Reacties : jp.mulders@skynet.be

Leuk. Tof. Fijn. G(r)aaf. Dolletjes. De woorden die het Nederlands gebruikt om iets prettigs aan te duiden, klinken meestal erg debiel. Woorden die daarentegen het minder aangename omschrijven, bezitten vaak interne adel. Somber en droef. Naargeestig, triest en mistroostig. Dat zijn woorden die ik mooi vind en dus graag gebruik. Sommige mensen leiden daar gemakshalve uit af dat ik een treurwilg zou zijn, die zich door het leven voortbeweegt met takken die nadruipen van grauwe mist. Zij dwalen.

Wie mij beter kent, weet dat ik zelfs niet terugschrik voor een vreselijk woord als genieten. “Zich verlustigen, verheugen in”, zegt het woordenboek daarover. Onlangs heb ik de verlustigingen van één dag voor de aardigheid eens genotuleerd. Dat begon met dauwtrappen, iets wat ik gelukkig maar heel zelden doe. Een kikkertje zien springen in het gras, zo fijn en kunstig afgewerkt dat het wel van gekleurd glas lijkt geblazen. In de nog mistige tuin de dochter van de buren, die op rijglaarsjes in slowmotion door de ochtendzon waadt. Een stuk pure marseillezeep. Een hemd van kraakwit linnen, dat zachtjes schuurt over je huid die al een beetje gebruind is. Een boek over het Ardennenoffensief, vol wrede foto’s van dode soldaten. Beseffen dat je ook toen en daar had kunnen zijn. De kat aaien die je kopjes komt geven. De zwarte lijntjes rond haar ogen, zo perfect dat ze door de goede god zelve met waterproof eyeliner aangebracht konden zijn. Op de schommel gaan zitten en heel hoog gaan, tot je schoenen naar de wolken schoppen en je in je maag de vlinders voelt van duizend kalverliefdes. Je geest vacuüm trekken, op het geronk van een propellervliegtuig na, hoog in de lucht van deze zomerse dag. Weemoed voelen naar wapperend wasgoed. Binnen een groot glas fruitsap drinken, vers geperst. Spaghetti koken met walgelijk veel saus, tomatensoep met extra balletjes, of nog iets anders waaraan nu eenmaal altijd schaarste heerst. Langzaam en in kleine hompjes een stuk ruw roggebrood door je keelgat laten glijden, met hoeveboter. Walgen van dat woord.

Naar een hopeloos romantische film kijken die zich afspeelt in het Zwarte Woud. Het scenario aan alle kanten horen kraken, maar toch een brok in je keel krijgen als de heldin na veel beproevingen gelukkig wordt. Lezen dat dood is : wakker worden aan de verkeerde kant van je dromen ( Mulisch). Wandelen met een wildvreemde hond uit het dierenasiel, die Suzy heet en groot en lomp is, maar schandalig lief blijkt en je helemaal bekwijlt. Tegen je eigen verwachting in het kapotte lampje van je auto kunnen herstellen. Naar de fabelachtige instrumenten kijken die je handen zijn. Je erover verwonderen dat die je nog nooit in de steek hebben gelaten. Straks 37 worden en voor het eerst echt geloven dat 47 ook nog best jong is. Op een website naar de herkenningsmelodietjes luisteren van Beertje Colargol, de Hulk en DeMan van Zes Miljoen. De melding lezen “geen virus gevonden” nadat je pc alle bestanden heeft gescand.

Naar de grote boze stad gaan en in een chique winkel wel tien dure pennen proberen. Er dan toch geen kopen. Het woord lodereindoosje vernemen, dat ondanks zijn schoonheid niet in het woordenboek staat. Een zwarte medemens ontmoeten die je de weg naar de Guldensporenstraat vraagt, in platter Gents dan jij ooit machtig zal zijn. Vaststellen dat er, ondanks de stralende zon, bij je terugkeer géén stortingsformulier van het “parkeerbedrijf” tussen je ruitenwisser zit geklemd. Van het uitgespaarde geld een fles champagne kopen. De soupir érotique aan je laars lappen, maar die fles juist heel hard en orgastisch laten knallen. Kaarsen van echte bijenwas branden. Olie verdampen van mandarijnschil en citroengras. Een sms ontvangen waarin alleen één x-je staat, verstuurd door een meisje dat je meer dan een jaar geleden bekend hebt. Je armen kruisen en voelen dat je spieren harder zijn geworden van het vele zwemmen. Het derde pianoconcert van Rachmaninov moeiteloos uitspelen terwijl Siegfried Bracke naakt op de vleugel zit, een sigarettenpijpje in de hand, zijn ene been nonchalant over het andere bungelend. Heel langzaam uit die belachelijke droom ontwaken.

Tot de slotsom komen dat het wel weer voor even genoeg is geweest, met dat genieten als een boek vol oneliners van de Bond zonder Naam. Twee straten verder roert zich gelukkig alweer wat onheil in het struikgewas. Ook dat klinkt mooier dan heil, in deze tijden waarin Mein Kampf om onverklaarbare redenen in Turkije opeens een bestseller werd.

JEAN-PAUL MULDERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content