Wim Denolf
‘Ik heb een boon voor opstandige vrouwen die er plezier in scheppen om níét likeable te zijn’
‘Bitches zijn wel degelijk terug’, merkt Knack Weekend-redacteur Wim Denolf op. ‘Niet als bordkartonnen figuren, maar als mensen met een verhaal.’
Wanhopig! Beschamend! Opsluiten in het rusthuis en de sleutel weggooien! Ik kan de reacties op alles wat Madonna tegenwoordig doet, haast voorspellen. Vrienden uitleggen dat La Ciccone volgende week aan een theatertournee begint en dat ik ook deze keer van de partij zal zijn, is onbegonnen werk. Ik zie iemand die al meer dan 35 jaar alle mogelijke verwachtingen voor vrouwen tart, traditionele ideeën over vrouwelijkheid bevraagt en lak heeft aan respectabiliteit, zij zien vooral aanstellerij van een diva op haar retour.
Nu heb ik al langer een boon voor opstandige vrouwen die niet in het volg- en zorgzame keurslijf passen en er plezier in scheppen om níét likeable te zijn. Met dank aan Dynasty en Joan ‘Alexis Colby’ Collins, nog altijd een van de vermakelijkste intrigantes uit de tv-geschiedenis. Als je wilt weten waar scenaristen vandaag de mosterd halen voor manipulatieve serpenten als Cookie Lyon in Empire en Anne Montgomery in What/If: google Alexis Colby.
Ik heb een boon voor opstandige vrouwen die er plezier in scheppen om nu0026#xED;u0026#xE9;t likeable te zijn.
Dwepen met subversieve vrouwelijke personages, popsterren en muurbloempjes die zichzelf heruitvinden zoals Lady Di is een ding onder gays, las ik al vaak. Dat ligt aan de manier waarop de populaire cultuur omspringt met man-vrouwbeelden, meent de Amerikaanse geschiedkundige en genderexpert David Halperin: omdat homomannen zichzelf zelden herkennen in traditionele opvattingen over mannelijkheid, maar evenmin in de stereotiepe beeldvorming rond gays, sympathiseren we eens zo makkelijk met vrouwen die buiten de lijntjes van hun eigen genderrol kleuren.
Niet dat de schermfeeksen uit mijn tienerjaren veel diepgang gegund werd. Hatelijke tangen als Catherine Tramell in Basic Instinct en Miranda Priestley in The Devil Wears Prada, gemodelleerd naar Vogue-hoofdredactrice Anna Wintour, dienden vooral om designerkleren te showen, giftige oneliners te spuien en mannen de stuipen op het lijf jagen. Glenn Close ging voor haar rol in Fatal Attraction met psychiaters praten om uit te zoeken wat haar personage Alex ertoe kon drijven om een getrouwde onenightstand te stalken, maar dat was buiten de studio en testkijkers gerekend: die wilden gewoon een losgeslagen psychopate zien, niet haar troebele verleden.
Vrouwelijke monsters zijn er een stuk menselijker geworden op geworden.
De kans is klein dat filmmakers daar vandaag nog mee wegkomen. Toen het British Film Institute in Londen onlangs een filmcyclus organiseerde onder de titel Playing the Bitch, kropen honderden academici en critici in de pen om het vrouwonvriendelijke karakter van het initiatief aan te klagen. Als we het publiek genuanceerde mannelijke antihelden als Tony Soprano en Don Draper gunnen, verdedigde de vrouwelijke curator haar keuze, waarom moeten vrouwen dan per se aardig of goed zijn?
Al is dat eigenlijk geen punt meer. Nu we traditioneel als mannelijk of vrouwelijk beschouwde eigenschappen loskoppelen van gender, kom ik haast tijd te kort om Big Little Lies, Sharp Objects en andere series met complexe, maar boeiende vrouwen te bingen. Ook de vrouwelijke monsters zijn er een stuk menselijker op geworden, van het met filmprijzen overladen The Favourite tot Amazons recente docuserie rond Lorena Bobbitt. In 1993 werd ze wereldberoemd als de crazy latina die de penis van haar man afsneed met een keukenmes, nu praten we vooral over het huiselijk geweld en het seksuele misbruik dat ze onderging. Bitches zijn wel degelijk terug, niet als bordkartonnen figuren, maar als mensen met een verhaal.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier