Edouard Vermeulen viert 40 jaar Natan: ‘Ik ben altijd wat bang geweest om het niet goed te doen’

© GF

Veertig jaar geleden nam Edouard Vermeulen bijna toevallig een oud Brussels modehuis over. Die verjaardag vierde hij voorbije zomer met een defilé in Parijs. In november volgt er een boek. “Ik heb de tijd niet zien voorbijgaan.”

Parijs, afgelopen zomer. Edouard Vermeulen, 66, is in zijn element. Hij viert de veertigste verjaardag van zijn merk met een defilé tijdens de coutureweek, in de opulente salons van het Palais de la Légion d’Honneur. Een gebouw uit 1787, vergulde kroonluchters en glanzende parketvloeren, zicht op het Louvre aan de overkant van de Seine.

De show begint over een uur of drie. Backstage monstert de Brusselse couturier zijn modellen. Hij knikt goedkeurend of schudt zijn hoofd als er iets niet klopt. “Kunnen we de taille fixeren?” Hij gebruikt Frans, Nederlands, Engels, en heeft voor iedereen een vriendelijk woord. “Je ziet meteen welk kledingstuk past bij welk model”, zegt hij. “Of iets goed zit of niet.” De klok tikt de tijd weg, maar Vermeulen, omringd door zijn equipe, heeft geen stress. Hij loopt door de kamer op zijn sokken. Zijn loafers, van Gucci, staan netjes onder een kledingrek. “Het is ongelooflijk”, zegt hij. “Die veertig jaar, ik heb ze niet zien passeren.” Hij straalt.

© GF

Van meubel naar mode

Edouard Vermeulen heeft zijn verhaal al vaker verteld: hoe hij als ambitieuze, ongeduldige twintigjarige van Ieper naar Brussel trok om er binnenhuisarchitectuur te studeren. En hoe de grootstad voor hem een openbaring was. “Ik kwam uit de Vlaanders. Als je iets wilde betekenen, moest je in Brussel zijn. Voor mij betekende dat: een ander leven. Ik was zó gelukkig dat ik in een stad kon wonen. Liberty!”

Zijn leven heeft iets van een sprookje, inclusief kastelen, prinsessen en Alfa Romeo’s. En sloten bier. Hij komt uit een oude brouwersfamilie. Het geslacht Vermeulen bezat een gerstmolen naast het kasteel van Elverdinge. Hun Ypra-pils was populair tot ver buiten de Ieperse stadsgrenzen. In 1976 besloot Charles Vermeulen, de vader van Edouard, om zich te concentreren op de distributie van bieren en frisdranken. De brouwerij werd overgenomen door een ander familiebedrijf, Vander Ghinste in Bellegem, de maker van Omer-bier. Vermeulen verloor zijn vader afgelopen lente. “Net voor zijn dood hebben we met Vander Ghinste het Ypra-bier geherlanceerd”, vertelt hij. “Hij heeft dat nog net meegemaakt. Ik ben zo blij dat ik een foto heb van mijn papa, mijn broer en mezelf, allemaal met een glas Ypra. Hij is twee weken later gestorven.”

© GF

Toen hij destijds in Brussel wilde gaan studeren, steunden zijn ouders hem. “Na het college in Ieper lag het voor de hand dat ik rechten zou gaan volgen, zoals mijn broer. Maar ik was eerder artistiek aangelegd. Mijn vader zei: ‘Denk goed na en kies een richting waarvan je denkt dat je er goed in zult zijn.’ Hij was ervan overtuigd dat ons moeilijke tijden te wachten stonden. ‘Maar als je een passie hebt’, zei mijn vader, ‘dan kun je altijd verder in het leven.’ Vijftig jaar geleden waren het nog de ouders die beslisten wat hun kinderen zouden gaan studeren. Ik heb geluk gehad dat ze achter mijn keuze stonden.”

Als je een passie hebt, zei mijn vader, dan kun je altijd verder in het leven.

Edouard Vermeulen

“In Ieper woonden we in een mooi huis, ingericht met raffinement. Ik was gepassioneerd door binnenhuisarchitectuur. Mode? Veel minder, al werd ik er als kind wel mee geconfronteerd. Tussen mijn zesde en mijn tiende nam mijn moeder me regelmatig mee naar Rijsel. Daar had je couturehuizen die misschien niet zo beroemd waren als de maisons van Parijs, maar waar je mooie kleren kon laten maken. Dat was de beginperiode van de prêt-à-porter, van ontwerpers als Guy Laroche. Dan kreeg ik een ijsje, terwijl mijn moeder, haar zus en mijn grootmoeder kleren pasten. Ik heb daar uren gezeten terwijl ze me af en toe vroegen wat ik vond van een jurk of een mantel. Heb ik daar een gevoel voor mode ontwikkeld? Ik weet het niet. Mijn moeder was een elegante vrouw. Sober, maar met souci du détail. Dat is niet veranderd. Ze is nu 93.”

Favorietje van de aristocratie

“Na mijn opleiding aan Sint-Lucas werd ik binnenhuisarchitect. Ik vond snel klanten en had een kantoor nodig om hen te ontvangen.” Vermeulen ging op huizenjacht in de ‘beaux quartiers’ van de hoofdstad, in de Alfa Romeo die hij van zijn ouders had gekregen. Op een dag in 1983 parkeerde hij toevallig voor een herenhuis aan de Louizalaan. Nummer 158. Hij herinnert zich de vergulde deurbellen, in slechte staat. “Ik ben binnen gaan vragen of er geen kantoorruimte vrij stond. Alles bleek verhuurd, behalve de inkomhal. Meer had ik niet nodig.”

© GF

Hij heeft intussen het hele pand overgenomen, maar destijds werd de eerste verdieping gehuurd door een filiaal van het gerenommeerde Franse schoonheidsinstituut Sothys. Het in 1930 opgerichte couturehuis Paul Natan had zijn ateliers op de gelijkvloerse verdieping. “Het huis werd geleid door Jacqueline Léonard, een dame van een jaar of tachtig. Ze was gespecialiseerd in ‘couture en chambre’, op afspraak. Ze had nogal wat aristocratische klanten.” Anderhalf jaar lang werkten mevrouw Léonard en Vermeulen naast elkaar, zij in haar atelier, hij in zijn kamertje. Toen ze stopte, vroeg ze hem of hij de hele benedenverdieping wilde overnemen. “En ik dacht: waarom ook niet.”

Ik ben fier op mijn relatie met de royals. Het koningshuis, dat is het cement van ons land.

Edouard Vermeulen

Dat Edouard Vermeulen couturier werd in plaats van decorateur, en daarbij terloops het huis Natan overnam, gebeurde bijna en stoemelings, zoals ze in Brussel zeggen. “Mijn broer zou trouwen, mijn schoonzus was op zoek naar een jurk, en ze vroeg of ze terechtkon bij het ‘ancienne maison Natan’. Er waren nog enkele naaisters. Ik heb toen zelf een jurk geschetst en stoffen gekozen. Daarna vroeg ook mijn moeder een jurk. Op het trouwfeest, in de maand mei, wilde iedereen weten wie de jurk had gemaakt. Natan? Maar dat huis was toch gestopt? Ja, dat klopt, maar Edouard heeft ons kunnen helpen. Verwarring alom.

In september kwam de gravin de la Quétule langs in het atelier met de vraag of we geen ideeën hadden voor een benefiet van haar liefdadigheidscomité. Ik heb toen een defilé voorgesteld. Prinses Paola was de meter van dat liefdadigheidscomité. Een week voor de show, in de tuin van het mooiste herenhuis van de Rooseveltlaan, kondigde ze aan dat ze zelf aanwezig zou zijn. Er hadden al tweehonderdvijftig mensen toegezegd en plots werden het er vierhonderd.” En zo was de carrière van Edouard Vermeulen gelanceerd: de jonge couturier ‘uit de Vlaanders’ die in Brussel de favoriete ontwerper werd van de aristocratie. Over zijn relatie met opeenvolgende generaties royals zegt hij: “Ik ben daar fier op. Het koningshuis, dat is het cement van ons land.”

Le gamin kan het niet

“Na die show hebben we in de Louizalaan de meubelen aan de kant geschoven, de collectie aan rekken op wieltjes gehangen en gewacht. Er kwam een klant, en toen nog een. Ik had ook nog wat interieuropdrachten. Eerst dacht ik: ik combineer beide. Maar als je voortdurend nieuwe collecties moet ontwerpen, blijft er weinig tijd over voor interieurs.” Met kleren maken had hij geen ervaring. “Ik kreeg plotseling de kans om een modehuis te beginnen. Ik had een doel. Ik ging niet eerst vier jaar mode studeren. Het is je buikgevoel dat telt. En ik had de naaisters overgenomen, die allemaal van een zekere leeftijd waren. Die vrouwen waren rond de zestig en ik was twintig. Le gamin, zeiden ze, die gaat dat nooit kunnen.”

Maar dat was veertig jaar geleden. Le gamin is nu even oud als de naaisters toen. “We zijn van hetzelfde jaar”, zegt hij, als hij hoort dat Dries Van Noten die dag, op tien minuten wandelen langs de Seine, een parfumerie opent. Ze zijn ook allebei in 2017 tot de adel verheven. Zelf heeft hij sinds 2020 een winkel in rue des Saint-Pères in Parijs. Natan heeft zeven winkels in België, een eigen winkel in Amsterdam en een franchise in Maastricht, een corner bij Le Bon Marché in Parijs en een honderdtal verkooppunten, hoofdzakelijk in Europa. Dat hij in Parijs showt, en dan nog tijdens de coutureweek, is uitzonderlijk. De voorbije jaren opteerde hij meestal voor Amsterdam Fashion Week, omdat de organisatie er op wieltjes loopt en omdat hij er veel trouwe klanten heeft, te beginnen bij koningin Máxima.

Als je de jonge generaties wilt bereiken, moet je je omringen met jonge mensen.

Edouard Vermeulen

Maar veertig jaar in de mode, dat mag gevierd worden. Hij wilde bovendien zijn werk nog eens tonen aan een internationaal publiek. Bewijzen dat de couture van Natan geevolueerd is. Dat een couturier die koninginnen en prinsessen kleedt niet per definitie oubollig is. De collectie die hij die namiddag toont, brengt de fifties naar de eenentwintigste eeuw, met uitgepuurde vormen en felle kleuren. Er is een verenjurk waar 120 uur aan is gewerkt, maar er is ook vegan cactusleer. De opvallende, sculpturale accessoires zijn van kunstenaar Christophe Coppens, met wie hij sinds begin dit jaar nauw samenwerkt. Coppens was ook verantwoordelijk voor de recente campagnes van Natan.

Natan na Edouard

“Mode is vernieuwing, de toekomst is de jeugd. Mijn grootmoeder was altijd in het zwart gekleed, met een broche. Ze kwam nooit uit haar stoel. Mijn moeder fietst en jongere vrouwen doen nog veel meer aan sport. De voorbije tien jaar hebben we met Natan bewust een sprong gemaakt. Als je de jonge generaties wilt bereiken, moet je je omringen met jonge mensen.”

Alles verandert, zegt hij, ook letterlijk. “We hebben in die veertig jaar drie keer onze bustes aangepast. Schouders zijn breder geworden, heupen smaller, benen langer. We hebben veel vaste klanten en zijn daar heel blij mee. Je moet klanten geven waar ze om vragen, maar je moet ze ook blijven verrassen. Want op een bepaald moment zegt zo’n klant: ik héb al een zwarte jurk. Je moet innoveren. Met je collecties, maar ook met je campagnes, evenementen, sociale media.” De Belgische celebs op de front row die namiddag tonen goed aan waar Natan in 2023 voor staat: minister Annelies Verlinden, prinses Léa, Jennifer Heylen, Ella Leyers, Élodie Ouédraogo, Mathieu Terryn.

© GF

Aan stoppen denkt Edouard Vermeulen nog niet, al vraagt hij zich wel af wat er later met Natan moet gebeuren. Het is zijn huis. Hij kan niet, zoals de meeste ontwerpers, worden bedankt voor bewezen diensten. “Als je eigenaar bent van je huis, zoals een Giorgio Armani, doe je gewoon verder. Ik zeg altijd: wat ik in die veertig jaar gedaan heb, is het beste wat ik kon doen. Paniek voel ik niet, maar ik zou het wel fijn vinden als Natan ook zonder mij kon doorgaan. Mocht er in de komende tien jaar iemand aankloppen met een mooi project en met genoeg middelen om dat project tot stand te brengen, dan zou ik dat overwegen. Iemand met een visie op accessoires, op parfums, iemand die zegt: dit is het DNA van Natan, wat kan er nog beter? Noodzakelijk is het niet. We zijn een financieel gezond bedrijf.”

Ik heb altijd een beetje angst gehad om het niet goed te doen. Dat zit in mijn karakter, zo word je in West-Vlaanderen opgevoed.

Edouard Vermeulen

Hij is, zo geeft hij onmiddellijk toe, altijd voorzichtig geweest. Dat kan moeilijk anders als je verantwoordelijk bent voor de inkomens van een hoop mensen. “Ik zeg altijd dat ik de huisvader ben van een familie van zestig mensen en dat ik erop toezie dat alles blijft draaien. Ik heb altijd een beetje angst gehad om het niet goed te doen. Dat zit in mijn karakter, zo word je in West-Vlaanderen opgevoed. Heb je het goed genoeg gedaan? Je kunt beter. Het is niet altijd gemakkelijk geweest. Maar iedereen heeft weleens problemen en piekert soms. Ik heb altijd hard gewerkt, ik heb nooit opgegeven. Ik heb nergens spijt van. En samen met mijn team heb ik alles altijd zo goed mogelijk gedaan, op mijn manier. Als er ooit iemand komt die een andere visie heeft voor de toekomst van Natan: goed. Intussen doe ik verder, omdat ik het graag doe. Ik ben veertig jaar bezig, ik heb intussen wel wat credibiliteit. Wait and see.”

Het boek Édouard (120 euro) is beschikbaar vanaf 9 november. Van 1 tot en met 26 november kun je een expo met vijftig couturejurken van Natan bezichtigen in het Brusselse Vanderborghtgebouw, Schildknaapsstraat 50.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content