Knack Weekend-redactrice Ellen De Wolf zit middenin het modecircus van de Parijse Fashion Week. Lees hier wat ze van de shows vond.
De Parijse modeweek begint voor de Belgische modejournalisten steevast met de shows van twee Belgen: Cédric Charlier en Anthony Vaccarello. Die laatste zou benaderd zijn door Donatella Versace om als gastontwerper een collectie voor Versus te ontwerpen, en na wat we gisteren gezien hebben lijkt ons dat geen slecht idee. Vaccarello weet als geen ander wat sexy is, soms op het randje van vulgair, en is niet bang van wat bloot. Zijn kleren lijken vaak enkel geschikt voor de benen van topmodel en muze Anja Rubik. Dat was gisteren niet anders, met uitzondering van wat tie-dye denim in de collectie.
Andere koek was het bij Cédric Charlier. Zijn collectie had een zekere serieux over zich (zonder ooit saai te worden), met een kleurenpallet dat zich grotendeels beperkte tot zwart, wit en donkerblauw. Het is echter als Charlier buiten de lijntjes van dat pallet durft kleuren dat het interessant wordt. Zijn wit-blauw gestreepte outfits met oranje verfvegen en in het bijzonder de laatste silhouetten volledig uitgevoerd in pailletten vielen in de smaak.
Julien David noemde zijn lente/zomercollectie ‘The Tribe of the Seven Seas’ en liet zich door elk van de zeven zeeën inspireren tot een thema in zijn collectie, met water als grote constante. Die referentie mag niet te letterlijk worden genomen: David toonde hier en daar een reddingsboei en palmboom, maar werkte het waterthema vooral uit door te experimenteren met zijn stoffen, zoals glanzende, rubberachtige materialen, fijne nylon met stippen of regenboogkleurige jacquard. Met deze collectie toont David opnieuw dat hij goed weet wat jonge (en niet zo jonge) mensen vandaag willen dragen: oversized hoodies, shorts en bomberjasjes.
Ellen De Wolf
