Regiofinalist Woolmark Prize Kim Stumpf: ‘Ik ben altijd al een doorzetter geweest’

© Kim Stumpf

Tijdens de regiofinales in aanloop naar de International Woolmark Prize tekenden ook twee Belgen present. Ontwerpster Kim Stumpf nam deel in de categorie womenswear.

De Woolmark Prize is een referentie in het modelandschap. De prijs die voor het eerst in 1953 door het International Wool Secretariat in leven werd geroepen werd gewonnen door een toen piepjonge Karl Lagerfeld en Yves Saint Laurent. Vandaag geldt de International Woolmark Prize niet enkel als een opstapje naar een bloeiende carrière, maar ook als een portfolio voor de creativiteit van jonge ontwerpers en de veelzijdigheid van wol als materiaal.

Dit jaar dingen meer dan 75 ontwerpers uit 62 landen -geselecteerd door de mode-pers en andere bevoegde instanties- mee naar deze eer. Voor de echte wedstrijd kan losbarsten moest het spreekwoordelijke kaf nog van het koren gescheiden worden in zes regiofinales. Daar worden telkens twee finalisten – een voor menswear en een voor womenswear – geselecteerd en uitgenodigd voor de internationale finale.

In Milaan streden twee Belgen mee naar het felbegeerde ticket voor deze finale die zal plaatsvinden tijdens de London Collections Men (mannencollectie) of Haute Couture in Parijs (vrouwencollectie) in januari. Kim Stumpf en Devon Halfnight Leflufy verdedigden onze driekleur, maar grepen net naast de prijs.

Kim Stumpf studeerde eerst beeldhouwen, schilderen en mode aan de Antwerpse Academie maar studeerde in 2007 af als mode-ontwerpster aan La Cambre in Brussel. Na haar studies deed ze ervaring op bij Haider Ackermann, Vivienne Westwood en Robert Clergerie. Haar eigen KIMSTUMPF label is made in Belgium en gaat prat op hoogwaardige materialen en innoverende technieken, zoals laser cutting, lamineren en screen-printing.

Wat diende als inspiratie voor je silhouet?

Kim Stumpf: “Ik ben ontzettend geïntrigeerd door de Suri, een stam uit Ethiopië waar lichaamsmodificatie nog een groot onderdeel is van het schoonheidsideaal. Deze zwarte mensen beschilderen zich met witte verf en creëren patronen op hun huid door in hun vel te krassen om zo littekens te vormen. Er was één foto van de stam waarrond ik de hele collectie voor Woolmark heb opgebouwd.”

Hoe is het silhouet dat je tentoon stelde tot stand gekomen?

KS: “De ritmes die op de huiden van deze mensen te zien zijn komen ook in geabstraheerde vorm terug in de jurk, de witte verflijnen werden vertaald naar patronen in het breiwerk. In deze ene jurk zitten wel tien verschillende jacquardtechnieken verwerkt. Ik heb het vervaardigd op mijn stoll-machine, een behoorlijk tijdrovend werkje, maar ondertussen zit het patroon er wel in, waardoor ik tienduizenden jurkjes zou kunnen maken – voor het geval dat ik win.” (lacht).

Ik zag ook behoorlijk indrukwekkende schoenen…

KS: “Blij dat je daarover begint, want ze vormen echt de basis van mijn silhouet. Ik heb van onder naar boven gewerkt en werd bijgestaan door Robert Clergerie. Ik heb daar ooit een prive-opleiding gehad toen hij mij in 2007 uit een hele reeks La Cambre studenten uitpikte om onder zijn vleugels te nemen. “La Belge qui drappe le cuir” noemde hij me. Die laars die ik voor deze collectie heb ontworpen bestaat uit een zool van polyurethaan, een lederen muiltje in de schoen dat je voet mooi vasthoudt en breiwerk.”

Knit is ontzettend populair in de schoenenwereld de laatste tijd – vooral bij sneakerproducenten. Hoe komt dat denk je?

KS: “Het is een heel innovatieve techniek en het zit nog eens waanzinnig gemakkelijk omdat het zo mooi aansluit. Bovendien speelt er ook het ecologische aspect: dankzij nieuwe breimachines heb je geen grammetje stofoverschot – het wordt haast 3D-geprint eens je patroon is ingevoerd- en kan je tot op de steek nauwkeurig werken.”

Zijn wij eigenlijk goed opgevoed op modevlak? Begrijpt de Belgische consument hoeveel werk er in een stuk kruipt?

KS: “Zeker niet. Voor het ontwikkelen van deze jurk hebben we zes dagen nodig gehad, zes dagen die je natuurlijk moet uitbetalen. Het is dus niet alleen heel arbeidsintensief maar ook heel duur. Daarom geloof ik ook in een manier om je ontwerp vast te zetten, en daar dan uitwerkingen op te maken.”

Je bent duidelijk gepassioneerd door knitwear, is dat altijd al zo geweest?

KS: “Niet per se. Toen ik nog studeerde, in 2006, werd ik geselecteerd door Lineapiù, een Italiaanse spinnerij die high fashion garen voortbrengt. Ik mocht voor hen een expo maken voor de breibeurs Pitti Fillati. Ik kreeg volledige carte blanche en zij stuurde me alle garen die ik nodig had, een droom als student natuurlijk. Ik mocht ook op bij hen op bedrijfsbezoek gaan en daar heb ik echt mijn hart verloren.”

Hoe belangrijk is deze prijs voor een jonge ontwerper zoals jij?

KS: “Ik weet niet of je mij nog jong kan noemen hoor, je mag deelnemen tot je 35e en ik ben nu 34 dus het is mijn laatste kans.” (grijnst) “Maar natuurlijk is dit een belangrijk punt in mijn carrière, het voelt een beetje als erop of eronder, maar zelfs al win ik niet, dan hoop ik toch dat ik er wat nuttige contacten aan overhou.”

Het is geen gemakkelijke sector waar je droom ligt natuurlijk

KS: “Ik denk dat je inderdaad miljoenen euro’s nodig hebt om iets te realiseren vandaag. Vroeger moest je gewoon talent hebben, en als je een goede ontwerper was dan kwam je er wel. Vandaag moet je het opnemen tegen gigantische bedrijven met waanzinnige marketingbudgetten. Maar goed, dit is mijn passie en dat valt niet zomaar te stoppen. Zelfs midden in de nacht kan ik uit mijn bed komen om te checken of een bepaalde draad al binnen is. Gelukkig ben ik altijd al een doorzetter geweest.”

(KS)

Bekijk de winnende ontwerpen hier

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content