Roberta Annan: ‘Om de Afrikaanse mode te helpen, moeten we de globale markt betreden’
Ze is de nicht van Kofi Annan en een van de meest invloedrijke bedrijfsleiders uit Ghana. Met een neus voor zaken en een hart voor vrouwenrechten strijdt Roberta Annan voor een succesvolle Afrikaanse mode-industrie. ‘We moeten niet alleen de vooroordelen wegwerken, maar ook echt actie ondernemen en de infrastructuur verbeteren.’
‘Ik heb het gevoel dat ik overdressed ben voor dit evenement. Ik wist niet goed hoe ik me moest kleden’, klinkt het bij de start van ons interview met Roberta Annan. Voor ons zit een zelfverzekerde vrouw, die inderdaad alles behalve minimalistisch gekleed is. Ze verwijdert enkele juwelen terwijl we haar uitleggen dat Belgen doorgaans niet al te opvallend gekleed gaan. Bovendien hoeft ze zich niet te verontschuldigen, want haar verschijning is de ideale manier om Afrikaanse mode te promoten; en laat dat nu net haar doel zijn. De jonge onderneemster wil Afrikaanse mode op de kaart zetten.
Roberta Annan pleit voor een mentaliteitswijziging en het creëren van kansen.
Roberta Annan pleit voor een mentaliteitswijziging en het creëren van kansen. Om dit te verwezenlijken werkt ze heel hard, vliegt ze de wereld rond en zet ze haar schouders onder Afrikaanse modemerken. Met haar consultancybedrijf Roberta Annan Consulting helpt ze ondernemingen om een vliegende start te nemen. Om specifiek mode-ondernemingen te kunnen ondersteunen, richtte ze Frallain en het African Fashion Fund op.
Waarom heb je gekozen om als zakenvrouw in de mode-industrie te stappen?
Roberta Annan: Daar zijn twee redenen voor. Ten eerste startte ik The African Fashion Fund als een non-profit omdat ik iets wilde teruggeven aan de creatieve industrieën in Afrika. Ik weet dat er ongelooflijk veel potentieel zit en wilde dat kunnen steunen. Het probleem is dat er geen infrastructuur is om het talent zakelijk rendabel te maken.
Ik weet dat er ongelooflijk veel potentieel zit in de Afrikaanse mode.
Ik vind het jammer dat andere industrieën wel de kans krijgen om te groeien en fondsen te werven, maar de creatieve sector wat achterop hinkt.
De tweede reden is eerder toevallig. Ik heb geen achtergrond in de mode, maar ik werkte in de ontwikkelingssector toen ik benaderd werd door wijlen Franca Sozzani, de hoofdredactrice van Vogue Italia. Ze was een grote inspiratie voor me. Toen ze met Vogue aan een speciale editie over Afrika werkte, vroeg ze me om hulp. Ik stemde meteen toe en werkte met haar voor Fashion 4 Development. Zo raakte ik geïnteresseerd in Afrikaanse mode.
Wat zijn de problemen waar de Afrikaanse mode-industrie mee te kampen krijgt?
Annan: Ik ontdekte dankzij Vogue dat er globale interesse was, maar dat de ontwerpers geen toegang hebben tot de globale markt. De modeontwerpers in Afrika hebben geen financiële middelen om hun business op te starten, ze kunnen niet samenwerken met de juiste zakenpartners, ze hebben geen connecties met PR agentschappen en er is geen toegang tot de juiste materialen of machines.
Ik ontdekte dat er globale interesse is voor Afrikaanse mode, maar dat de ontwerpers geen toegang hebben tot de globale markt.
Daarom heb ik de non-profit African Fashion Fund en Frallain, een consultancybedrijf voor mode, opgericht. Het fonds is een opleidingsplatform, waarbij ontwerpers uit Afrika de kans krijgen om in de Verenigde Staten te werken bij modebedrijven en de knepen van het vak te leren. Wanneer ze terug naar hun moederland gaan na de trainingen, kunnen ze de kennis doorgeven. We delen ook beurzen uit aan Afrikaanse modemerken, om hen een financieel duwtje in de rug te geven.
Afrekenen met de clichés over Afrika is goed, maar we moeten niet vergeten werk te maken van de zakelijke kant.
Met Frallain werken we aan de verbetering van productie, sales en distributie. Als Afrikaanse merken in de Europese en Amerikaanse winkelrekken kunnen belanden, is dat een grote stap voorwaarts. Daar streven we naar.
Er wordt veel gefocust op afrekenen met de clichés over Afrika, wat goed is, maar we moeten niet vergeten ook echt werk te maken van de zakelijke kant. Mensen vertellen dat Afrika een veelzijdig continent is, met veel getalenteerde mensen, is gewoon niet genoeg.
We willen voornamelijk investeren in bedrijven die door vrouwen geleid worden of zouden kunnen geleid worden. Die investering is dus niet louter financieel. We willen voornamelijk door coaching de dynamiek veranderen.
Het is zeker niet de bedoeling om gewoon geld te pompen in bedrijven, maar om echt de tools aan te reiken zodat ze zelf een winstgevend bedrijf kunnen leiden. Op die manier wordt er een bedrijf opgericht dat zelf kan groeien.
Is investeren in de Afrikaanse mode-industrie een goede manier om vrouwen te empoweren?
Annan: Ja, absoluut. Ongeveer tachtig procent van de modeontwerpers in Afrika is vrouw. Het is helaas een industrie die nog niet erg gerespecteerd wordt. Werken als dokter, advocaat of rechter wordt veel meer gerespecteerd dan een job uitoefenen in de mode. Daarom is het belangrijk dat we vrouwen ondersteunen om een succesvolle modebusiness te runnen. De modewereld is een miljoenenindustrie en Afrika kan daar momenteel niet aan deelnemen op hoog niveau. We moeten duidelijk maken dat de mode-industrie ook respect verdiend.
De modewereld is een miljoenenindustrie en Afrika kan daar momenteel niet aan deelnemen op hoog niveau.
Mijn doel is om vrouwen te empoweren, een stem en doel te geven. Het overgrote merendeel van de bedrijven die ik steun, zijn bedrijven met vrouwen in leidinggevende functies. Ook bedrijven waar mannen aan het hoofd staan, komen in aanmerking om ondersteund te worden door mijn non-profit, maar dan moeten ze wel inzetten op het promoten van vrouwelijk talent.
De mensen die het vaakst getroffen worden door onrecht in de textielindustrie zijn bovendien vrouwen. De fast fashionketens werken nog te vaak met moderne slaven. Dat mogen we niet toelaten. We moeten de industrie zelf in handen nemen en op een ethische manier werken.
Het is niet oké om vrouwen uit te buiten en hun expertise te gebruiken zonder een eerlijke verloning.
Een van de merken die we ondersteunen is het schoenenmerk Mo Saïque. De meest recente collectie van het label is een samenwerking met Maasaivrouwen in Kenia. Zij hebben de versieringen op de schoenen aangebracht. Uiteraard hebben we hen goed betaald voor hun expertise en vakmanschap. De schoenen zijn daardoor niet goedkoop, maar het is een eerlijke prijs voor het product. Het is niet oké om vrouwen uit te buiten en hun expertise te gebruiken zonder een eerlijke verloning. Dat gebeurt nog veel te vaak.
Studies hebben ook al aangetoond dat werkende vrouwen in Afrika meer bijdragen aan het gezin dan werkende mannen. Ze zullen niet alleen voor zichzelf zorgen, maar ook voor hun gezin. Families met werkende vrouwen hebben veel vaker een goede ziekenzorg en sturen hun kinderen zo lang mogelijk naar school. Waar vrouwen toe in staat zijn wanneer ze de kans krijgen, is ongelooflijk. Daarom focus ik dus op het empoweren van vrouwen: ze transformeren een hele gemeenschap.
Wat zou je als tip geven aan jonge meisjes?
Annan: Als ik een dochter had, zou ik haar aanraden om haar talenten te vinden en die te ontwikkelen. Ik heb wetenschappen gestudeerd. Mijn grootvader was een apotheker en ik ben naar hem vernoemd. Ik voelde dat er van mij verwacht werd dat ik ook wetenschapper zou worden.
Tijdens mijn Master ontdekte ik echter dat het wetenschappelijke pad niets voor mij was. Ik realiseerde me dat ik meer geïnteresseerd was in het zakelijke aspect. Toen ben ik mezelf gaan ontwikkelen als ondernemer. Ik raad dus iedereen aan om zélf te kiezen en je niets te laten opdringen.
Laat je nooit iets opdringen. Kies zelf.
Als je nog niets weet over de industrie waar je in verder wil, doe dan research, leer bij en zoek een mentor uit het veld die je kan coachen. De beste lessen leer je van mensen die er meer over weten dan jij.
Bovendien zou je motivatie nooit veel geld verdienen mogen zijn. Laat je passie voor je spreken.
Je bent bezig met verschillende projecten en reist de wereld rond voor je job. Heb je af en toe nog vrije tijd?
Annan: Ja, dat vind ik heel belangrijk. Ik maak tijd voor mijn zoon, familie en vrienden. Ik ben een single moeder en spendeer heel veel vrije tijd met mijn zoon. We kijken samen naar cartoons, lezen boeken, doen huiswerk.
Soms ben ik een tijd van huis en dan mis ik hem heel erg. Ik heb geen echtgenoot, maar vind mijn familie wel heel belangrijk. Ik reis inderdaad veel rond, maar heb gelukkig over gans de wereld fantastische vrienden en vriendinnen. Een gezonde work-life balance is essentieel om op topniveau te presteren.
Naar welke vrouwen kijk je op?
Annan: Mijn moeder is mijn rolmodel. Ze heeft altijd hard gewerkt en was altijd heel goed in wat ze deed. Ze is mijn grootste voorbeeld. Mijn moeder was net zoals ik een single moeder. Voor mijn stiefvader in ons leven kwam, nam ze haar kinderen overal mee naartoe. We hebben veel gezien als kind en zo ook veel geleerd.
Mijn moeder is mijn rolmodel.
Mijn moeder heeft veel betekent als voorvechtster van kinderrechten en mijn broer en ik gingen met haar mee naar de dorpen waar de levensomstandigheden niet zo fraai waren. We vierden er Kerst en deelden cadeautjes uit aan zij die het zich niet konden veroorloven.
De filantropie van mijn moeder heeft een grote indruk op mij nagelaten. We hebben altijd geleerd om terug te geven aan de gemeenschap.
Ik leer mijn zoon dat hij als man niet beter of meer is dan een vrouw.
Ik hoop ook een goed voorbeeld te zijn voor mijn zoon. De waarden die ik hem wil meegeven zijn: wees altijd eerlijk, verantwoordelijk en werk hard. Heb respect voor iedereen en zeker vrouwen. Ik wil hem leren dat hij als man niet beter of meer is dan een vrouw. Wat hij kan, kunnen vrouwen ook.
Wij spraken Roberta Annan tijdens de lancering van het boek WonderFul Women (Florence Blaimont en Clémence Mouton) van het gelijknamige vrouwennetwerk WoWo. p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier