Gabarone.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content