Pijn gaat over, wratten verschrompelen, faalangst neemt af, slapeloosheid verdwijnt. Hypnotherapie zoekt een plaats in het rijtje alternatieve medische behandelingen die de huisarts je kan aanbieden.

Marianne Meire

In de wachtkamer hangt een poster met het woord hypnose en daaronder een lijstje gezondheidsproblemen. Wie z’n beurt afwacht voor een gesprek met de arts over pijn, examenvrees, overgewicht, bedplassen, nagelbijten, faalangst, slapeloosheid, zenuwen, stoppen met roken, hyperventilatie en stress, wordt uitgenodigd om het ook even over de boeg van de hypnotherapie te gooien. Dit is de wachtzaal van dokter Jan Hendrickx, bestuurslid van de Vlaamse Vereniging voor Autogene Training en Hypnotherapie. Zeg maar één van de Vlaamse pioniers die hypnotherapie in de huisartsenpraktijk integreren. En niet zonder resultaat.

De therapeuten hebben nog geen echte consensus bereikt over wat er nu eigenlijk tijdens hypnose gebeurt. Het is zeker geen slaaptoestand, en het heeft evenmin iets met het paranormale te maken. Iemand brengt iemand anders in trance, dat zie je zo. Maar wat gebeurt in het brein van een gehypnotiseerde ? Met elektro-encefalografie, waarbij de activiteit van de schors van de grote hersenen wordt gemeten, wordt tijdens hypnose een verschuiving van de dominantie in de hersenhelften vastgesteld. Meer bepaald een verschuiving van de linkerhelft die instaat voor het bewuste, rationele handelen en het logisch denken, naar de rechterhersenhelft die eerder verantwoordelijk is voor het onbewuste, irrationele handelen en voor de verbeelding. Hypnotische trance is een toestand van bijzondere concentratie met een verminderde aandacht voor de buitenwereld. Storende geluiden worden niet langer waargenomen. De gedachten dwalen niet af maar volgen rustig de gekozen draad. Er zijn ook duidelijk meetbare lichamelijke effecten. De ademhaling wordt rustig en dieper, de hartslag vertraagt, de ledematen worden warmer en/of zwaarder door de ontspanning van de spieren, en er ontstaat een algemeen gevoel van welbehagen.

De kritische patiënt vraagt zich meteen af wat je hiermee kunt bereiken. Heel veel zo te zien. Hypnotherapie zou wel eens het antwoord op heel wat ziektebeelden kunnen zijn, die worden veroorzaakt door die curieuze eigenschap van mensen om zichzelf in een knoop te werken. Neem stress. Op zich is stress geen ziekte maar een toestand die we ons grotendeels zelf aandoen. Je kan er ziek van worden, dat wel. Doordat hypnose inwerkt op het visueel voorstellingsvermogen, op creativiteit en op de capaciteit om problemen op te lossen, zijn gestresseerde mensen eenmaal ze in trance zijn, in staat om zelf te ontdekken waarmee hun klachten te maken hebben. Ze krijgen een andere, een ongedwongen kijk op hun problemen en zien tegelijkertijd nieuwe mogelijkheden om ze op te lossen. Dit veronderstelt echter wel dat dit vermogen om problemen op te lossen in de persoon aanwezig is.

Waarom dit ook echt werkt, weet op dit ogenblik niemand. Er wordt aangenomen dat tijdens hypnose de logische, lineair werkende linkerhelft op de achtergrond treedt, zodat de rechterhelft de kans krijgt om haar vermogen tot verbeelding, dimensioneel denken en synthese optimaal te benutten. Dit betekent dat de gehypnotiseerde verbanden kan leggen die wellicht niet mogelijk zijn als hij in zijn normale wakkere, alerte en gestresseerde doen is. Dit veronderstelt wel een zekere intelligentie, want oplossingen voor problemen vallen niet uit de lucht. Het is dus niet waar dat hypnose alleen werkt bij goedgelovige mensen. Een persoon in trance heeft de touwtjes zelf in handen. De therapeut kan suggesties doen, verbanden leggen die de ander misschien over het hoofd ziet, en tijdens de trance fungeren als een soort gids. Maar het resultaat ontstaat uit de creativiteit van de gehypnotiseerde zelf.

Om een trance te bereiken, bestaan er verschillende technieken, maar er komen zeker geen magische krachten aan te pas.

Dr. Hendrickx : ?Ik vraag de mensen om naar mij te luisteren. Doordat zij zich op mijn verhaal concentreren, valt al de rest weg. Ze denken niet langer aan het eten dat straks moet worden klaargemaakt, of aan de stapels werk die wachten. Hun aandacht is volledig op één punt gericht, als in een soort tunnelconcentratie, waardoor er een grote ontspanning, een diepe relaxatie ontstaat.?

Toch is trance meer dan relaxatie. Er bestaan in de medische wereld andere therapieën die relaxatie bewerkstelligen, maar elektrofysiologisch bereik je daarmee niet hetzelfde resultaat als met hypnose. Met gewone suggestie evenmin. Een Amerikaanse studie (1992) heeft het mogelijk gemaakt de resultaten van hypnose, gewone suggestie en relaxatie met elkaar te vergelijken. Er werd aan de deelnemers gesuggereerd dat het aantal van een bepaald type witte bloedcellen die instaan voor de afweer, in hun lichaam zou toenemen. Enkel bij de hypnosegroep was er ook effectief een toename van deze bloedcellen. Bloedproeven bewezen dat.

In principe is iedereen hypnotiseerbaar, al zijn er gradaties : 15 % van de mensen is heel geschikt, 15 % weinig. Daartussen zitten de middenmoters. De capaciteit om in trance te gaan, is eigenlijk een vaardigheid, een talent zoals zingen of tekenen. Je kunt het oefenen. Toch staat niet iedereen open voor hypnotherapie. Veel mensen hebben grote bezwaren, meestal uit onwetendheid, ongeloof maar vooral uit angst voor het verlies van controle. Voor die vooroordelen zorgen Rasti Rostelli en collega’s. Zij creëren vooral het beeld dat iemand onder hypnose overgeleverd is aan de wil van de hypnotiseur, in casu zelfs de therapeut of arts.

Dr. Hendrickx : ?Strikt genomen is dat op het podium van een theater ook wel zo. Rasti Rostelli weet perfect hoe hij de 15 % hoog hypnotiseerbare mensen uit de vrijwilligers moet halen en hij kan die daarna de meest gekke dingen laten doen. Maar vrijwilligers zijn al extraverte personen. Zij vinden het niet erg om een plassende hond te spelen. Ik moet patiënten er vaak van overtuigen dat zij de situatie zelf voor 100 % controleren. Ik doe niets, ik toon alleen hoe ze dingen kunnen bereiken, hoe ze zich kunnen ontspannen of hoe ze zich van hun pijn of angstgevoelens kunnen ontdoen. Ik kan niemand iets laten doen tegen zijn of haar wil. Indien ik dat zou proberen, dan zou hij of zij ogenblikkelijk uit trance komen. Iedereen heeft die veiligheidsklep. Dat er op het podium bij Rasti Rostelli nooit iemand uit trance komt, is gewoon omdat die mensen in zijn spelletjes helemaal geen graten zien.?

Het voorstellingsvermogen dat bij hypnotherapie een belangrijke voorwaarde is, is in hoge mate aanwezig bij kinderen. Zij lenen zich dan ook zeer tot hypnose. Jan Hendrickx behandelt bijvoorbeeld kinderen die bedwateren of sukkelen met wratten.

?De kracht van de verbeelding is zeer sterk. We werken met fantasieën, met metaforen. Bij volwassenen stellen we die realistischer of minder fantastisch voor dan bij kinderen. Bij kinderen zowel als bij volwassenen probeer ik eerst te ontdekken waar ze mee bezig zijn, wat hen boeit, wat hun angsten zijn. Tegen een volwassene die bedwatert, begin ik niet over kabouters die ’s nacht in zijn blaas het gaatje zullen dichtknijpen om te vermijden dat er weer een lek is. Bij een kind kan dit wel. Kinderen hebben helden die ik als het ware ter hulp roep om een probleem op te lossen. Zo kan je bijvoorbeeld spectaculaire resultaten bereiken met kinderen met wratten. Ik behandel momenteel een jongetje, maar het lijkt niet meteen te lukken. Het broertje daarentegen is van zijn wratten verlost nadat zijn moeder hem suggereerde dat zijn collectie Ninja Turtles ze maar eens moesten weghalen. Zij had die metafoor gewoon bedacht nadat zij hier samen met haar andere zoon een sessie had meegemaakt.?

De huisarts-hypnotherapeut krijgt twee soorten patiënten over de vloer. De eerste zijn mensen die doorverwezen zijn en weten wat ze kunnen verwachten. De tweede zijn de eigen patiënten bij wie de arts-therapeut hypnose ter sprake brengt als een alternatief voor een probleem, waarvoor ze al alles hebben geprobeerd. Dikwijls is dat hoofdpijn of andere spanningspijn.

Dr. Hendrickx : ?Van de mensen die ik ken, weet ik waar hun problemen en noden liggen. Met de eerste groep moet ik nog een relatie opbouwen, want ik weet niet wat hen boeit of angst inboezemt. Daar is een verkennend gesprek nodig om te weten wat aanslaat en wat niet. Ik laat tijdens een soort ontdekkende sessie de mensen altijd eerst relaxeren, een aantal prettige dingen meemaken. Ik laat ze in trance, door het bereiken van een concentratietoestand, bijvoorbeeld een tocht op een zeilboot maken, inclusief geuren, geluiden, en beelden. Achteraf vraag ik hoe ze dat hebben beleefd. Sommigen hoorden de zee, anderen hebben ook iets geroken. Er zijn er die niets zien of horen maar die wel zeer intens het aangename gevoel hebben van op een zeilboot te zitten. Bij die mensen werk ik eerder verder op het gevoel dan op het visuele, auditieve.?

Hypnotherapie impliceert een leerproces. Eer de arts-therapeut echt aan de therapie begint, heeft hij of zij de patiënt tussen een- en driemaal gezien. Al zijn er ook therapeuten die meteen aan de slag gaan.

Dr. Hendrickx : ?Sommige patiënten leren het meteen, anderen hebben meerdere verkennende sessies nodig. Als therapeut merk je snel of je de volgende sessie met iemand zal kunnen werken. Wanneer dat punt is bereikt, wanneer de patiënt therapeutisch is voorbereid, kan ik het probleem aanpakken.?

Op de poster in de wachtkamer staat ook nagelbijten. Een concreter voorbeeld bestaat er niet, en wij willen wel eens weten hoe je er van verlost raakt door de kracht van je verbeelding.

Dr. Hendrickx : ?Een goede hypnotherapie is op maat gemaakt. Je kan moeilijk één standaardsessie in stukjes hakken en die op allerlei patiënten en hun problemen gaan toepassen. Ik onderzoek eerst waarom die persoon nagelbijt. Is het een reactie op stress, dan zal ik hem of haar leren om met stress en externe druk om te gaan. Ik suggereer dat hij of zij in stresssituaties anders kan reageren dan met nagelbijten. Ik leer niets anders dan een copingtechniek, die daarna onbewust wordt toegepast in moeilijke situaties. Ik leg een anker bij die persoon, zodat een bepaalde situatie als het ware een relais inschakelt : een tierende baas zal daardoor in plaats van angst en nagelbijten een ontspannen gevoel geven. Doordat de aandacht wordt afgeleid van de stresserende situatie, is nagelbijten niet meer nodig. Het is simplistisch voorgesteld, maar daar komt het op neer. Daarom moet ik wel eerst weten waarom of waardoor iemand nagelbijt.?

Ook tics kunnen met hypnose worden weggewerkt, tenminste als ze geen neurologische oorzaak hebben. De arts-therapeut moet altijd eerst met zekerheid weten of er geen lichamelijke oorzaken achter een bepaald symptoom schuilgaan. Bedwateren kan ook het gevolg zijn van een zuiver urologische afwijking. Van elk probleem waarmee patiënten bij de huisarts komen, moet die eerst de oorzaak zoeken. Je kiest niet zomaar voor hypnose. De meeste ziekten zijn trouwens niet geschikt voor een behandeling met hypnotherapie. Die zijn misschien wel vatbaar voor medicijnen, maar niet voor suggestie. Zo zal een tumor niet verdwijnen met hypnose, al kun je wel proberen om de hoofdpijn die er het gevolg van is met hypnose positief te beïnvloeden. Spanningshoofdpijn laat zich dan wel weer veel gemakkelijker behandelen. Het is trouwens verbazend hoeveel lichamelijke verschijnselen een psychische ondertoon hebben.

Dr. Hendrickx : ?Als therapeut maak je een plan van hoe je een persoon wil benaderen en hoe je zijn probleem aanpakt. Iemand die nagelbijt is gefixeerd op zijn nagels. Daar bereik je meer door de aandacht van die nagels af te leiden, dan met de suggestie ‘en nu gaat u nooit meer nagelbijten’. Ook mensen met pijn kun je afleiden door bijvoorbeeld een minder erge pijn te suggereren. Je kunt hoofdpijn afleiden naar pijn in een hand. Na jaren geplaagd te zijn met tergende hoofdpijn is die mens daar al aardig mee geholpen. Daarna kun je zijn pijn steeds kleiner en kleiner laten worden. Van hoofd naar hand, van hand naar vinger, van vinger naar helemaal weg. Met hypnose kun je ook de ervaring van pijn verkorten. Iemand die in bepaalde spanningstoestanden hoofdpijn krijgt die een paar uur aanhoudt, kun je helpen met tijdsdistortie : een uur hevige hoofdpijn terugbrengen tot een aantal minuten pijn. Dat is ook al veel waard. Je werkt dus op verschillende niveaus : aandacht afleiden via relaxatie, inkorten van tijdsbesef, pijn transformeren naar een ander deel. Sommige mensen geven zelf het antwoord. Die zeggen : ‘Dokter ik heb al jaren hoofdpijn, moest het nu mijn duim zijn, ik zou er niks van maken… ‘ Wel, als je dat kunt realiseren, heb je toch iets bereikt.?

Jan Hendrickx behandelt ook sommige huidproblemen, al ?vind je weinig mensen die bereid zijn om hun zalfjes weg te gooien om het eens met hypnose te proberen?. Een sterke corticoïdezalf geeft onmiddellijk resultaat bij eczema. Hypnotherapie daarentegen is een leerproces, en het vraagt tijd. De resultaten komen pas na een tijd. Het aantal sessies is moeilijk in te schatten. Soms verdwijnen de klachten al na een paar gesprekken, andere problemen vragen meer tijd. Er bestaat geen gestandaardiseerde aanpak, maar mensen met verbeelding kunnen zeer veel bereiken met hypnose. Anderzijds zijn er mensen die helemaal niet reageren. Dr. Hendrickx : ?Dan moet je stoppen. Zelfs al weet je niet meteen waarom het niet lukt.?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content