Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

klein en zuinig

Dr. Ferdinand Piëch, president van de Volkswagen Groep, wil alles. De voorbije jaren kocht de groep prestigieuze merken als Bentley, Lamborghini en Bugatti, waarvan op het salon van Frankfurt een coupé met 18-cilindermotor werd voorgesteld. Tegelijkertijd lanceerde hij als eerste een drieliterauto. Aan tien duo’s journalisten werd gevraagd om in twee dagen van Kortenberg naar Oslo te rijden, in een poging om met de Lupo 3L TDI de drielitergrens te slopen.

Ten opzichte van de ‘gewone’ Lupo 1.7 SDI slankte de 3L nog 154 kg af, waarvan 50 kg op het koetswerk en 60 kg op de wieltreinen. Die gewichtsbesparing was mogelijk door het gebruik van materialen als aluminium (2,7 kg/liter) en magnesium (1,7 kg/liter) die een stuk lichter zijn dan staal (7,8 kg/liter). Zo kreeg de 3L onder meer de lichtste trommelremmen ter wereld (1,6 kg per stuk!) en een lichtmetalen motorblok.

Naast andere ingrepen werden de ruiten vlak ingewerkt in het koetswerk, de koplampen hertekend en een groot deel van de onderkant van de wagen gladder gemaakt. Een en ander resulteerde in een verlaging van de luchtweerstandscoëfficiënt van 0.32 naar 0.29 – een verbluffende prestatie voor een wagen met een lengte van slechts 3,52 meter.

De driecilinder 1,3-liter turbodieselmotor met pompverstuivers met een druk van 2050 bar zorgt voor een fijnere verstuiving van de brandstof en een schonere verbanding. En dat terwijl de turbo met variabele geometrie die ook bij zeer lage toerentallen een hoge voedingsdruk ontwikkelt, en gecombineerd met de luchtgekoelde drukvoeding voor een rendement van meer dan 40 procent zorgt – een record voor een seriemotor van een toerismewagen.

Een volledig nieuwe transmissie, gebaseerd op een mechanische vijfbak met automatische ontkoppeling, verbindt het rendement van een handgeschakelde bak met het comfort van een automaat. De Lupo 3L zonder koppelingspedaal laat de rijder de keuze tussen een Tiptronic – waarbij hij de pook naar voren duwt om op te schakelen, en naar achteren om terug te schakelen – en een geheel automatische transmissie met alle bijbehorende voordelen.

2,88 liter/100 km

Om de vergelijking te kunnen maken, verkozen we om de eerste dag onze gewone rijstijl aan te houden: vinnig zonder roekeloos te worden, op de Duitse snelwegen gemiddelden tussen 140 en 150 km/uur. Dat leverde in Kopenhagen, na een rit van 976 kilometer, een gemiddelde van 3,94 liter/100 km.

Tussen Kopenhagen en Oslo trokken we de kaart van de zuinigheid: we drukten bij de start de Eco-knop in en vertrouwden onderweg op de indrukwekkende vrijloopkwaliteiten van de spaarzaamste onder de Lupo’s. De wrijvingsweerstanden van de 3L werden dermate geoptimaliseerd dat we op een vlak stuk snelweg in Zweden een origineel idee uitprobeerden. Tegen 110 km/uur losten we het gaspedaal, en constateerden dat de Lupo na 1000 meter freewheelen nog tegen meer dan 75 km/uur verder bolde.

Bij verkeerslichten zorgt de Eco-knop ervoor dat de motor na vier seconden automatisch afspringt – als men het rempedaal ingedrukt houdt. Starten gebeurt door dat pedaal los te laten. Al bij al werd het een vermoeiende rit omdat bij een zuinige rijstijl zeer ver vooruitgekeken wordt, zodat men rode lichten grotendeels vermijdt, en rijder en co-piloot voortdurend op hun qui-vive zijn voor eventuele obstakels. Na de 640 afgelegde kilometers wachtte een prettige beloning: met een gemiddelde snelheid van pakweg 80 km/uur had de Lupo 3L niet meer dan 2,88 liter/100 km diesel verbruikt – in de automatische versie, welteverstaan. Toch waren we daarmee slechts derde. Het beste resultaat kwam van een duo uit Limburg (‘waar zuinigheid thuis is’) dat 2,65 liter/100 km haalde, maar zich driekwart van de tijd op een halve meter van indrukwekkende vrachtwagens had laten meezuigen. Efficiënt maar gevaarlijk, en ver van sportief. Twee lichtvoetige dames verbruikten 2,87 liter/100 km en klopten ons dus met een neuslengte. De tien ploegen samen haalden tussen Kopenhagen en Oslo een indrukwekkend gemiddelde van 3,27 l/100 km.

De gesofisticeerde 3L-versie (incl. 2 airbags en ABS) kost wel 527.500 fr., 98.000 meer dan de SDI. Op 20.000 km/jaar levert die, door besparing op verbruik en taksen, in vijf jaar een 34.655 fr. winst op. In Duitsland wordt de eigenaar van een 3L beloond met een bonus wegens de uitzonderlijk lage uitstoot van 81 gr CO2/km. De Belgische wetgever, traditiegetrouw zonder visie, heeft nog nooit van deze milieuvriendelijke maatregel gehoord.

Nog een cijfer, ter overpeinzing: een volgeladen Boeing 767-300 verbruikt bij een kruissnelheid van 860 km/uur slechts 3,8 liter kerosine per passagier per 100km.

PIERRE DARGE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content