Shakkei: ‘Het is een must om duurzaam te zijn in de creatieve sector’
Shakkei mag dan wel Japans klinken, het is een door en door Oostenrijks merk. Vanuit de Neubau-wijk in Wenen zorgt Gabriel Baradee al sinds 2009 voor duurzame mode voor mannen en vrouwen die op de werkvloer of een classy evenement ook verantwoord voor de dag willen komen.
Uniek aan dit merk is dat Shakkei duurzame kleding voor zakenvrouwen en -mannen aanbiedt. Want ook in professionele context moet je de mogelijkheid hebben om in verantwoorde kleding je job te kunnen uitoefenen. Naast deze USP heeft Gabriel ook glamoureuze avondkledij in het assortiment. ‘Duurzame mode moet er niet enkel zijn voor mensen die naar de yogales trekken of een fietstochtje maken,’ klinkt het. p>
Waarom heb je er in 2009 voor gekozen om een duurzaam modemerk op te richten?
Gabriel Baradee: ‘Ik vind dat het een must is om duurzaam te werk te gaan als je in de creatieve sector werkt. Toen ik in 2009 startte met Shakkei stond duurzaamheid nog niet zo hoog op de agenda in de modewereld. Je had enkele merken die eco T-shirts en ondergoed maakten, maar in de high fashion industrie kraaide er nog geen haan naar. Ik besliste om me te focussen op duurzame zakenkledij, high fashion en modieuze prints omdat ik een gat in de markt zag voor zulke kledij. Al tijdens mijn studies was ik actief bezig met fair fashion. Ik studeerde aan ESMOD Berlin, die na mijn studententijd ook een master in Sustainable Fashion aan zijn beginnen bieden. Na mijn studies lanceerde ik m’n merk en kreeg al snel de indruk dat mensen een bepaald beeld hebben van duurzame mode, namelijk dat het om patattenzakken gaat. Ik koos er daarom voor om geen marketing te doen rond mijn duurzame verhaal. De laatste tijd is er een verschuiving merkbaar en lijkt duurzame mode steeds belangrijker te worden voor de consument. Zeker het idee van lokale productie wint aan populariteit. Ik produceer zelf voor 90% in Oostenrijk en voor 85% in Wenen zelf.
De laatste tijd lijkt duurzame mode steeds belangrijker te worden voor de consument.
Ook zijn er heel wat mensen die allergisch zijn aan chemicaliën die in sommige kledij zitten of een erg gevoelige huid hebben en daarom kiezen voor biokatoen of andere duurzame stoffen. Maar ook voor mensen die geen zichtbare reacties krijgen van chemicaliën zouden moeten nadenken over de kleding die ze dragen. We zijn massaal bezorgd over het voedsel dat we eten, maar over datgene dat we het dichtst op onze huid dragen, namelijk kleding, is nog veel minder bezorgdheid.’
Wat opvalt aan jouw collecties is dat er stuks tussen zitten met opvallende borduursels en prints. Is het moeilijker om zulke ontwerpen te maken op een duurzame manier?
Ik wil ook mooie ontwerpen maken, mét interessante prints en mooie borduursels.
Gabriel Baradee: ‘Ja, absoluut. Voor mij betekent een eigen modelabel hebben ook dat ik mooie ontwerpen wil maken, mét interessante prints en mooie borduursels. Vooral dat laatste is erg duur als je het in Europa wil laten maken. Ook het kleuren op een ecologische manier is moeilijker en duurder. Ieder seizoen moet je kiezen en goed nadenken over wat je kunt doen en waar je onderzoek naar wilt doen. In de toekomst zullen innovaties dit probleem hopelijk uit de weg ruimen. Nu heb je bijvoorbeeld al het fantastische materiaal Tencel, dat in vele opzichten beter is dan katoen. Ik denk dat we in de toekomst meer van zulke materialen zullen hebben, waarvoor we de natuurlijke rijkdommen niet moeten uitputten en kapot spuiten met pesticiden.’
Denk je dat de trend van duurzame mode zal groeien en het op een bepaald punt geen trend meer zal zijn, maar de norm?
Gabriel Baradee: ‘Ik hoop het alleszins, maar we zijn er nog ver van verwijderd. Duurzame mode is nog steeds de uitzondering. Het is zelfs nog niet zo dat we in iedere kledingwinkel of concept store een duurzame afdeling hebben. Dat is bij voeding al veel makkelijker, in iedere supermarkt kan je bioproducten kopen. Enkele fast fashion spelers brengen wel al duurzame collecties uit, wat ik een goede zaak vind. Zo leren shoppers het concept kennen en worden ze bewuster van de problemen in de mode-industrie.
Duurzame mode is nu al veel cooler als vroeger en ik ben ervan overtuigd dat merken er in de toekomst ook op een coolere manier over zullen communiceren én hippere ontwerpen op de markt zullen brengen. Als biogroenten niet lekker waren, zou niemand ze eten. Dat geldt ook voor duurzame mode, als die saai en ongeïnspireerd is, zal niemand ze kopen of dragen. Het valt ook op dat de meeste klanten nog steeds binnen komen omdat ze de uitgestalde kleding mooi vinden, en niet omdat ze weten dat we duurzaam produceren.’
Lokaal produceren kost heel wat geld. Hoe zorg je ervoor dat de kleren betaalbaar blijven en je kunt blijven bestaan als merk?
Gabriel Baradee: ‘We maken kleine collecties en zorgen dat er weinig stock is. Mijn duurzaamheidsprincipe is drieledig: we werken met ecologisch materiaal, de kleding wordt lokaal en eerlijk geproduceerd en de derde pijler is de manier waarop we aan marketing doen. Mijn collecties dienen niet om in solden verkocht te worden. Als mensen in onze winkel iets zien dat ze mooi vinden, maar er niet meer is in de juiste maat of kleur, kunnen we het opnieuw laten maken. Zo zitten we niet met een overstock.
Voorts spring ik ook slim om met stoffen en vermijd ik verspilling. Als er stof over is, probeer ik die opnieuw te gebruiken in nieuwe collecties. We printen er een nieuw patroon op of verven de stof in een andere kleur. De manier waarop een merk aan marketing doet, is van groot belang als het duurzaam én rendabel wil zijn.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier