De woning van Britt Crepain en Stefan Spaens is een hedendaagse traptoren, met dieptezichten, veel licht en warme tinten. Helemaal boven ontdek je een schitterende woonruimte en een verrassend dakterras.

Het is niet evident om een luchtige rijtjeswoning te creëren op een smal perceel in een nauwe straat, weten de ontwerpers, architect Stefan Spaens en interieurarchitect Britt Crepain. “Bovendien is het onze eigen woning en daarvan wil je echt iets maken, dus denk je heel diep na, durf je wel eens te aarzelen en ga je ook soms in de clinch met elkaar”, zegt Britt. Maar een creatieve dialoog werkt inspirerend. “Over sommige dingen ga je dan hevig discussiëren, maar over andere, eigenlijk fundamentele oplossingen waren we het meteen eens. Op een dag dachten we na over de voorgevel, gingen beiden apart ontwerpen en stelden we vast dat we dezelfde oplossing vonden”, vult Stefan aan.

De gevel kreeg een asymmetrisch profiel, met een duidelijke hoek, waardoor je in de straat kunt kijken. “We waren het er al van het begin over eens dat de gevel een soort erker moest krijgen. Eerst dachten we aan uitspringende dozen op elk verdiep, maar dat zou druk worden. Nadien kwam het idee van het schuine vlak, waardoor we gemakkelijk naar buiten konden kijken. Wat we trouwens echt veel doen. Op die manier ontsnappen we ook een beetje aan de mastodont van een gevel van onze overbuur”, aldus Stefan.

Het pand ligt in de Aalmoezenierstraat, een zijstraat van de Nationalestraat, in het modehart van Antwerpen. In de straat staan er vrij veel krotten en smaakloos opgeknapte woningen. Het pand van Britt en Stefan vervangt een bouwvallige krotwoning van vier meter breed. Niet alleen de geringe breedte vormt een probleem, ook de diepte van de woningen en het feit dat de meeste geen tuin hebben.

“Dus kamp je hier met te weinig lichtinval”, gaat Britt verder, “en we wilden dat nu juist vermijden. We wensten een klare woning.” De woning is, met de kelder inbegrepen, liefst zeven bouwlagen hoog. Dat verklaart waarom de trap honderd treden telt en er een lift kwam. Als je zo’n hoog pand gewoon netjes per niveau indeelt, dan wordt elke verdieping een schoenendoos die in het midden donker is. “Daarom hadden we algauw het idee om te werken met splitlevels. Ik ben trouwens opgegroeid in zo’n woning, ontworpen door mijn vader ( JoCrepain), en weet daarvan niet alleen de ruimtelijkheid te appreciëren, maar ook de dieptezichten, het licht en de verbondenheid tussen de kamers. Je kunt moeiteloos met elkaar communiceren, wat zorgt voor extra leefkwaliteit”, aldus Britt.

Een rits tot boven

De plafonds zijn maar 2,6 meter hoog, maar door het splitlevel is het achterhuis, het deel achter de trap, wel dubbel zo hoog. De trap loopt als een ritssluiting door de woning. “De trap kreeg trouwens een uitgesproken constructieve afwerking met ruw beton, als contrast met de gave PU-gietvloer ( polyurethaan). Ook voor de badkamer hebben we die gietvloer gebruikt en zelfs doorgetrokken tot op de wanden en het plafond, omdat we geen tegels wensten”, legt Stefan uit.

De woning zit vol maatwerk. Als interieur-architect houdt Britt ervan om niet enkel de detaillering te verfijnen, maar ook de functionaliteit : “Dit is een compact huis. We moesten goed nadenken om alles een plaats te geven. Er is geen ruimte over. We werkten vooral met vast meubilair. Het toilet zit zelfs verstopt achter een bibliotheek die opendraait. Dat is natuurlijk een kunstwerkje van schrijnwerkerij, want evident is het niet om een zware deur te laten pivoteren.”

Voor al het houtwerk werd berk gebruikt. De materialen komen overal in de woning terug, precies om de eenheid van de architectuur te versterken. Het vaste meubilair maakt ook helemaal deel uit van de architectuur. “Voor de kleuren vonden we onze inspiratie op het strand van Saintes-Marie-de-la-Mère, waar we ooit stokjes opraapten met een prachtige goudgrijze tint”, vertelt Britt. “We wilden trouwens warme tinten en combineerden daarom het ruwe beton met de zachte kleur van de natuurlijke kalkpleister.”

De zeven bouwlagen hebben elk een functie : berging in de kelder, een polyvalente ruimte gelijkvloers, de slaapkamer op de eerste, het bureau op de tweede, de keuken op de derde en de living op de vierde verdieping. Op de splitlevels vind je dan nog een kinderkamer, een gastenkamer, een bibliotheek en een eetruimte. De twee bovenste niveaus zijn spectaculair.

De woonruimte is voorzien van schuine vensters die je kunt openen – ook al een vernuftige kunstwerk – en heeft iets van een cockpit. Helemaal boven heb je over twee niveaus een schitterend dakterras, opgevat als een heuse belvedère met uitzicht over heel Antwerpen. Normaal vang je vanuit zo’n smal pand geen glimp op van de buitenwereld. “Hier kijken we constant naar buiten”, zegt Britt.

Voor info : mail@csdarchitecten.be

Door Piet Swimberghe Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content