Half werk, u zult mij er niet snel op betrappen. Neem nu de trip naar Graubünden vorige week, met als thema Schweizmobil. Berg op berg af, Heidi achterna, ook in de zomer heeft Zwitserland de actieve meerwaardezoeker heel wat te bieden. Ik had het mij gemakkelijk kunnen maken en voor het relaxte programma kiezen : bezadigde fietstochtjes op een elektrisch aangedreven rijwiel, een bezoek aan een ambachtelijke kaasmakerij. Maar zo kent u mij niet : hiken en biken zou het worden, smeer de kuiten alvast in, jongens. Eén blik op mijn collega’s-reisjournalisten en ik kreeg het akelige vermoeden dat ik mijn capaciteiten misschien ietwat overschat had : stuk voor stuk potige twintigers en dertigers ; de enige andere vrouw in het gezelschap was een Israëlische die er net twee jaar actieve legerdienst had opzitten. Maar vluchten kon niet meer : van boom tot boom ging het, zo’n drie meter boven de begane grond, over stalen kabels, wiebelige touwladders, tot spagaat nopende lussen en geniepig rollende boomstammetjes. Met als apotheose een duikvlucht van den tot den, aan een soort lier. Flying fox heet zoiets in survivaljargon, in mijn geval was screaming sandbag een accuratere beschrijving.

Maar opgeven ? Dat zie je van hier. Per mountainbike een Alp Flix van 1800 meter bedwingen, hoe moeilijk kan zoiets zijn ? Afdalen ging vlotter, zelfs iets té vlot. “Rechts bremsen”, had de aardige zongestoofde monitor mij op het hart gedrukt. Maar links en rechts zijn voor mij altijd al arbitraire begrippen geweest, en wat doe je als je je achterwiel over nat grind voelt schuiven ? Alles dichtgooien, toch ? Vijfenzeventig kilo die tegen een bergwand smakken, het komt aan. “Nice fall”, glunderde de oosterse collega die mijn val filmde en daar ongetwijfeld hoge ogen mee zal gooien in de Koreaanse versie van Videodinges. Ik heb er nog vijftien kilometer mee voortgefietst, met mijn kapotte linkerarm. Zo’n kneuzinkje van niets, daaraan laat een mens zich toch niet kennen. Alleen toen de vlerk in kwestie zeppelinachtige allures kreeg en het duidelijk was dat ik de komende weken niet tot de vogeltjesdans noch linkshandig neuspeuteren geneigd zou zijn, heb ik mij naar het Akutspital Surses in Savognin laten afvoeren.

Een absolute aanrader, kan deze onderzoeksjournalist u melden. Mocht u van plan zijn een lichaamsdeel van enige betekenis te breken, doe het vooral in Savognin. Nergens zijn de Assistenzärzte charmanter en de verpleegsters moederlijker. Ze lachen je zelfs niet uit als je met je middelbare botten in het ravijn stort. Gips komt er naast klassiek winterwit ook in fluogeel, fuchsia en marineblauw, dat stijlvol kleurt bij geaccidenteerde flanken. Uiteraard met bijpassende zwachtels en mitella’s en pijnstillers waarvan je spontaan begint te jodelen. En mag ik u verder vooral de Bündner kaasmakerijen aanbevelen? En de elektrisch aangedreven fietsen? Denk eraan : nooit links bremsen.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content