Zestig jaar nadat de Belgische designer Jules Wabbes de beroemde Amerikaanse architect Philip Johnson ontmoette in de States, worden heel wat van zijn elegante creaties opnieuw tot leven gewekt door General Decoration, de firma die hij in 1969 zelf oprichtte.

Het een heeft met het ander te maken. In 1955 ontmoette de Brusselse meubel- en interieurontwerper de destijds al illustere Amerikaanse architect Philip Johnson, de man van The Glass House in New Canaan. Hij sprak ook af met de al even vermaarde designer Raymond Loewy en Edward Wormley, wat hem een enorme creatieve boost bezorgde. Het resultaat was dat Wabbes zijn Amerikaans getinte designstijl aanscherpte. Ook ging hij zich extra toeleggen op het ontwerpen van metalen interieurobjecten als lampen, kapstokken, vuurbokken, deurklinken en zelfs asbakken. Want hij stelde vast dat ook andere grote namen als Johnson, Arne Jacobsen of Giò Ponti, die toch een beetje zijn voorbeelden waren, zowel grote interieurensembles ontwierpen als kleine objecten. Bovendien waren zij evenzo tuk op een strak design met een artisanale toets.

JUWEELKUNSTENAAR

Ook Wabbes ging niet te werk als een industrieel designer, maar veeleer als een juweelkunstenaar met veel zin voor ambachtelijkheid en mooie materialen. Wabbes ging naast zijn meubelcollectie, tegenwoordig deels in productie bij Bulo, in de loop van de jaren vijftig volop interieuraccessoires ontwerpen waarvoor hij zelfs in 1969 een aparte firma oprichtte, General Decoration (Gede). “In tegenstelling tot wat velen denken, hield deze firma nooit op te bestaan na zijn overlijden in 1974”, legt zijn dochter Marie Ferran-Wabbes uit. “Maar in de loop van de jaren was het bedrijf nog amper actief, ook al omdat de ambachtslui die destijds samenwerkten met mijn vader ophielden.”

Door de hype van vintagedesign werd Wabbes als een van de eerste grote tenoren herontdekt eind jaren negentig. De vraag naar zijn meubelen en lampen groeide enorm, maar de vraag bleek groter dan het aanbod. Uiteindelijk werden de rechten voor de meubelen doorgespeeld aan Bulo, maar niet van de koperen en bronzen huisraad uit de collectie van Gede. Die collectie wordt nu pas nieuw leven ingeblazen door de Brusselse designantiquair Vincent Colet en Marie Ferran-Wabbes. “Wij brengen nu het hele gamma van lampen, deurklinken en zoveel andere objecten van koper, brons en staal opnieuw uit. We beginnen met een veeleer beperkt gamma dat zal worden uitgebreid. Het is immers geen sinecure om alles snel te produceren”, aldus Vincent Colet.

VAN BELGISCHE BODEM

Van veel stukken gingen de originele mallen verloren en ook de knowhow om het te maken. “Zoals voor de honingraatlampen, je houdt het niet voor mogelijk hoe ingewikkeld die in elkaar zitten”, legt Marie Ferran-Wabbes uit. “Aan de hand van allerlei archiefdocumenten en onderzoek slagen we erin om ze weer te produceren, maar het gaat om handwerk. Mijn vader was tuk op mooie materialen en ambachtelijkheid. Alles ziet er strak en modern uit, maar zit complex in elkaar.”

Bovendien wordt alles net als vroeger vervaardigd door Belgische ateliers. Het is ook niet de bedoeling om een grote productie op te zetten, we willen het best exclusief houden, aldus Vincent Colet. Ze bewijzen de designer ook een dienst, want veel van deze objecten hebben een schitterende vormgeving die best kan concurreren met wat grote tenoren destijds ontwierpen als Alvar Aalto of Poul Henningsen. Tegenwoordig groeit de markt trouwens voor exclusief design dat op kleine schaal wordt geproduceerd, deels als reactie op de overproductie van het massadesign waarmee we worden overspoeld. De Gede-collectie is vanaf nu in de handel.

Info : www.generaldecoration.com

DOOR PIET SWIMBERGHE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content