WE STAPPEN DOOR TURIJN MET TWEE ONTWERPERS VAN BLITSE BOLIDES, CARLO MOLLINO EN LOWIE VERMEERSCH. DE EERSTE IS EEN HISTORISCHE DESIGNER EN VERMEERSCH IS DE NIEUWE CURATOR VAN INTERIEUR 2012 : GOED VOOR EEN TOCHT VOL ARCHITECTUUR EN MOBILITEIT.

Meubelen, mobiliteit en automobilia, de drie begrippen waar autodesigner Lowie Vermeersch mee opstaat en mee gaat slapen. Vanaf 2007 leidde hij bij het wereldberoemde Pininfarina in Turijn een team van honderd auto-ontwerpers en ingenieurs. In 2011 startte hij in Turijn zijn eigen ontwerpbureau op, Granstudio. Hij blijft auto’s ontwerpen, maar sinds vorig jaar combineert hij die job met het voorzitterschap van de Stichting Interieur. Vermeersch wordt bovendien de curator van de designbiënnale Interieur 2012 in Kortrijk. Omdat hij ruim twaalf jaar in Turijn woont, vroegen we hem om samen een tocht door de stad te maken. Hoewel Lowie Vermeersch houdt van de klassieke straten en pleinen en evenzeer de koninklijke kunstcollecties van de stad waardeert, kiest hij vandaag voor een originelere invalshoek. We bezoeken Turijn in de voetsporen van Carlo Mollino, de legendarische meubelontwerper, fotograaf en autodesigner.

“Turijn is natuurlijk beroemd voor zijn stijlvolle en oude koffiehuizen, die ik weleens bezoek, maar laten we afspreken op een minder bekende plek, waar de lokale bevolking en de kunstenaars komen : het leescafé Mood (Via Cesare Battisti), nabij het Egyptisch Museum”, stelt onze gelegenheidsgids voor. Hij woont vlakbij en komt hier ’s morgens ontbijten. “Dit moderne koffiehuis met boekhandel is een ideale combinatie. Turijn is behalve autostad ook boekenstad, er zijn hier veel uitgeverijen en drukkerijen actief”, vertelt Lowie. “Ik vertoef graag tussen de mensen en loop veel in de stad rond, zo observeer ik hoe men leeft. Dat is voor een designer zo belangrijk. Het is zelfs interessant voor wie auto’s ontwerpt. Want ik denk niet alleen aan de auto op zich, maar ook aan de mobiliteit die hier in amper tien jaar volledig is veranderd. Toen stond de stad nog vol wagens, nu is het centrum weer van de voetgangers. Op alle pleinen kun je eten of valt er iets te beleven. De levenskwaliteit is enorm verbeterd. Ik heb een dubbele relatie met auto’s, ik ontwerp ze, maar wil ook dat ze deels verdwijnen en vermoed dat we in de toekomst voertuigen zullen bouwen die beter samenleven met de mensen. Nu zijn het tanks zonder grote ramen, straks worden ze transparant, licht en ecologisch. Met lichte auto’s rijd je voorzichtiger en door grote vensters heb je oogcontact met de voetgangers, waardoor je vanzelf afremt. Het is dus van belang dat je als designer niet achter je computer blijft zitten, maar rondloopt, want zo leer je ontzettend veel bij.”

TEATRO REGIO

Na onze eerste koffie leidt Lowie Vermeersch ons naar het nabijgelegen Teatro Regio, zowat de belangrijkste architectuurrealisatie van Carlo Mollino. Het is meteen ook zijn laatste gebouw, opgetrokken tussen 1965 en ’73. Het ligt tegenover het stadskasteel, maar achter een klassieke gevel en heeft eigenlijk niets te maken met de rechte neoklassieke stijl van de stad. “Het Teatro Regio is puur organische architectuur, met als grondplan een vrouwenlichaam. De eivormige zaal situeerde Mollino bovendien op de meest intieme plek”, legt Paola Giunti glimlachend uit, communicatiedirecteur van dit kunstpaleis. “Het gebouw is door en door vrouwelijk en de aankleding met roodroze vloertapijten en veel spiegels maakt er bovendien een intieme boudoir van, helemaal zoals Mollino dat leuk vond. Vergeet niet dat hij van hoeren hield en destijds de beau monde graag choqueerde door deze dames zelfs op exquise feestjes mee te nemen.”

Lowie Vermeersch is helemaal weg van de prachtige hal en foyer. “De imposante, betonnen trappen die door de ruimte wervelen zijn uniek. Dat is echt organische architectuur, die zoveel minder gekunsteld is dan wat Zaha Hadid bouwt, zoveel eerlijker ook, want de structuur is functioneel, elke balk steunt.” Wie Turijn bezoekt, moet beslist een voorstelling reserveren in het Teatro Regio, ook al versta je jota van de voorstelling, dan nog kun je genieten van dit sublieme gebouw met zijn erotisch getinte architectuur.

Vervolgens stappen we dwars door de stad naar het volgende gebouw van Mollino, de Kamer van Koophandel. Lowie leidt ons door verscheidene overdekte, historische passages, zoals de Galleria Subalpina tussen de Piazza Castello en de Piazza Carlo Alberto, een parel uit de negentiende eeuw met prachtige winkels. “Heerlijk om even door te stappen. Je kunt overal boekhandels induiken, een koffie drinken in een prachtig interieur of een cinema bezoeken. In deze galerij zijn er nog tal van kleine, artistieke cinema’s die heel veel succes hebben. Vergeet ook niet dat Turijn de filmstad van Italië is.” Daarna lopen we voorbij het Egyptische Museum, aan de Piazza Carignano, waar het beroemdste historische restaurant van de stad ligt, Del Cambio, opgericht rond 1750. Hier dineerden beroemde operazangers naast koningen en vrijheidsstrijders. Het is een van de ontelbare culinaire instellingen waarvan het decor quasi onaangeroerd bleef. Hoe komt het toch dat in ons land alles om de haverklap wordt vernieuwd en oude decors snel verdwijnen, terwijl Italianen het net leuk vinden om alles te bewaren ? “Hier is het gevoel voor traditie sterker. De decors overleven zelfs oorlogen. Dat komt doordat Italianen traditioneel conservatief zijn”, legt Lowie Vermeersch uit. “Italië wordt snel gelinkt aan design, maar in hun hart zijn de Italianen daar helemaal niet zo mee bezig. Zoveel design zie je hier trouwens niet. Hier kan iedere nieuwe generatie niet alles naar zijn hand zetten. Ook in de opleiding van designers, interieurarchitecten en architecten gaat er zeer veel aandacht naar de traditionele architectuur. Studenten wordt veel respect bijgebracht voor het patrimonium. Bij ons bestaat dat niet meer. Wij overdrijven wat en zij ook een beetje. Maar die continuïteit tussen vroeger en nu is wel fascinerend.”

De Kamer van Koophandel ligt aan een banaal plein, de Piazzale Valdo Fusi, maar heeft een ongewone constructie. Dit in 1964 ontworpen kantoorgebouw hangt volledig op aan de centrale pijler die het dak ondersteunt, net als een reuzenpaddenstoel. In de pijler zitten alle leidingen, trappen en liften. Lowie Vermeersch houdt van zulke vernuftige betonnen constructies. Daarom voert hij ons ook met zijn oude Alfa Romeo (uit 1976) naar het dak van de beroemde Fiatfabriek Lingotto aan de Via Nizza, even buiten het centrum. “Je kunt je moeilijk voorstellen dat dit gebouw straks een eeuw oud is, het werd in 1916 ontworpen en in 1923 geopend. De materialen kwamen beneden binnen en de auto’s reden vijf verdiepingen hoger afgewerkt naar buiten en mochten dan een testrit maken op het dak.”

“Ik vind de betonnen gewelven van dit gebouw geweldig, dit is een kathedraal : zo zuiver, mooi en functioneel. Het is ook weer typisch Italiaans, hier is alles wat functioneel is ook elegant van lijn. De testbaan op het dak is een van mijn geliefkoosde plekken om ’s avonds de Alpen te bewonderen. Boven op de fabriek heeft Renzo Piano een restaurant en een museum gebouwd. En er is ook een kantoor waar de top van Fiat komt vergaderen voor belangrijke besprekingen, dan wordt de familie Agnelli naar hier overgevlogen per helikopter.”

Lowie Vermeersch raadt ons ook aan om net naast de Lingotto de voormalige Cinzanofabriek te bezoeken, waar Eataly een rendez-vous is voor fijnproevers. “Dit was de eerste Eataly, nu zijn er overal dergelijke warenhuizen waar je het beste Italiaanse eten koopt. Binnen is er veel volk, maar dit is geen toeristische plek, hier komen mensen die in de buurt werken. Ook dat is een van de geneugten van dit land, naast de elegantie, het lekkere eten en de tijd die men daaraan spendeert. Het is bovendien ook interessant om te zien hoe je een oud fabrieksgebouw nieuw leven in kunt blazen.”

BIJ MOLLINO THUIS

We ronden onze tocht af met een bezoek aan de flat waar Mollino ooit woonde (Via Napione), waar we een afspraak hebben met Fulvio Ferrari, de conservator van het Museo Casa Carlo Mollino. Een volwaardig museum is het echter niet. “We laten wel geïnteresseerden toe, maar willen niet de massa over de vloer krijgen”, vertelt conservator Ferrari. “Bovendien is dit een privéflat en geen openbaar museum. De flat werd na de dood van Carlo Mollino te koop gesteld. Wij hebben het gekocht en helemaal opnieuw ingericht met zijn spullen.”

Fulvio Ferrari beheert het pand samen met zijn zoon Napoleone. Ze zijn tevens de auteurs van heel wat publicaties en tentoonstellingen over Mollino. Carlo Mollino (1905-’73) was de zoon van een rijke industrieel en heeft nooit om den brode hoeven te werken. Hij ontwierp gebouwen, meubelen, interieurs en auto’s. Ook zijn erotische foto’s zijn beroemd. Lowie Vermeersch vindt vooral zijn meubelen en auto’s boeiend. Hij was dan ook ontroerd om daar een model van een van de racewagens van Mollino te mogen bekijken.

De flat is heel bijzonder. “Mollino hield van vrouwen en van huizen”, zegt Fulvio Ferrari. “De flat was zijn vierde woning, maar hier kwam hij amper. Hij heeft de flat tussen 1960 en ’68 ingericht. Het was zijn geheime woning, die hij voor het leven hierna heeft gecreëerd. Mollino werd hiervoor geïnspireerd door de Egyptische cultuur, de slaapkamer is een soort Egyptische tempel, met muren vol opgeprikte vlinders, die de vrouwen voorstellen die hem in het leven hierna vergezellen.”

De rijke Mollino stierf zonder erfgenamen en zijn hele bezit werd min of meer te grabbel gegooid. Gelukkig werd deze flat gered. Veel foto’s en objecten werden gerecupereerd bij een van zijn artistieke vrienden. Het interieur oogt mysterieus en surrealistisch. Het decor heeft iets van de creaties van Jean Cocteau. “Het is heel fantasierijk, maar Mollino was in zijn hoofd wel een ingenieur die tuk was op structuren. Hij was gewoon ontzettend origineel, een echte buitenbeen van het design”, vertelt Lowie Vermeersch terwijl hij in de flat van Mollino een schaalmodel van diens sportwagen bewondert. “In tegenstelling tot veel andere ontwerpers die zich inschrijven in een trend, ontsnapte Mollino aan elke traditie”, aldus Vermeersch. “Hij haalde trouwens veel van zijn inspiratie uit zijn dromen en kon met beide handen, tegelijkertijd, twee verschillende zetels tekenen !”

DOOR PIET SWIMBERGHE – FOTO’S JAN VERLINDE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content