Het feit dat vrouwen met computers werken, heeft nooit tot een nieuwe feministische beweging geleid. De doorbraak van Internet wel.

Marleen Wynants

In de Amerikaanse computerklasjes bleef het meisjesaandeel beperkt tot 20 %, tot Internet er geïntroduceerd werd. Toen werd de verhouding jongens-meisjes vrijwel meteen fifty-fifty. Terwijl vrouwen jarenlang niet meer dan 10 % uitmaakten van de gebruikers van Internet, is dat afgelopen zomer in België gestegen tot 36 % en in Amerika tot 46 %. Opvallend is dus dat vanaf het moment dat computers niet langer als een controlemachine maar als communicatie-instrument gezien worden, de interesse van meisjes en vrouwen stijgt. Vooral de efficiëntie en de soepelheid van het medium zorgen ervoor dat vrouwen voorzichtig maar geleidelijk een groot deel van hun professionele research en communicatie via Internet laten verlopen.

?In cyberspace en via e-mail zouden ras en sekse en dat soort onderscheid vervlakken. Maar de euforie van het eerste uur werd aangevochten door een tweede golf feministen die zeggen dat mannen het hoge woord blijven voeren op Internet, en dat vrouwen die een mannennaam aannamen voor voller worden aangezien.” Zo zegt cyberconsulent Michel Bauwens. De eerste vrouwen die een lange broek droegen, met de auto reden of een vergadering voorzaten, kregen waarschijnlijk soortgelijke reacties. ?Klaagfeminisme !” klonk het aan de andere kant van de modem, en het cyberfeminisme was geboren. Hoe beperkt die beweging effectief ook mag zijn, Internet wordt door de cyberfeministen gezien als een fundamenteel medium voor de emancipatie en bevrijding van vrouwen.

Geekgirrrrl Sadie Plant van de universiteit van Birmingham gaat nog verder, en vindt Internet ?a feminist’s dream” en ?het einde van het patriarchaat”. Ze citeert daarbij twee vrouwen die respectievelijk vorige eeuw en op het einde van de Tweede Wereldoorlog enorm hebben bijgedragen tot de ontwikkeling van computertechnologie : Ada Lovelace (1815-1851) en Grace Murray Hopper (1906-1992). Gravin Ada Lovelace, dochter van George Gordon, beter bekend als Lord Byron, was een enthousiaste wiskundige, die ondanks de weerstand tegen vrouwelijke wiskundigen in de vorige eeuw aan de basis lag van het concept van wat later computerprogrammeren werd genoemd. Om de vooringenomenheid tegenover vrouwelijke wetenschappers te omzeilen, ondertekende ze in het begin haar publicaties alleen met haar initialen, A.A.L. De aanvankelijk militaire programmeertaal ADA werd naar haar genoemd. De Amerikaanse Grace Murray Hopper was een van de eerste vier vrouwen die effectief doctoreerden in wiskunde. Ze werd de leidster op het gebied van software-ontwikkeling, en verdiende haar sporen zowel op academisch, militair als industrieel vlak. Hopper kreeg de allereerste Computer Science Man-of-the-Year Award, en haar innoverend idee voor de verdere ontwikkeling van de computerwereld lag in de ontwikkeling en verfijning van programmeertalen voor mensen die noch wiskundige noch computerexpert waren. Het duurde jaren eer dit idee uitvoerbaar en waardevol werd geacht, maar het ligt juist mee aan de grondslag van de gebruiksvriendelijker wordende toepassingen van een medium als Internet.

Een beperkte groep vrouwen ziet Internet als een lateraal, zelforganiserend en horizontaal netwerk dat niet langer op een centraal controlesysteem is afgesteld. Iets wat dus perfect aansluit bij de manier waarop vrouwen communiceren en functioneren, en door de cyberfeministen ook als dusdanig gepromoot wordt. De overige webgirrrls en geekgirrls doen wel en zien niet om : zij gebruiken Internet gewoon. Ze vertegenwoordigen een generatie meisjes en vrouwen die met een aantal verworvenheden zijn opgegroeid en die klikken zonder complexen.

De redenen waarom vrouwen zich minder en schoorvoetender dan mannen op Internet begeven, zijn legio. ?Vrouwen zijn niet bang voor techniek, ze zijn bang om hun tijd te verdoen”, schrijft Marianne van den Boomen, eindredactrice van De Groene Amsterdammer en auteur van Internet-ABC voor Vrouwen. ?Vrouwen willen eerst zeker weten dat ze er iets aan hebben, ze zijn vooral uit op het nut. Ze hebben, denk ik, een zakelijker en praktischer omgang met computers en met Internet dan mannen. Mannen kunnen echt helemaal vergroeien met hun pc. Vrouwen kunnen zich dat zelden permitteren, ze hebben altijd nog duizend-en-een andere dingen aan hun hoofd : van bestuursvergaderingen voorbereiden, achterstallige tijdschriften lezen tot nieuwe schoenen kopen voor de kinderen, de planten water geven en moeder bellen. Zelf zou ik ook veel meer willen spelen op het Net, maar het komt er gewoon niet van. E-mail is wel echt mijn medium geworden : ik ben geen brievenschrijfster of telefoneerster. Ik wou dat mijn moeder en mijn oma ook e-mail hadden, dan zou ik veel meer weten van hun leven en zij van het mijne.”

Jongens experimenteren met techniek en technologie, ze beginnen eraan voor de lol. Meisjes beginnen eraan via hun werk of studies, zelden uit pure nieuwsgierigheid. En experimenteren doen ze nauwelijks. Ze proberen wel de cryptische handleidingen te ontcijferen die meestal door jongens geschreven zijn. ?Handleidingen en Helps zouden veel beter zijn als ze door vrouwen zouden gemaakt zijn”, zegt Magda Michielsen, professor Vrouwenstudies aan de UIA. ?Leg daarnaast het accent op de communicatieve, sociale aspecten van Internet, en dan krijg je alle meisjes en vrouwen mee. Feit blijft dat vrouwen niet snel tijd willen of kunnen maken om een aantal tijdbesparende technieken aan te leren. Voor jongens verloopt dat spontaner.”

Webmaster van Amazone vzw en A Web Of One’s Own, en documentaliste Lut Verstappen had thuis vrij snel een Internetaansluiting omdat haar man, Ben Caudron, daar professioneel mee bezig was. Ze keek over zijn schouder mee, maar toch duurde het een paar maanden eer ze haar eerste aarzelende stappen op Internet zette. Haar interesse werd pas echt gewekt toen ze besefte dat er ook voor niet-computertechneuten iets te beleven viel. Lut Verstappen lanceerde bij de afgelopen parlementsverkiezingen een oproep in de discussiegroep soc. culture. belgium om op vrouwen te stemmen. De reacties varieerden van enthousiaste ondersteuningen van haar oproep tot de meest onbeschofte en domme opmerkingen over haarzelf of over vrouwen in het algemeen. ?Toen heb ik het zelfregulerend mechanisme van dit medium aan het werk gezien. Ik keek geamuseerd toe hoe de heren in onderlinge twisten verstrikt geraakten over het nut van mijn oproep en over het seksistisch gehalte van sommige van de reacties. De male chauvinist pigs kregen het zo hard te verduren dat ze vanzelf afdropen, zonder dat ik zelf nog één opmerking hoefde te maken. Ik zat erbij, keek ernaar, en dacht : hebben die niks beters te doen ?”

Ongewenste intimiteiten op Internet ? De meeste vrouwen die ik ken op het Net hebben er nooit mee te maken gehad en communiceren of ondertekenen hun berichten nochtans allemaal met hun eigen naam. Digitale harassment gebeurt ongetwijfeld, en het is vervelend als je ermee te maken hebt, maar dit aspect van Internet wordt gigantisch overdreven door de gewone media. Jammer genoeg worden precies hierdoor vrouwen afgeschrikt om aansluiting te zoeken. Hoe je als vrouw best kan reageren als je last krijgt van seksuele pesterijen, blijft een moeilijke vraag. Het goede nieuws is dat je in cyberspace veel meer en veiliger methoden hebt om dat te doen dan in het echte leven. Je kan bijvoorbeeld je elektronische brievenbus afsluiten voor bepaalde individuen, en dat kan je niet met je echte brievenbus of je telefoon. Je kan ook dreigen de woorden van de man in kwestie te publiceren. En dat doet voor de meeste pesterijen definitief de deur dicht. Dat is ook de mening van Marianne van den Boomen : ?Je hebt veel meer keus op Internet dan in het dagelijks leven : negeren, uitlachen, duizend breipatronen mailen, overtroeven in vuilbekkerij, of gewoon mailen ‘Waarom doe je dit eigenlijk ? ‘. En als iemand echt hardnekkig akelig blijft doen, kan je de systeembeheerder of postmaster waarschuwen.”

Ook het pornogedeelte op het Net wordt meestal kleurrijker in de verf gezet dan nodig. Porno komt op Internet in ieder geval minder opdringerig onder je ogen dan in een gemiddelde krantenkiosk. Wie wil, kan het negeren en zelfs censureren, wat trouwens in veel gezinnen, bedrijven en op universitaire campussen al gedaan wordt. Natuurlijk zit er porno op het Net, maar je komt er heus niet zo toevallig terecht. ?Het Internet als sekslijn wordt fel overdreven, vooral in de traditionele media, die er zelf bol van staan. Time vermeldde onlangs dat 88 % van Internet porno zou zijn. Dat werd dan herberekend tot 0,5 %, en een week later rechtgezet : sekslijnen zijn een deelgroep van Usenet, en Usenet zelf maakt maar een klein percentage uit van Internet”, aldus Michel Bauwens. Of het een zorgwekkend verschijnsel is ? ?Ik zie niet in waarom”, zegt Lut Verstappen. ?Ik stoor me vaak aan de overdreven aandacht voor porno en aanverwanten op Internet. De hallucinante berichten over kinderporno en dergelijke ruiken naar de wil om Internet af te schilderen als een oord des verderfs en om hierin een aanleiding te vinden om het te beginnen censureren. Het valt mij op dat vooral mensen die Internet niet kennen, hier vrij snel mee instemmen. Als het inderdaad zo is dat Internet aangewend wordt voor illegale praktijken, dan moet je de daders van die praktijken aanpakken en niet het medium dat ze hiervoor aanwenden. Anders moeten we ook het briefgeheim afschaffen, als je ziet wat voor illegaals er allemaal via de post gebeurt.” ?Natuurlijk ging porno ook op Internet en op cd-roms terechtkomen ; dat is jammer genoeg zo voor alle eigentijdse media”, zegt Magda Michielsen. ?Maar veel schrijnender is het feit dat die nieuwe media weer eens onmiddellijk door een oude kwaal besmet werden : ze zijn geen seconde fris gebleven.”

Tijdens de afgelopen wereldvrouwenconferentie in Peking is volgens Lut Verstappen alvast één ding duidelijk geworden : dat de mogelijkheden van het Net voor de feministische beweging zowat onuitputtelijk zijn. Nog nooit werd door zoveel vrouwen, wereldwijd én interactief, een conferentie gevolgd. Maar er is meer. ?Het WWW biedt een staalkaart van waar de Amerikaanse vrouwenbeweging zoal mee bezig is, en dit van de meest respectabele groeperingen als NOW ( National Organisation of Women) tot de meest obscure tank-girl-achtige anarchistische vrouwen”, aldus Verstappen. ?Er zijn natuurlijk ook de mogelijkheden van elektronische netwerken, zeer nuttig voor de vrouwenbeweging ; via e-mail of discussiegroepen kan je zeer snel informatie uitwisselen of een gemeenschappelijk standpunt uitwerken en een actie op het getouw zetten. Tijdens de vrouwenconferentie in Peking konden vrouwen in Amsterdam en elders dagelijks via het World Wide Web volgen wat er gebeurde, en via Internet hun afgevaardigden opdrachten of standpunten van de achterban meegeven. Het was bijna alsof ze er zelf bij waren, maar die extra deelname van tientallen vrouwen heeft wel heel wat minder gekost dan één vliegticket naar Peking. Tenslotte kan je via Internet al je ideeën kwijt aan een veel groter publiek. Een verademing als je gewend bent om te zwoegen op artikels die in het beste geval door een paar tientallen vrouwen gelezen worden.”

Eén van de Belgische pioniersinitiatieven is de website van vrouwenstudies aan de UIA, met de praktische Women’s Studies RoadMap die je toegang geeft tot alle mogelijke organisaties, mailinglijsten, Usenet-groepen en interessante filosofische en sociologische sites. Exploreren blijft de boodschap, en je eigen bevindingen kan je via e-mail doorsturen aan de initiatiefnemers Ben Caudron en Magda Michielsens. Michielsen : ?Internet is een prachtig medium voor vrouwen. Niet alleen voor vrouwen trouwens. Want ik denk dat de meerderheid van nieuwe sociale bewegingen voortaan vooral of enkel als virtuele bewegingen zullen voortbestaan. Direct overleg en de systematische manier waarop je bijkomende informatie over een onderwerp kan vinden, is voor elke beweging heel belangrijk. Dat zijn de sterke elementen van Internet.

Ik ben zelf een cyberfeministe in zoverre dat ik het voor vrouwen absoluut noodzakelijk vind dat ze zich actief een beeld proberen te vormen van het feit dat de wereld, de mensen en hun relaties grondig aan het veranderen zijn.”

Seksuele pesterijen via Internet ? Sluit je elektronische brievenbus, mail duizend breipatronen, overtroef in vuilbekkerij, of mail gewoon ‘Waarom doe je dit eigenlijk ? ‘.

Eén van de Belgische pioniersinitiatieven is de website van vrouwenstudies aan de UIA, met de praktische Women’s Studies RoadMap die je toegang geeft tot alle mogelijke organisaties, mailinglijsten, Usenet-groepen en filosofische en sociologische sites.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content