Zijn filmimago is dat van de zachtaardige onaangepaste rebel. Kassuksessen interesseren hem niet. “Ik ben het vaak niet eens met wat de samenleving voorschrijft, ” zegt Johnny Depp, voormalig tieneridool, nu advokaat van bizarre outsiders.

PATRICK DUYNSLAEGHER

Een zachtjes pratende Johnny Depp zit er wat uitgedoofd bij na enkele dagen maraton interview-sessies op het festival van Cannes waar twee van zijn films worden vertoond, “Ed Wood” en “Dead Man”.

“Mag ik ? ” vraagt Depp en reageert opgelucht dat niemand een bezwaar maakt dat hij rookt. “Wat een luxe dat ik hier zomaar een sigaret kan opsteken. In Amerika waren ze nu al hysterisch. ” De akteur zit tijdens het gesprek in het lege casino op het dak van het Carlton hotel wat onrustig op zijn stoel te schuiven. Hij draagt jeans, een T-shirt, een al wat afgesleten wildleren jekker en heeft een gestreepte zeemansmuts over zijn hoofd getrokken.

Depp werd 32 jaar geleden geboren in Kentucky uit een rusteloos gebroken gezin dat voortdurend op doorreis was. Begonnen als tienerster in de serie “21 Jump Street” (nu weer te zien op Ka 2), heeft Depp zich al vrij snel afgezet tegen het imago van mannelijke pin-up dat 20th Century Fox van hem creëerde. Anders dan zijn generatiegenoten (Keanu Reeves, Christian Slater, Brad Pitt), die allemaal vrij snel een commercieel bewuste carrière nastreefden, is hij nog altijd niet verzoend met het Hollywood van de formuleprenten en de blockbusters. De films die hij kiest, zijn opmerkelijk tegendraads. Neem nu zijn drie recentste prestaties. In “Ed Wood” (nu te zien in onze bioskopen) speelt hij de gelijknamige cult-regisseur van Z-films die er ook graag in vrouwenkleren bijliep ; in “Don Juan Demarco” (vanaf 12 juli in de bioskoop) is hij een prettig gestoorde jongen die zich de grote verleider waant en hulp krijgt van een psychiater gespeeld door Marlon Brando ; en dan is hij ook de slaperige antiheld in de spookwestern “Dead Man” (verwacht in het najaar) van avant-garde-minimalist Jim Jarmush.

Het imago uit zijn films is dat van een zachtaardige rebel. Bij het grote publiek is hij beslist minder bekend om zijn rollen van bizar-poëtische zielen in “Edward Scissorhands”, “Benny and Joon” en “What’s Eating Gilbert Grape”, dan om zijn delinkwente streken die hem zelfs een paar keer achter de tralies deden belanden. Zijn beruchtste stommiteit was toen hij vorige zomer zijn suite van het exclusieve Mark hotel in Manhattan kort en klein sloeg. Veelbesproken zijn ook zijn romantische perikelen : eerst zijn af en aan romance met Winona Ryder (zijn co-ster in “Edward Scissorhands”), nu zijn verhouding met het Engelse model Kate Moss die in ieder geval niet uitmunt in diskretie. Zo shockeerde ze de Britse natie door op Breakfast Television de in haar ogen meest romantische daad van Johnny toe te lichten : hij had het diamanten halsnoer dat hij haar cadeau deed in zijn kont verborgen.

Het meest in opspraak kwam hij toen zijn jonge maat en kollega River Phoenix aan de gevolgen van kwalijke substanties overleed op de stoep van de Viper Room, de nightclub op de Sunset Strip in Los Angeles waar Depp de eigenaar van is.

Je hebt hier in Cannes twee films in kompetitie, dan nog een op de Marché. Puur toeval, of ben je echt niet meer te stoppen ?

Johnny Depp : Sedert enkele jaren doe ik alleen de films die ik ook echt wil doen. Aan het begin van mijn filmcarrière deed ik het puur voor het geld. Ik was een muzikant en worstelend akteur en zou in alles gespeeld hebben om de huur te kunnen betalen.

Het feit dat hier drie films met mij te zien zijn, is gewoon een teken dat ik te veel gewerkt heb. Maar het zijn stuk voor stuk films die me passioneerden, waar ik me erg bij betrokken voelde en waarin ik samenwerkte met echt kreatieve regisseurs, geen klusjesmannen.

Je werkte met Martin Landau in “Ed Wood”, met Brando in “Don Juan Demarco”, met Robert Mitchum in “Dead Man”. Voel je iets speciaals als je met zulke legenden werkt ? Leer je ook iets van hen ?

Depp : Beslist. Toen ik op de middelbare school zat, vond ik dat ik er niks kon leren, gewoon omdat ik voelde dat de leraars me ook niets wilden bijbrengen. Ik werd gewoon niet gestimuleerd. Voor mij is akteren dan ook een leerproces. Ik heb echt honger om bij te leren, met zulke mensen werken is natuurlijk dé beste manier. Ik vond veel steun bij Marlon Brando, hij was echt genereus, niet alleen als kollega-akteur, maar ook als vriend. Hij gaf me voortdurend advies over het akteerwerk maar ook over die mediagekte, hoe te reageren als je door de roddelpers persoonlijk wordt aangevallen.

Natuurlijk was ik danig onder de indruk toen ik met hem ging werken, maar zodra ik hem ontmoette, waren al die mytes over Brando de legendarische akteur meteen verdwenen. Hij is de grootste akteur van deze eeuw, maar je vergeet dit meteen als je in zijn gezelschap vertoeft. Het werk was natuurlijk belangrijk, maar het is vooral de mens Brando die me is bijgebleven. Er was een band tussen ons, gebaseerd op wederzijds vertrouwen.

Je speelt vaak personages die anakronistisch of onaangepast zijn, romantici in een wereld die helemaal niet romantisch is. Kies je er bewust dit soort rollen uit ?

Depp : Het begon allemaal met “Cry Baby” van John Waters. In die film drijf ik de spot met het heroïsche imago dat Fox Television had gecreëerd om mij als hun produkt te verkopen. Het was mijn manier om terug te slaan en tegen de stroom in te gaan. Sindsdien kies ik personages met wie ik me verwant voel. Er moet een konnektie zijn. Ik ben het vaak niet eens met wat de samenleving dikteert ; wie heeft de waarheid in pacht over wat normaal en abnormaal is ? Wie verkeert in de positie dat hij mag oordelen wie een rare snuiter is of wie er bij mag horen ? Als ik één boodschap heb is het deze : wees alsjeblieft jezelf, volg de leider niet maar plavei je eigen weg. Dat hebben al mijn personages met elkaar gemeen.

Vaak zijn het ook gewonde mensen die door het leven werden verraden en beschadigd ?

Depp : De rollen die me interesseren zijn deze van mensen die uitgesloten worden door de zogeheten normale samenleving : de outcasts, de marginalen, de rare snuiters. Van toen ik nog heel jong was, kon ik me met deze figuren vereenzelvigen. In elk personage dat je speelt, zit een stukje van jezelf, dat moet wel, zoniet akteer je niet, maar lieg je.

Het is niet dat ik me anders voel, ik voel me zoals iedereen. Maar sommigen hebben het alleen moeilijk om toe te geven dat ze zich raar of onzeker voelen, dat ze zich niet altijd lekker voelen in hun huid. Ik zie deze personages trouwens niet als passieve slachtoffers maar als mensen die een aparte gave bezitten en door de samenleving onheus worden behandeld.

In je twee films van Tim Burton, “Edward Scissorhands” en “Ed Wood”, speel je extreem zonderlinge jongens. Je ziet er nochtans zelf een gewone kerel uit.

Depp : Wees gerust : ik heb wel degelijk mijn excentrieke trekjes. Ik ben altijd gefascineerd geweest door het absurde, door zaken die je stimuleren, die je doen nadenken, in plaats van die fast food mentaliteit. Ik voel me aangetrokken door mensen die zich op het randje bewegen van het geniale en het waanzinnige. Mijn helden waren altijd antihelden : Rimbaud, Van Gogh, Jack Kerouac.

Edward Scissorhands is een personage naar mijn hart : een marginaal, iemand die het echt goed bedoelt maar onhandig is. Voor velen heeft hij iets monsterlijks, maar hij is een dichter en een outsider. Ik geleek erg op Edward Scissorhands en hoop dat ik nog een beetje op hem gelijk.

Ed Wood zie ik zeker niet als de slechtste regisseur aller tijden. Ik hield van sommige van zijn films, zoals “Plan 9 from Outer Space” en “Glen or Glenda”. Begin van de jaren ’50 deed hij dingen in zijn films die toen bespot werden maar die zouden toegejuicht worden mocht men ze in de jaren tachtig gezien hebben in een film van David Lynch. Ik bewonder hem ook omdat hij het nooit opgaf, altijd is blijven dromen, ondanks alle vernederingen en tegenslagen die hij inkasseerde. Ik vind zijn entoesiasme erg ontroerend.

Hoe was het om in vrouwenkleren rond te lopen ?

Depp : Ik vond het allesbehalve komfortabel om pruiken en korsetten te dragen, op hoge hakken te lopen. Toen ik me voor ’t eerst in de spiegel zag, dacht ik : wat een lelijk wijf ! Dankzij die rol heb ik in ieder geval meer respekt gekregen voor vrouwen ik ondervond aan den lijve wat zij elke dag doormaken en vooral ook voor travestieten. Als man in vrouwenkleren moet je toch iets wegmoffelen, en soms deed het knellen echt pijn. Om me op de rol voor te bereiden, droeg ik een tijdje lang ook thuis vrouwenkousen, jarretelles, beha’s, jurken. Mijn vrienden vonden het een beetje raar, maar mijn vriendin wist het wel te appreciëren.

Je bent vaak het mikpunt van de roddelbladen. Welke invloed heeft dat op je leven ?

Depp : Het is best mogelijk om je eigen leven te leiden. Tot nog toe viel het nog best mee. Natuurlijk zijn er momenten dat ik me aangevallen voel, ben ik het beu dat de roddelpers in mijn privé-leven gaat wroeten. Een tijdlang kon ik me daar echt boos in maken. Ik was voortdurend op mijn hoede, klaar om in de tegenaanval te gaan. Intussen ben ik het gewoon geworden. Ik wil ook niet tot die akteurs behoren die altijd zeggen : mijn privé-leven is alleen van mij en gaat niemand aan, want uiteindelijk is ook dat altijd hetzelfde refrein. Het is natuurlijk mijn zaak… maar je zou kunnen zeggen, dat ik ermee heb leren leven dat ook anderen er belang in stellen. Vandaar dat het me ook niet zoveel meer kan schelen wat ze over mij schrijven.

Maar is je marktwaarde als akteur niet afhankelijk van alles wat er over je persoon wordt verteld ?

Depp : Jawel, maar marktwaarde van een ster, wat die term ook moge betekenen, is mijn zaak niet. Daarvoor doe ik het niet. Ik geef geen moer om de box-office resultaten, ben niet echt bekommerd om mijn imago, heb me nooit anders voorgedaan dan ik ben. Ik wil gewoon mezelf zijn. We zijn allemaal op deze planeet gezet met de garantie dat we een individu zijn. Nu moeten we er zelf maar over waken dat we dit voor niets ter wereld prijsgeven.

Ben je bereid om je voor een of andere politieke zaak te engageren ?

Depp : Hangt echt af van de zaak in kwestie. Ik ben niet een van die jongens die overal campagne voor voert. Ik ben voldoende skeptisch om bijvoorbeeld te beseffen dat er altijd iets verdachts is aan een organizatie, hoe idealistisch ook, die gesteund wordt door een bedrijf.

Daarom help ik liever op een direkte, konkrete manier. Vooral kinderen. Zo is er een organizatie, de “Make a Wish” stichting, die iets doet voor terminale patiëntjes. Voor deze kinderen wil ik wel iets doen, dat heeft voor mij prioriteit op elke politieke kruistocht.

Vind je dat een akteur zich nuttig maakt in de samenleving ?

Depp : Ik loop niet zo hoog op met het beroep van akteur, vind er zelf niets biezonders aan. Behalve dan dat het me de kans biedt om op een heel bescheiden niveau de mensen te helpen in een samenleving die ontzettend cynisch is geworden. Je moet maar rondom je kijken om te zien hoe vreselijk het is : er is al geweld onder schooljongens, er worden drugs verkocht op school, mensen zijn kennelijk tot alles bereid om te ontsnappen aan de routine en de verschrikkelijke dingen die ze meemaken. Als ik op een of andere manier, hoe gering ook, wat plezier kan schenken, dan heb ik mijn job gedaan. Dat kompenseert ruimschoots alle negatieve zaken die ze over mij uitbazuinen.

Alleen vind ik het toch onvoorstelbaar hoe veel aandacht een akteur krijgt als hij zich niet gedraagt. Dat incident in dat hotel in New York werd in de “Washington Post” even breed uitgesmeerd als de situatie in Haïti. Er lopen te veel profiteurs rond van andermans ongeluk, en tot op zekere hoogte hebben we er allemaal schuld aan.

Maar jij hebt toch een grote verantwoordelijkheid. Of we dat nu leuk vinden of niet : akteurs worden als rolmoddelen beschouwd. Als River Phoenix sterft in jouw klub, is dat een zware ontgoocheling voor al die mensen die hun dromen in hem projekteerden.

Depp : Hé, ik ben maar een akteur, ik vind niet dat je naar ons moet komen voor advies, we zijn ook maar mensen. River was een ontzettend begaafde jongen met een hart van goud, een akteur met een beloftevolle toekomst… hopelijk zullen kids ook de lessen trekken uit zijn tragische dood. Zullen ze leren dat je met drugs altijd aan het kortste eind trekt.

Ik was er zelf ondersteboven van, maar heb mezelf niets te verwijten. Wat er met River is voorgevallen, moest vroeg of laat gebeuren. Het had ook bij hem thuis kunnen gebeuren, in de auto of op straat. Het toeval wil dat het voor mijn klub is gebeurd.

Leonardo Di Caprio, die je jongere broertje speelde in “What’s Eating Gilbert Grape ? “, wordt de nieuwe River Phoenix genoemd. Vind je dat ook ?

Depp : Ik denk dat niemand de nieuwe wie dan ook is, we zijn allemaal uniek. Maar ik zie Leonardo als een opkomend akteur met een grote toekomst. Geweldig talent. Hij moet nu ongeveer 19 zijn, dat maakt je natuurlijk bezorgd om hem. Want het is hard als je plotseling het middelpunt wordt van die hele mediahysterie. Het is moeilijk om ermee om te gaan. Je geraakt makkelijk in de war, en om eraan te ontsnappen, grijp je dan soms naar kunstmatige middelen. Zo begint het vaak… Maar ik denk we ons geen zorgen hoeven te maken over Leonardo. Hij heeft ten eerste schitterende ouders wat River ook had trouwens. Je kan alleen maar hopen dat deze jongelui niet dezelfde fouten begaan.

Hoe leuk was het om een echte western te doen ?

Depp : Het is natuurlijk de droom van iedere adolescent om cowboy en Indiaantje te spelen. Maar mijn personage in “Dead Man” was oorspronkelijk niet echt een cowboy-type. Hij maakt een metamorfoze door en wordt geforceerd om naar de wapens te grijpen, hij leert doden om te overleven, niet uit plezier.

Ik durf het bijna niet toegeven, omdat het zo anti-Amerikaans klinkt, maar ik heb bijvoorbeeld nooit echt opgelopen met iemand als John Wayne, toch de koning van het western-genre. Ik herinner me dat hij cool was in de fragmenten die ik zag uit “True Grit”, maar voor de rest was hij zo’n ontzettende rechtse zak dat ik me nooit met zijn personages kon vereenzelvigen. Ik vond het altijd moeilijk om zijn politieke ideeën los te zien van de karakters die hij speelde. Hij maakte ooit een plaat, “My America”, of iets in die aard, waar je gewoon misselijk van wordt. Ik luister nog liever achterstevoren naar de Beatles.

Is dat niet het dilemma van elke akteur, dat het publiek altijd rekening houdt met hun persoon om hun werk te beoordelen ?

Depp : Inderdaad, het spijtige is dat het persoonlijke vlak nu alle aandacht krijgt die normaal naar je werk zou moeten gaan. Mensen zijn nu veel meer geïnteresseerd en gefascineerd door wie je bent, en vooral door de meest triviale persoonlijke details.

Was akteren een kinderdroom ? Was het een roeping ?

Depp : Zo lang ik me kan herinneren, was ik tuk op gedaantewisselingen. Als kind was ik gefascineerd door reizen in de tijd, terugkeren in het verleden en de plaats van een ander innemen. Dat is waarschijnlijk zeer gewoon en universeel bij kinderen. Als kind wilde ik geen akteur worden, maar impersonator, ik wilde mensen nabootsen. Maar weet je, ik had veel dromen in mijn kindertijd : de ene dag wilde ik Bruce Lee zijn, de andere wilde ik bij het antiterreur-interventieteam gaan. Ik was biezonder gefascineerd door Buster Keaton, Charlie Chaplin en de Riddler uit de Batman-serial.

Later wilde ik het maken als rockmuzikant. Ik had een groep gevormd, The Kids, en we waren naar Los Angeles afgereisd om er optredens te doen en een platenkontrakt te versieren. Daar kwam allemaal niets van in huis. Een vriend van mij, Nicolas Cage, wist me te overtuigen om mijn kans te wagen als akteur ik zag dat toen nog als geld verdienen met gekke bekken trekken. Zijn agent wist me een klein rolletje te versieren in “Nightmare on Elm Street”. Zo is het allemaal begonnen, zonder dat ik echt had besloten om bij de film te gaan.

Johnny Depp als Ed Wood, de cult-regisseur van Z-films die er graag in vrouwenkleren bijliep.Als ik één boodschapheb, is het dit :wees jezelf, volgde leider niet, maarplavei je eigen weg.Dat hebben almijn personagesmet elkaar gemeen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content