Hangt Pakistaanse katoencrisis samen met ggo-teelt?

Katoen © iStock

De Pakistaanse katoenproductie, een belangrijk deel van de landbouw en de textielindustrie, verkeert in crisis. De regering legt de schuld bij het weer en allerlei plagen, maar de boeren verwijzen naar problemen met genetisch veranderd zaad.

De Pakistaanse economie haalt de vooropgestelde groei van 5,5 procent niet, zo blijkt aan het eind van het Pakistaanse fiscaal jaar. En dat is te wijten aan een ‘serieuze tegenslag’ in de landbouw, stelt de minister van Financiën.

Aan de basis van de problemen ligt het verlies van 27,8 procent van de voor Pakistan zo belangrijke katoenproductie. Goed geïnformeerde boeren wijten deze ramp aan het wijdverspreide gebruik van ggo-zaad, dat officieel in Pakistan werd geïntroduceerd in 2010, maar al sinds 2005 het land werd ingesmokkeld. De zogenaamde BT cotton staat op 88 procent van het katoenareaal.

Meer pesticiden nodig

Genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) staan wereldwijd ter discussie omdat bepaalde multinationals ongelooflijk zijn gegroeid als gevolg van hun agressieve marketing. Op die manier kunnen ze de globale landbouw domineren en komt de biodiversiteit in het gedrang.

Bovendien zijn ggo-gewassen kwetsbaar voor plagen, waardoor de teelt grote hoeveelheden pesticiden vereist die arme boeren zich niet kunnen veroorloven. Het is geen toeval dat de producenten van ggo-zaden ook de verdelgingsmiddelen maken, en daar het grootste deel van hun inkomsten uit halen.

Opvallend is dat de katoenproductie niet is gestegen sinds de komst van BT cotton, terwijl een hoger rendement toch het verkoopargument is. Dat valt niet meteen uit de officiële cijfers op te maken, omdat de regering de meetmethode heeft veranderd. De hoeveelheid katoen wordt afgelezen aan het aantal balen: vroeger woog een katoenbaal 176 kilogram, sinds 2011 is dat nog maar 150 kilo.

Ook de opbrengst per hectare en de oppervlakte voor katoenteelt schommelt flink. In het fiscaal jaar 2012 werd 2,8 miljoen hectare bewerkt met een oogst van 815 kilo per hectare. In het fiscaal jaar 2016 (van juli 2015 tot 30 juni 2016) gaat het om 2,91 miljoen hectare met een opbrengst van 587 kilogram per hectare.

Slechte zaden

De regering noemt het weer (geregeld overvloedige neerslag) en plagen (vooral rupsen van de katoendaguil) als verklaring voor de dalende productie.

De boeren laten een ander geluid horen. Volgens hen maakt de slechte kwaliteit van de zaden hun planten kwetsbaar voor plagen, waardoor de productie daalt. Ze maken zich op voor een nieuw crisisjaar. Volgens een bericht in de media zijn verschillende katoenboeren op andere gewassen overgestapt.

Ondanks de tegenvallende resultaten, blijft de regering ggo-katoenzaden goedkeuren. In februari gaf het National Biosafety Committee (NBC) nog groen licht voor bijna 100 verschillende ggo-zaden, zonder de juiste procedures te volgen. Daarom mogen de bedrijven Monsanto en Dupont ggo-maïs verkopen zonder grootschalige tests en risico-onderzoek in open velden in Pakistan.

Om een andere vergadering in april heeft het NBC deze vergunningen bevestigd, op uitdrukkelijk verzoek van de eerste minister. Het is duidelijk dat het beleid helpt om de rol van de privésector op de zadenmarkt te vergroten. In 2015 is de Seeds Act 1976 gewijzigd om aan de vereisten van de moderne zadenindustrie te voldoen, en dat heeft de Amerikaanse biotechreus Monsanto geen windeieren gelegd.

Amerikaanse druk

Het hoeft niet te verbazen dat de druk hiervoor van de VS kwam. Die willen namelijk dat Pakistan zijn ‘verplichtingen’ onder verdragen van de Wereldhandelsorganisatie nakomt. Voorheen was de productie van zaad en de prijsregeling een publieke aangelegenheid. Nu wagen de privésector – en vooral grote biotechbedrijven – zich op de Pakistaanse zadenmarkt.

Het is onverstandig om nieuwe technologie zomaar af te wijzen. Maar erger is om ze te accepteren zonder eerst grondig te testen in lokale omstandigheden.

De organisatie Kissan Board stapte naar de rechtbank om gerechtigheid te eisen voor de boeren. Ze verzet zich tegen de beslissing om BT cotton te commercialiseren. Nadat de regering beroep had aangetekend, belandde de zaak in de koelkast. Er loopt nog een andere rechtszaak tegen de regering die het lot van BT zou kunnen bezegelen. (IPS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content