Nieuwkomer Matteo La Rosa maakt genderneutrale Belgische mode: ‘Bijna iedereen was cynisch over mijn plannen’
In de nasleep van de coronacrisis staat er in ons land een leger nieuwe ontwerpers klaar. Tijdens de Week van de Belgische Mode zetten we op Weekend.be elke dag een opvallende nieuwkomer in de schijnwerpers. Vandaag: Matteo La Rosa, een genderneutraal avant-gardelabel dat duurzaamheid hoog in het vaandel draagt.
De Genks-Italiaanse Matteo La Rosa richtte zijn label op in 2019 en gaf amper een jaar later, in volle coronacrisis, z’n eerste show op de Paris Fashion Week. Vanuit zijn atelier in Genk timmert de 23-jarige ontwerper volop verder aan de internationale weg van zijn merk, dat hij zelf omschrijft als ‘op en top Belgisch, androgyn en avant-garde’.
De toekomst h2>
‘Ik droom ervan om mijn kleren te zien hangen in grootwarenhuizen in Parijs, Milaan en New York, zodat modeliefhebbers van over de hele wereld dit merk leren kennen. Mijn hoofdzetel ligt nog altijd in Genk, waar ook mijn atelier gevestigd is, maar ik denk ook aan een winkel in Antwerpen. Ik geloof echt dat de fysieke winkel niet ten dode is opgeschreven. Mensen willen de stoffen voelen, ze willen zien hoe een kledingstuk op het lichaam valt. Ik zou in die winkel ook de optie willen aanbieden om stuks ter plaatste aan te passen: broeken die korter gemaakt moeten worden bijvoorbeeld, of een taille die moet worden ingenomen.’
IN HET KORT: MATTEO LA ROSA p>
Kijkt op naar… p>
Ann Demeulemeester, Martin Margiela en Raf Simons. Belgische iconen die veel voor de modewereld betekend hebben. p>
Eet het liefst… p>
Lokaal, overal waar ik kom. Ik ben verzot op kleine restaurantjes die bijna niemand kent. In Antwerpen vind je me weleens in de Camino. p>
Luister naar… p>
Zo ongeveer alles: van new wave over opera tot klassieke componisten. Muziek is een grote inspiratiebron voor mij. Als ik begin te ontwerpen, luister ik heel lang naar muziek. Vanuit een bepaalde toon of sfeer haal ik bijvoorbeeld de kleuren van een collectie. p>
Shopt bij… p>
Labels Inc in Antwerpen, een tweedehandswinkel waar ik wekelijks over de vloer kom en zelden met lege handen vertrek. Ik ben verzot op mode uit de 80s en 90s en ben blijer met een archiefstuk dat nog door Martin Margiela of Ann Demeulemeester zelf ontwerpen is dan met iets nieuws. Ook de bazin van Labels Inc is zalig: recht voor de raap en heel eerlijk. Verfrissend. p>
Houdt koffiepauze in… p>
The Soulcafé op de Marnixplaats in Antwerpen. Dat is een zalig café dat enkel in de voormiddag open is en waar ik steevast drie koffies drink. Ook in de Vitrine op hetzelfde plein vind je me vaak. Ik ben een gewoontedier. p>
Made in Belgium h2>
De Belgische mode heeft natuurlijk een internationale topreputatie. Toch betekent het label ‘made in Belgium’ voor La Rosa meer dan dat. ‘Ik wilde met mijn merk terugkeren naar de essentie van de Belgische mode van de jaren 80 en 90, dat is echt een inspiratiebron voor mij. Bovendien hebben we in België veel vakmanschap. Waarom zou je dan naar het buitenland trekken? Je bespaart kosten op transport én je vervuilt de planeet minder. Andere merken produceren in Bangladesh, waardoor je samples heen- en weer stuurt per vliegtuig of per boot. Tijdsintensief en ontzettend slecht voor het milieu. Door mijn productie in België te houden sta ik ook in nauw contact met de couturiers. Wil ik een bepaald garen of stof last minute wijzigen, dan kan ik gewoon in de wagen springen. In de toekomst wil ik lederwaren aan de collectie toevoegen. Daarvoor trek ik wel naar Italië, omdat daar een hoop expertise ligt. Aangezien mijn roots daar liggen, ben ik regelmatig in het land om alles op te volgen.’
De toekomst h2>
‘Ik droom ervan om mijn kleren te zien hangen in grootwarenhuizen in Parijs, Milaan en New York, zodat modeliefhebbers van over de hele wereld dit merk leren kennen. Mijn hoofdzetel ligt nog altijd in Genk, waar ook mijn atelier gevestigd is, maar ik denk ook aan een winkel in Antwerpen. Ik geloof echt dat de fysieke winkel niet ten dode is opgeschreven. Mensen willen de stoffen voelen, ze willen zien hoe een kledingstuk op het lichaam valt. Ik zou in die winkel ook de optie willen aanbieden om stuks ter plaatste aan te passen: broeken die korter gemaakt moeten worden bijvoorbeeld, of een taille die moet worden ingenomen.’
Made in Belgium h2>
De opvallende keuzes h2>
De kleding van Matteo La Rosa is genderneutraal en duurzaam. Twee modebegrippen die niet altijd even gemakkelijk in de praktijk te brengen zijn. ‘Initieel ging ik ervan uit dat ik me zou focussen op vrouwenkleding, maar dat is intussen veranderd. In plaats van me bij het ontwerpproces vast te pinnen op één gender, vertrek ik liever vanuit een bepaalde esthetiek en stem ik mijn pasvorm daarop af. Wie zegt bijvoorbeeld dat een opvallende taille iets is voor vrouwenkleding? Ook in de mannenmode kan je daarmee spelen. In mijn shows toon ik mijn vrouwencollecties op mannelijke modellen. De mouwen maken we dan iets langer, de schouders iets breder. Zo toon je aan je publiek wat de mogelijkheden zijn. Daar komt flink wat denkwerk aan te pas.’
‘Als je in 2021 een label opstart, kan je niet anders dan nadenken over de impact die je maakt op de planeet. Ik vind het belangrijk om een verschil te maken, te werken met kwaliteitsstoffen die lang mee gaan. Denk aan biokatoen, hoogwaardige zijde of satijn: dat verslijt amper. Als we beginnen aan een nieuwe collectie, bekijk ik eerst onze stock: welke stoffen uit vorige collecties kunnen we hergebruiken? Op die manier wordt er nooit iets weggegooid. De kleren worden in elkaar gezet in een atelier in Genk. Alles wordt letterlijk van A tot Z hier gemaakt.’
Made in Belgium h2>
De Belgische mode heeft natuurlijk een internationale topreputatie. Toch betekent het label ‘made in Belgium’ voor La Rosa meer dan dat. ‘Ik wilde met mijn merk terugkeren naar de essentie van de Belgische mode van de jaren 80 en 90, dat is echt een inspiratiebron voor mij. Bovendien hebben we in België veel vakmanschap. Waarom zou je dan naar het buitenland trekken? Je bespaart kosten op transport én je vervuilt de planeet minder. Andere merken produceren in Bangladesh, waardoor je samples heen- en weer stuurt per vliegtuig of per boot. Tijdsintensief en ontzettend slecht voor het milieu. Door mijn productie in België te houden sta ik ook in nauw contact met de couturiers. Wil ik een bepaald garen of stof last minute wijzigen, dan kan ik gewoon in de wagen springen. In de toekomst wil ik lederwaren aan de collectie toevoegen. Daarvoor trek ik wel naar Italië, omdat daar een hoop expertise ligt. Aangezien mijn roots daar liggen, ben ik regelmatig in het land om alles op te volgen.’
De toekomst h2>
‘Ik droom ervan om mijn kleren te zien hangen in grootwarenhuizen in Parijs, Milaan en New York, zodat modeliefhebbers van over de hele wereld dit merk leren kennen. Mijn hoofdzetel ligt nog altijd in Genk, waar ook mijn atelier gevestigd is, maar ik denk ook aan een winkel in Antwerpen. Ik geloof echt dat de fysieke winkel niet ten dode is opgeschreven. Mensen willen de stoffen voelen, ze willen zien hoe een kledingstuk op het lichaam valt. Ik zou in die winkel ook de optie willen aanbieden om stuks ter plaatste aan te passen: broeken die korter gemaakt moeten worden bijvoorbeeld, of een taille die moet worden ingenomen.’
De opvallende keuzes h2>
Het prille begin h2>
Matteo La Rosa: ‘Ik ben altijd al kunstzinnig geweest. In het middelbaar ging ik naar de kunstschool in Genk, op zoek naar mijn eigen identiteit en mijn passie. Na het middelbaar stond ik voor de keuze: ga ik mode studeren, of ga ik verder in de vrije kunsten? Uiteindelijk is het dat laatste geworden, omdat ik daar mijn creativiteit niet alleen kwijt kon in textiel, maar ook in beelden, installaties en andere kunstvormen. Initieel vreesde ik dat een klassieke modeopleiding te beperkend zou zijn. Halverwege mijn opleiding in de vrije kunsten heb ik de handdoek in de ring gegooid. Op dat punt opperde mijn vriend: ‘Waarom begin je niet gewoon voor jezelf?’ Hij vond dat ik een duidelijke visie had, een eigen stijl. Zo gezegd zo gedaan. Als autodidact ben ik mijn eerste collectie beginnen tekenen. Initieel was die heel braaf: een lange kokerrok, zwarte mantels, mooie hemden. Nu durf ik al wat meer.’
‘In het begin waren mijn ouders cynisch. Ze waarschuwden me dat de modewereld enkel voor the happy few is weggelegd. Ik zat ook helemaal niet in het wereldje. Ik heb niet gestudeerd aan de academie, ik ken Walter (Van Beirendonck, mh) niet, ik heb geen eindejaarsshow gegeven om mijn carrière te kickstarten en ik word niet uitgenodigd op de juiste feestjes met de juiste mensen. Ik ben meermaals uitgelachen om mijn plannen. Mijn parcours is een beetje atypisch. Ik combineer nog altijd mijn job als docent mode-illustratie met mijn eigen label. ’s Avonds, na mijn ander werk, zit ik tot in de late uurtjes aan mijn collectie te sleutelen, die ik ook nog altijd grotendeels zelf bekostig. Het is zwaar en het stopt nooit, maar het is absoluut de moeite waard.’
De opvallende keuzes h2>
De kleding van Matteo La Rosa is genderneutraal en duurzaam. Twee modebegrippen die niet altijd even gemakkelijk in de praktijk te brengen zijn. ‘Initieel ging ik ervan uit dat ik me zou focussen op vrouwenkleding, maar dat is intussen veranderd. In plaats van me bij het ontwerpproces vast te pinnen op één gender, vertrek ik liever vanuit een bepaalde esthetiek en stem ik mijn pasvorm daarop af. Wie zegt bijvoorbeeld dat een opvallende taille iets is voor vrouwenkleding? Ook in de mannenmode kan je daarmee spelen. In mijn shows toon ik mijn vrouwencollecties op mannelijke modellen. De mouwen maken we dan iets langer, de schouders iets breder. Zo toon je aan je publiek wat de mogelijkheden zijn. Daar komt flink wat denkwerk aan te pas.’
‘Als je in 2021 een label opstart, kan je niet anders dan nadenken over de impact die je maakt op de planeet. Ik vind het belangrijk om een verschil te maken, te werken met kwaliteitsstoffen die lang mee gaan. Denk aan biokatoen, hoogwaardige zijde of satijn: dat verslijt amper. Als we beginnen aan een nieuwe collectie, bekijk ik eerst onze stock: welke stoffen uit vorige collecties kunnen we hergebruiken? Op die manier wordt er nooit iets weggegooid. De kleren worden in elkaar gezet in een atelier in Genk. Alles wordt letterlijk van A tot Z hier gemaakt.’
Made in Belgium h2>
De Belgische mode heeft natuurlijk een internationale topreputatie. Toch betekent het label ‘made in Belgium’ voor La Rosa meer dan dat. ‘Ik wilde met mijn merk terugkeren naar de essentie van de Belgische mode van de jaren 80 en 90, dat is echt een inspiratiebron voor mij. Bovendien hebben we in België veel vakmanschap. Waarom zou je dan naar het buitenland trekken? Je bespaart kosten op transport én je vervuilt de planeet minder. Andere merken produceren in Bangladesh, waardoor je samples heen- en weer stuurt per vliegtuig of per boot. Tijdsintensief en ontzettend slecht voor het milieu. Door mijn productie in België te houden sta ik ook in nauw contact met de couturiers. Wil ik een bepaald garen of stof last minute wijzigen, dan kan ik gewoon in de wagen springen. In de toekomst wil ik lederwaren aan de collectie toevoegen. Daarvoor trek ik wel naar Italië, omdat daar een hoop expertise ligt. Aangezien mijn roots daar liggen, ben ik regelmatig in het land om alles op te volgen.’
De toekomst h2>
‘Ik droom ervan om mijn kleren te zien hangen in grootwarenhuizen in Parijs, Milaan en New York, zodat modeliefhebbers van over de hele wereld dit merk leren kennen. Mijn hoofdzetel ligt nog altijd in Genk, waar ook mijn atelier gevestigd is, maar ik denk ook aan een winkel in Antwerpen. Ik geloof echt dat de fysieke winkel niet ten dode is opgeschreven. Mensen willen de stoffen voelen, ze willen zien hoe een kledingstuk op het lichaam valt. Ik zou in die winkel ook de optie willen aanbieden om stuks ter plaatste aan te passen: broeken die korter gemaakt moeten worden bijvoorbeeld, of een taille die moet worden ingenomen.’
Het prille begin h2>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier