Een tentoonstelling in Rotterdam laat zien dat juwelen meer dan alleen maar mooimakers zijn. Ze drukken ook macht uit.

PAUL DOSSCHE

Regelmatig worden er in Europa en Amerika tentoonstellingen georganizeerd met delen uit de wereldberoemde kollektie van het Barbier-Mueller Museum in Genève. Zo werd een paar jaar geleden in Brussel nog een overzicht gegeven van de antieke kulturen van Mesopotamië tot Rome. Zo’n tien jaar geleden werd een reizende tentoonstelling opgezet met Sieraden uit Indonesië, Maleisië en de Filipijnen. Deze expositie is nu aan een tweede toernee bezig.

Het was eerder toevallig dat het Barbier-Mueller Museum ook begon met het verzamelen van exotische sieraden. In 1972 kocht het op een veiling in Amsterdam een beeldje, afkomstig van het eiland Nias, gelegen naast het grotere Sumatra. Het figuurtje droeg oorhangers, halsketting, armband en een met een palmmotief versierde kroon. Opzoekingen leidden even later tot de ontdekking in Brussel van een vergelijkbare set gouden juwelen. Al snel bleek dat in het Westen heel wat juwelen aanwezig waren, afkomstig uit het immense gebied bevolkt met honderden etnische groepen dat zich uitstrekt van Nias en Sumatra, over het Maleise schiereiland, Borneo, Java, Bali, Sulawesi tot de Molukken en de Filipijnen.

Daarnaast echter hebben vele nobele families de oude familiejuwelen bewaard en ze gebruiken ze vandaag nog bij feesten, huwelijken en begrafenissen. Dus was er ook ter plaatse nog veel informatie te rapen. Susan Rodgers, een antropologe van de universiteit van Ohio, bezocht herhaaldelijk het gebied, ze nam er foto’s en schreef de kataloog bij de tentoonstelling.

Ondanks de etnische verscheidenheid vind je in de juwelen toch een zekere koherentie en dat heeft te maken met het wereldbeeld dat daar gekultiveerd wordt. Dat wereldbeeld steunt op de tegenstelling mannelijk-vrouwelijk, met enerzijds elementen als zon, licht, hemel, droogte, geest, metaal en anderzijds maan, duister, aarde, water, materie en textiel. Van die tegenstelling is zowel het dagelijks leven als de rituelen en het kollektief onbewuste doordrongen.

Ook flora en fauna spelen een belangrijke rol. Vandaar ook dat symbolische buffels, vogels, slangen, bomen, al dan niet sterk gestileerd, telkens weer terugkeren in de juwelen. Sieraden worden nog gedragen als amuletten om gevaren af te weren. Ze staan ten slotte ook symbool voor macht. Dat geldt bijvoorbeeld in het oosten van Indonesië, waar de adel zware gouden en zilveren juwelen draagt, als teken van zijn hoge status. In Indonesië gaat elk huwelijk ook gepaard met het uitwisselen van doeken en juwelen, vaak van zilver of goud. Opnieuw dus de aanvullende funkties van metaal en textiel, die zo borg staan voor de vruchtbaarheid van het huwelijk.

In Noord-Luzon (Filipijnen) en op Borneo (Sarawak en Kalimantan) kon een man aanzien verwerven door zich een goed krijger te tonen, door grote feesten te geven en door koppen te snellen. Dat aanzien wordt dan zichtbaar in de sieraden die hij mocht dragen. In deze gebieden was er minder goud en zilver voorhanden en dan greep men maar naar veren, vezels, hout, ivoor, been, stoffen, schelpen, parelmoer en kralen. Ondanks deze mindere materialen zijn de sieraden en juwelen ook hier van een verbluffende schoonheid en van een verbazingwekkende vormenrijkdom.

Power & Gold. Sieraden uit Indonesië, Maleisië en de Filipijnen. Museum voor Volkenkunde, Willemskade 25 in Rotterdam. Tot 15 september 1996. De Engelstalige kataloog kost 69,90 gulden.

Links : Verguld zilveren halsketting uit Noord-Sumatra, Indonesië. Onder : Kam van hout en been van Tanimbar, Zuid-Molukken. Deze kam wordt gedragen door jagers en toont de kronkelingen van de mytische slang Naga.

Deze hoofdtooi, met apenschedel, heeft toebehoord aan een koppensneller. Uit Noord-Luzon, Filipijnen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content