Voor 2 :

2 grote kruimige aardappels

arachide- of zonnebloemolie of runderreuzel om in te bakken

350 g witvisfilet

4 el bloem

zout en peper

Beslag :

175 g zelfrijzend bakmeel

1oe tl bakpoeder

2 eierdooiers

3 dl bier of koolzuurhoudend mineraalwater

Tartaarsaus :

1 el dragon

1oe el platte peterselie

25 g augurken

3 el mayonaise

3 el sour cream of yoghurt

1oe el kappertjes, uitgelekt

2 el citroen- of limoensap

START : Begin met de patat. Frituur ze voor de eerste keer : schil de aardappels, snij ze in plakken van 1 cm en snij deze in repen van 1 cm. Leg 30 minuten in koud water. Laat uitlekken, dep goed droog.

Vul een frituurpan met olie naar keuze, of schenk deze tot een derde in een diepe kookpan of wok. Verwarm de olie tot 130°C. Doe de patat er in delen in en frituur 5 tot 6 minuten tot ze zacht zijn maar nog geen kleur hebben. Laat uitlekken op keukenpapier.

Maak de saus : snij dragon, peterselie en augurken fijn. Vermeng en verdeel over twee kleine schaaltjes. Zet in de koelkast.

Bereid de vis voor : wrijf met je vingers over de vis om te voelen of er nog graten in zitten. Snij achtergebleven vel weg met een scherp mes. Snij grotere stukken vis in repen van 10 x 5 cm, afhankelijk van hoe dik de vis is. Dep droog. Strooi de bloem met wat zout en peper op een bord. Rol de vis erdoor zodat deze rondom is bedekt met een laagje. Zet weg. Verwarm de oven voor tot 180°C (gasstand 4).

Maak de patat af : verhit de olie weer, nu tot 190°C (een blokje brood wordt knapperig in 30 seconden). Laat de patat voorzichtig in de hete olie glijden en bak 1 tot 2 minuten tot ze goudkleurig en knapperig zijn. Schep ze met een schuimspaan in een platte schaal bedekt met keukenpapier. Zet in de oven terwijl je de vis klaarmaakt. Doe er nog geen zout over.

Maak het beslag vlak voor je de vis frituurt : zeef bloem, bakpoeder en wat zout in een schaal. Maak een holletje in het midden en doe hier de eierdooiers en wat bier in, als je dat gebruikt. Klop de eierdooiers stuk met een garde of houten lepel en meng er langzaam steeds meer bloem doorheen, terwijl je steeds meer bier of water toevoegt tot je een glad beslag hebt dat zo dik is als slagroom.

KOOK : Verhit de olie in de friteuse tot 190°C. Leg 2 met bloem bedekte stukken vis in het beslag tot ze er goed mee bedekt zijn. Laat overtollig beslag eraf druipen. Leg ze voorzichtig in de hete olie en laat in 4 minuten (dikkere stukken 5 à 6 minuten) bakken tot ze goudkleurig, knapperig en opgebold zijn. Haal eruit en leg op keukenpapier. (Ik leg ze meestal op een rooster in een voorverwarmde oven zodat ze knapperig blijven.) Herhaal met de rest van de vis.

DIEN OP : Leg de vis op borden met de patat en tartaarsaus. Serveer met partjes citroen, (mout)azijn en ketchup. Strooi er aan tafel pas zout overheen zodat ze knapperig blijven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content