Ik herinner me onze aankomst in Amerika, negentien jaar geleden op 8 oktober, nog heel goed. Het was al donker toen we landden. Alan, een vriend van Tom, stond ons op te wachten. Het was volop spitsuur. Nog nooit had ik zoveel verkeer gezien dat zo traag en lawaaierig voortkroop. Uren later parkeerden we eindelijk voor Alans deur. Mijn mond viel open. Voor mij stond het huis uit de blokkendoos van mijn kindertijd dat me ontelbare uren had doen fantaseren. Het was een geelgeschilderde houten woonst. Er was een brede veranda met witte pilaren, geruite ramen met boogjes erboven, enkele torentjes en nog wat kleinere pilaartjes aan weerszijden van de ramen op de derde verdieping. Net zoals in de oude Amerikaanse films stapten we meteen de woonkamer binnen. Links ging een brede houten trap naar boven. Rechts was er een enorme woon- en eetkamer met glanzende, houten vloeren. Daarachter lag een grote keuken met gerestaureerde kasten en een koperen gootsteen. Daarnaast weer een open veranda. Later vernam ik dat Amerikanen deze negentiende-eeuwse bouwstijl Victorian noemen.

De volgende morgen liep ik met grote ogen door de tuin. De zon straalde, de lucht was diepblauw. En de herfstkleuren! Felrood, knalgeel, dieppaars. Ik wist het niet maar het was een typische oktoberdag. Noch wist ik dat de herfst mijn lievelingsseizoen zou worden en het tijdstip dat ik aan al mijn vrienden zou aanraden om New York te bezoeken. We bleven enkele weken in het zonnige huis tot we een goedkoop kelderflatje hadden gevonden.

“Zoek iets in onze buurt”, had Alan gezegd. Maar dat konden we niet. We wilden kost wat kost in New York wonen. Alan woonde in een stadje in de staat New Jersey of The Garden State, zoals het ook toen al uitnodigend op de autonummerplaten stond. Het was van hem, een overgeplante New Yorker, dat ik het New Yorkse scheldwoord voor New Jersey leerde: the Garbage State (de vuilnisstaat). Dat verwijst naar het stinkende industriële landschap dat aan de New Jersey-oever van de Hudson ligt. Maar er is zoveel meer te zien in New Jersey dan raffinaderijen, vuilnisbelten en shopping malls. Ik heb er al heerlijk gekampeerd in de bossen, fietstochten gemaakt langs de stranden, zorgvuldig bewaarde achttiende-eeuwse dorpjes bewonderd en het hoofd geschud bij het zicht van het treurig en toch fascinerend verval van ooit bloeiende steden als Camden, Newark en Ashbury Park.

Jersey, zoals velen de staat noemen om tijd te sparen, is zo typisch Amerikaans dat het voor de Amerikanen zelf synoniem is voor een doodgewone plaats. Nochtans heeft de staat wereldberoemde zonen zoals Frank Sinatra en Bruce Springsteen voortgebracht. Ook zijn universiteiten, zoals Princeton, waar Albert Einstein doceerde, genieten wereldfaam. En van de Miss America-verkiezing hebt u ongetwijfeld ook al gehoord. “Hoe kunnen we het zomerseizoen wat langer rekken?” vroeg Atlantic City, een badstadje in New Jersey, zich in 1921 af. Een schoonheidswedstrijd voor de plaatselijke meisjes leek wel wat. Het idee sloeg aan. Tachtig jaar later is Miss America uitgegroeid tot een multimiljoenendollaronderneming waarvoor 100.000 mensen naar Atlantic City afzakken en nog eens tientallen miljoenen naar hun televisie staren.

Dankzij zijn casino’s is Atlantic City nu uitgegroeid tot het Las Vegas van de oostkust. Maar ondanks de kitscherige paleizen die Donald Trump er heeft neergezet, ziet de stad er nog steeds verbazend vervallen uit.

Het imago van New Jersey is de laatste decennia wel verbeterd. Dat dankt de staat onder meer aan Bruce Springsteen. Door met zoveel liefde te zingen over zijn proletarische plaats van afkomst heeft “the boss” de New Jerseyanen iets gegeven om trots op te zijn. De staat heeft ook meegeprofiteerd van de welvarende economie van de laatste jaren. Heel wat bedrijven hebben er hun hoofdkwartier gevestigd omdat ze dicht bij New York willen zijn zonder krankzinnige New Yorkse prijzen te betalen. Heel wat gezinnen kwamen er om dezelfde reden wonen. Overal waar je nu in New Jersey komt, in benzinestations, musea of souvenirwinkels, zie je nu postkaarten, T-shirts, posters en boeken met een New Jersey-thema. Het enige T-shirt dat ik me van vroeger herinner, droeg als opschrift: New Jersey: Only the Tough Survive (alleen de taaien overleven er). Vandaag staan er optimistische leuzen op te lezen zoals You and New Jersey, Perfect Together. Zelfs de typische ouderwetse New Jersey diner, het prefab-restaurant waar de onvermijdelijk slappe koffie en hamburgers worden opgediend, is aan een serieuze comeback bezig. De grootste diner-fabrikanten zijn in de staat gevestigd. Noodgedwongen hebben ze zich gediversifieerd, want zelfs in New Jersey is de culinaire smaak geëvolueerd. Krijgt een van de diner-fabrikanten nu toch wel een bestelling uit Duitsland voor 30 diners. Slaat de formule aan, dan willen de Duitsers de diners ook in andere Europese landen lanceren. New Jersey, coming soon to a place near you! Geen haar op mijn hoofd dat daar in 1980 aan zou gedacht hebben.

Jacqueline Goossens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content