Het aantal huishoudens in Amerika met een vermogen van tien miljoen dollar of meer is de afgelopen tien jaar verviervoudigd. Wat doen mensen met overtollige bedragen met meer dan 9 nullen?

Uitgaan in een glimmend legervoertuig, misschien is dat wel het symbool van de rijke jaren negentig in Amerikaanse steden. Wie dezer dagen op een aparte manier op een party wil arriveren, moet met iets anders aankomen dan met de verlengde Lincoln Towncar die vijftien jaar geleden het symbool was van de nieuwe welvaart, van The bonfire of the vanities. Na de crash van ’87 verdween de limo een tijdje uit het straatbeeld, maar sinds de terugkeer van de voorspoed is de Lincoln zo gewoon als een taxi.

Om nog indruk te maken, heb je een glanzend zwarte verlengde Hummer nodig. De Hummer is een monstrueuze terreinwagen, de burgerversie van de Humvee waarmee Amerikaanse manschappen tijdens de Golfoorlog door de woestijn van Koeweit scheurden. De gewone Hummer, met een kinderzitje op de plek waar de Humvee een mitrailleur heeft, is al een paar jaar het ultieme nutteloze hebbedingetje. Het geval kost rond de 80.000 dollar, zuipt benzine, is binnenin vreselijk lawaaierig, heeft de acceleratie van een vrachtwagen, en neemt door zijn overmatige breedte op de parkeerplaats bij de supermarkt twee plaatsen in beslag. Van dat geval rijdt nu een ultralange versie rond om het vreugdevuur van de jaren negentig luister bij te zetten.

De Hummer is het symbool van een tijd waarin het aantal nieuwe Amerikaanse miljonairs verdubbelde in minder dan tien jaar. Een periode van economische groei die de geschiedenis zal ingaan als de langste periode van ononderbroken economische groei in de Amerikaanse geschiedenis. Om nu een plekje te krijgen op de Forbes-lijst van de 400 rijkste Amerikanen, moet je ten minste 600 miljoen dollar bezitten; in 1986, toen de vorige boom bijna zijn hoogtepunt bereikte, was 180 miljoen al voldoende. Alan Greenspan, de baas van de centrale bank, zei onlangs aan afstuderenden van Harvard dat ze te maken kregen met een materiële welvaart die zijn generatie en alle voorafgaande generaties niet voor mogelijk hielden.

De verlengde Hummer is een voorbeeld van de nieuwe luxe. Niemand hoeft het monster te bezitten (want wat moet je ermee?), maar het levert een leuke ervaring op. “De jaren tachtig”, meent onroerend-goedkoning Donald Trump, “hebben de reputatie dat het over luxe ging, maar de jaren negentig herdefiniëren dat begrip. Niemand vraagt naar prijzen. Men verwacht het beste en verlangt de ervaring die erbij hoort.”

Robin Leach, presentator van het tv-programma Lifestyles of the rich and famous: “Als je zoveel bezit als je kunt bezitten, schakel je over naar een andere versnelling en dan kies je voor de ervaring.” Futurist Watts Wacker: “Spullen verliezen hun belang. De welgestelde van nu wil unieke evenementen.”

Iemand als Frank Batten jr. komt ervoor in aanmerking. Hij investeerde in het bedrijf Red Hat, dat handelt in een nieuw besturingssysteem voor computers, en kreeg in ruil daarvoor vijftien miljoen aandelen. In augustus ging Red Hat naar de beurs en begin december was Battens pakket 4,5 miljard dollar waard. Miljard.

Frank Batten is niet uniek dankzij een ongekende run op aandelen. De elektronische beurs Nasdaq, waar technologiebedrijven de toon zetten, boekte in november het ene record na het andere. De index steeg vorig jaar met meer dan 50% en het aantal transacties per dag was in november 35% hoger dan in oktober. Dat is mede te danken aan de inbreng van individuele investeerders die thuis via hun on line-aandelenkantoor trachten mee te profiteren van goudkoorts ’99, en daarvoor massaal hun bescheiden vermogen ter beschikking stellen van de Battens van het moment, de miljardairs du jour.

Voor de unieke ervaring van Watts Wacker kunnen de nieuwe rijken terecht bij een bureau als Zegrahm, dat twee jaar geleden een trip organiseerde naar de Titanic. Klanten betaalden ruim 30.000 dollar per persoon, en reisden in de onderzeeër die ook voor het maken van de film is gebruikt. Nu staat bij Zegrahm inschrijving open voor buitenaardse reizen per commercieel ruimtevoertuig in 2001. Deelnemers, die 100.000 dollar moeten neertellen voor een tocht van drie uur, zullen op honderd kilometer hoogte om de aarde cirkelen en gedurende een paar minuten gewichtloosheid ervaren. Een van de inschrijvers is de oprichter van een softwarebedrijf die nooit meer hoeft te werken dankzij een gunstige beursgang. Hij neemt zijn vrouw (“dit is toch een onbetaalbare ervaring!”) en zoon mee.

Het warenhuis Neiman Marcus probeert de kerstcatalogus elk jaar te voorzien van iets bijzonders, maar vindt het steeds moeilijker artikelen te vinden waar het publiek van opkijkt. Niettemin kwam men onlangs toch aardig voor de dag met drie raceauto’s waarmee Mark Martin de Nascar heeft gereden. Wie er 125.000 dollar voor overheeft, mag er niet de openbare weg mee op maar kan het geval voor de deur zetten als curiosum, of het vervoeren naar een circuit om daar de midlifecrisis te bezweren.

Nut is niet het eerste waar een nieuwe rijkaard aan denkt. Het mag, zoals de Hummer, overbodig zijn. Zoals de hondendouche die een bewoner in Pennsylvania thuis liet installeren voor een kleine 3000 dollar. Of de speelkamer voor twee fretten waarvoor iemand in New Jersey een half huis liet verbouwen. Een vader uit Florida besloot zijn dochtertje een apart verjaardagcadeau te geven. Hij huurde ’s wereld beroemdste speelgoedzaak af na sluitingstijd en vloog dochter en vriendinnen naar de winkel in New York, waar het gezelschap niet alleen de avond maar ook de nacht doorbracht. “De rest van mijn leven”, zei het feestvarken, “kan ik hier voorbijlopen en zeggen dat ik bij FAO Schwarz geslapen heb.” Watts Wacker kan tevreden zijn.

Een eeuw geleden was het in betere kringen heel gewoon jezelf te laten vereeuwigen op een heus schilderij. Decennia later werd het onvoorstelbaar tuttig gevonden, maar nu mag het weer. Tentoonstellingen van vroegere meesters als Sargent, Boldini en Ingress zijn en vogue. Hun opvolgers doen goede zaken. Ze luisteren naar namen als Paul Benney en Francesco Clemente (die Jerry Hall en Gwyneth Paltrow heeft gedaan), en ze vragen 50- tot 500.000 dollar voor een schilderij. Wie dat er niet voor overheeft maar zichzelf toch aan de wand van het appartement op Park Avenue wil zien hangen, kan bij mindere goden terecht voor slechts 10.000 dollar. Het aardige van een schilderij is dat de kunstenaar de minder aantrekkelijke kanten van de klant wat kan bijwerken. Marian MacKinney, de baas van Portraits Inc. op Park Avenue in New York, bemiddelt tussen klant en kunstenaar, en geeft de laatste doorgaans opdracht de klant op het doek te ontdoen van vier pond en vijf jaar.

Niet iedere welgestelde zit al op “ervaringsniveau”. Voor twintigers in de financiële wereld gaat het vooralsnog gewoon om de centen. Veel centen. In december en januari worden op Wall Street de bonussen uitgedeeld, en deze keer zijn die bijzonder royaal dankzij de uitbundige ontwikkeling van de beurs. Investeringsbankiers die vijf jaar geleden zijn begonnen, incasseren zo’n 800.000 dollar. Het totaal, voor jong en oud, ligt rond de 13 miljard dollar, 2 miljard meer dan in ’98. Dat geld moet rollen, en de betere middenstand staat handenwrijvend klaar. Menig professioneel investeerder heeft een oogje op de Ferrari Maranello, maar neemt wellicht genoegen met een Porsche als hij beseft dat de helft van de bonus naar de fiscus gaat. En Porsche heeft al geen klagen, want het merk boekte vorig jaar in de VS een recordomzet. Ook de makelaars staan klaar om ambitieuze yuppen van dienst te zijn als ze met contant geld appartementen komen kopen tussen de 500.000 en een miljoen dollar.

Het aantal huishoudens met een vermogen van 10 miljoen dollar of meer is de afgelopen tien jaar verviervoudigd. De leden van zulke huishoudens hebben het druk en dus is er personeel nodig om voor de kinderen te zorgen, schoon te maken en te koken. Zo’n staf vereist een toeziend oog: de butler. Het woord leidt een zieltogend bestaan, maar het fenomeen beleeft een wederopstanding. “Huishoudelijk manager” heet het nu. Er zijn scholen waar zulke managers worden opgeleid, zoals het Starkey internationaal instituut voor huishoudelijk management in Colorado (tien jaar oud) en Professional Domestics in Ohio (vier jaar oud). Wie hier is klaargestoomd, kan jaarlijks 60- tot 120.000 dollar verdienen. Een baan is vrijwel gegarandeerd, want beide scholen hebben meer afnemers dan gediplomeerde studenten.

De huishoudelijk manager moet niet alleen zorgen dat alles vlekkeloos verloopt, hij of zij moet ook baas en bazin subtiel onderwijzen in correcte omgangsvormen. De nieuwe rijken komen doorgaans niet uit welgestelde families, maar uit modale gezinnen waar ze zelfs niet hebben geleerd hoe het bestek moet liggen na de maaltijd. Zelf zitten ze daar niet mee, maar dankzij hun welstand verkeren ze in kringen waar het een must is. Ze moeten dus weten hoe een diner verloopt, hoe de tafelschikking hoort te zijn, hoe een uitnodiging eruitziet, of er achteraf een bedankbriefje moet worden verstuurd, en hoe ze dienen om te gaan met personeel.

De aspirant managers leren in de cursus van acht weken ook dat discretie en subtiele aanwezigheid het eerste gebod is. Stel dat mevrouw om steun heeft gevraagd bij haar vermageringskuur en de manager vindt in haar slaapkamer de wikkels van snoeprepen, moet hij haar daar subtiel op wijzen? Nee, verwijder de wikkels en doe alsof je niks gezien hebt.

Wie rijk is maar ver van huis, kan ook personeel laten overvliegen. Een massagetherapeut mocht vorig jaar met een eersteklasticket van Los Angeles naar de Virgin Islands om passagiers van een privé-jacht te verwennen. Hij deed er drie per dag, vierde de rest van de tijd vakantie, en toucheerde zijn vaste tarief van 1000 dollar per dag. Een klant van de vermaarde Californische kok Wolfgang Puck verbleef op Hawaï in de Four Seasons, maar vond de gezegende keuken van het hotel niet goed genoeg; hij liet Pucks assistent met vriendin overkomen om tien dagen lang exclusief voor hem te koken.

Privé-koks zijn steeds meer gevraagd voor de groeiende vloot van jachten. Lyne Desaulniers is chef op een schip van 35 meter dat 8 miljoen dollar heeft gekost. Het is uitgerust met een droomkeuken met twee vrieskasten, twee koelkasten, twee ijsmachines, twee ovens, twee vaatwassers, een granieten aanrecht, een tv en een video, en ramen die veel daglicht doorlaten. Het schip wordt bevolkt door steeds wisselende groepen die het huren voor 50.000 dollar per week. Gasten die zulke bedragen betalen, eten niet van een menukaart; het kan dus gebeuren dat Lyne op een dag Franse gerechten moet serveren, en vegetarische, en kindermaaltijden, en dat twee gasten om 6 uur willen dineren terwijl anderen nog in het stadium zijn van thee en fijne versnaperingen.

Het huren van jachten is een groeiende markt waarvoor twee jaar geleden wereldwijd 470 schepen beschikbaar waren. Vorig jaar kwamen er 250 bij, in lengte variërend van 25 tot 85 meter. Huren kost 20- tot 175.000 dollar per week, en dat bedrag kan nog eens verdubbelen dankzij kosten als voedsel, brandstof, haventarieven en fooien. Maar geld speelt geen rol, meent ook de uitgever van een glimmend botenblad: “Bijzonder exclusieve, unieke vakanties worden gezien als een mooie beloning. Megajachten horen daarbij.” Ook de privé-vloot groeit gestaag. Vier jaar geleden werden er wereldwijd 149 jachten verkocht, en dit jaar zullen er 327 worden afgeleverd.

Zo’n groei zorgt voor praktische problemen. Fort Lauderdale, een welvarend stadje aan de oostkust van Florida, is een favoriete pleisterplaats voor de bezitters van grote jachten dankzij het (doorgaans) aangename klimaat en de gunstige ligging in de nabijheid van de Caraïben. Parkeren kost er al gauw 400 dollar per dag. Onlangs had Fort Lauderdale de haven flink uitgebreid, maar die is alweer te klein zodat er dagelijks 6 jachten moeten worden geweigerd. Niet alleen wegens de aantallen, maar ook omdat de boten steeds groter worden.

Wie liever vliegt maar een hekel heeft aan lijnvluchten, kiest voor het privé-toestel. Menige rijkaard vindt het bezit van zo’n ding verspilling omdat het meer aan de grond staat dan rondvliegt, en geeft de voorkeur aan een abonnement dat de beschikbaarheid van een zakentoestel garandeert wanneer hij wil. Warren Buffett, ’s lands beroemdste investeerder, vond het concept zo interessant dat hij twee jaar geleden zo’n bedrijf heeft opgekocht. Klanten betalen minimaal een half miljoen dollar per jaar en “kopen” ten minste 50 vlieguren voor 1200 dollar. Nieuwkomer in de vloot is de Boeing Business Jet, een opgeluxte versie van de 737, met een interieur dat drie keer zo groot is als dat van populaire zakenvliegtuigen.

Een plattegrond van het toestel is te vinden op de website van Luxuryfinder.com, een van de nieuwe webwinkels die zich specialiseren in de leuke dingen van het leven, zoals manchetknopen van de Joegoslavische prins Dimitri (800 dollar), Beluga-kaviaar (145 dollar voor 50 gram), een halsketting van Angela Cummings (7900 dollar), of het schilderij Maison à Juan-les-Pins van Picasso (320.000 dollar). Thuis even een Picasso of een Boeing bestellen, is dat niet cool?

Er is kortom alle reden om de 21ste eeuw met groot enthousiasme te begroeten. Jammer alleen dat sommige berichten de feestvreugde verpesten. Zoals het bericht dat de kloof tussen arm en rijk de afgelopen jaren in de VS enorm is gegroeid. Topfunctionarissen in het bedrijfsleven gingen er vorig jaar 36% op vooruit, doorsneewerknemers slechts 2,7%. De rijksten zagen hun jaarinkomen tussen 1977 en nu stijgen van 234.000 naar 515.000 dollar. Dat getal bevat niet de inkomsten waarvan men pas later kan profiteren, zoals aandelenpakketten. Juist daar zit de grootste groei (denk aan die verse miljardair van Red Hat), en juist op dat vlak trekt de overgrote meerderheid van de bevolking aan het kortste eind.

Een ander onaangenaam bericht meldt dat uitgerekend de armsten er absoluut op achteruit zijn gegaan, van 10.000 dollar in 1977 tot 8800 per jaar nu, na inflatiecorrectie. De afgelopen vier jaar is zwaar bezuinigd op de uitkeringen, vanuit de republikeinse overtuiging dat afhankelijkheid een slechte zaak is. Helaas is menig alleenstaande moeder er niet in geslaagd een plek op de arbeidsmarkt te vinden. In sommige streken van de VS zijn hongerende kinderen een alledaags verschijnsel.

Windt niemand zich daar over op? Jawel, de president aait soms een hongerkindje in Kentucky over de bol en zegt dat er wat moet gebeuren; talrijke organisaties trekken in Washington aan talrijke bellen. Maar de voorvechters hebben het klimaat tegen. Een klimaat waarin de baas van een populaire website voor kleine investeerders onlangs kon zeggen: “Die kloof tussen arm en rijk kan helemaal geen kwaad.” Er volgde geen discussie.

Jim Schilder

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content