Maatwerk zit in de lift. Steeds vaker zien mannen een pak, een das of schoenen op maat als de ultieme uitdrukking van hun persoonlijkheid. Weekend Knack bekijkt de mogelijkheden – kwestie van de laatste drempelvrees weg te nemen.

De kleermaker

Krakend parket, Chesterfield-zetels, een antieke bar en bovenal: stapels stofstalen. Het in 1932 opgerichte modehuis Bouvy ademt traditie. Hier worden klanten opgemeten, stoffen en modellen gekozen, en kostuums gepast voor de spiegel. Bouvy maakt prêt-à-porter en sportswear, maar zijn prestige en clientèle steunen voornamelijk op het half- en volledig maatwerk. “Sommige mannen bestellen hier al 30 jaar hun kostuums”, zegt hoofd verkoop Francis Ansia (39). In het atelier toont hij ladenkasten vol klantenfiches en rekken met patronen van meneer X, Y en Z. “Vaak zijn het mannen met belangrijke functies. Uiteraard investeren oudere mensen sneller in maatwerk. Jongeren komen veeleer bij speciale gelegenheden, zoals een huwelijk of sollicitatiegesprekken.”

Handwerk fascineert. Bouvy is een van de laatste Belgische kleermakers die in het eigen atelier het volledige parcours doorloopt: van het opmeten van de klant en het kostuumontwerp tot het in elkaar zetten van de stof, en de afwerking. Ansia: “Vele jongeren willen zo snel mogelijk carrière maken, maar een kleermaker opleiden kost tijd. Vaak zijn kleermakers al wat ouder.” De handmatige productie van een kostuum (prijs: 80 tot 100.000 fr.) vergt drie pasbeurten en neemt één tot anderhalve maand in beslag. Aan een colbert worden ruim 40 werkuren besteed.

Alles begint met het nemen van de maten, en het kiezen van de stof en het model. Er komt geen basiskostuum bij kijken, alleen overleg met de coupeur, die een middenweg zoekt tussen de wensen van de klant en zijn eigen savoir-faire.

“Snijders zijn eigenzinnige kunstenaars”, weet Ansia. “Ze bestuderen je van kop tot teen, en vormen zich meteen een idee van de snit. In het atelier nemen verschillende specialisten een pak onder handen, telkens onder controle van de snijder. Het is zíjn ontwerp.” Toch heeft de klant over zowat alles zijn zeg: de snit van het kostuum, de mouwlengte, het aantal knopen en plooien, de omslagen en zakken van de broek. Indien gewenst, is hijzelf de ontwerper van zijn pak. Zoniet, is advies vanzelfsprekend: “Maatwerkklanten zoeken juist ideeën om goed gekleed te zijn. Het is maar normaal dat ze niet alle stoffen en opties kennen. Begeleiding hoort erbij, net zoals een drankje aanbieden, de auto parkeren of retouches na verkoop. Al die kleine dingen die ontbreken bij confectiekleding.”

Op basis van de maten en het overeengekomen model, tekent de kleermaker een patroon. Vervolgens knipt hij de verschillende stukken stof, erop lettend dat bij hun assemblage het motief naadloos doorloopt. Bij de eerste pasbeurt is het kostuum echter nog naakt: er zitten geen zakken, plooien, mouwen, knopen of voeringen aan. Coupeur en klant bekijken de maten en hoe het kostuum valt. Correcties worden met krijt aangeduid. Bij de tweede pasbeurt is het kledingstuk op de zakken na samengesteld, maar nog ongenaaid: een witte rijgdraad houdt alles samen. De lengte van de mouwen en de innemingen worden vastgelegd, en de klant krijgt een idee van het eindresultaat. Wijzigingen zijn uiteraard nog mogelijk. Bij de laatste pasbeurt ontbreken alleen de knoopsgaten. Wordt het pak goedgekeurd, dan wordt hun juiste plaats bepaald en gaat het kostuum een laatste keer naar het atelier. Enkele dagen later is het definitief klaar.

Wie sneller te werk wil gaan, neemt halfmaatwerk. Voor de meeste mannen is kleding een noodzaak, geen passie. Bij semi-maatwerk komt bovendien geen pasbeurt kijken. Het maatnemen en de keuze van het pak gebeurt op basis van een pasmodel. Bouvy stuurt klantenfiches naar een atelier in Binge of in het buitenland, waar het pak in drie tot vier weken gemaakt wordt. “De Duitse ateliers werken met hightechmachines en zijn gespecialiseerd in zwaardere stoffen. De Italianen daarentegen zijn traditionele, manuele kleermakers. Hun specialiteit zijn soepele, dicht op het lichaam gesneden kostuums in lichte stoffen.” Dit ambachtelijk werk heeft een prijskaartje: 50 tot 60.000 fr. per kostuum, terwijl een Belgische of Duitse fabricage respectievelijk zo’n 30 en 40.000 fr. kost. Voor wie inspraak wil hebben in het vervaardigen, heeft Ansia nog een geruststellende gedachte: “Sommige mannen zijn heel precies. Echt moeilijke klanten meten zelfs kledingstukken na en nemen wel tien pasbeurten. Bon, als zij tevreden zijn, kun je echt iedereen kleden.”

Bouvy, Gulden Vlieslaan 52, 1060 Brussel, Tel. 02-513 07 48.

De stoffenhandel

De Brusselse stoffen- en kledingmaker Scabal behoort al sinds 1946 tot de wereldtop. De fijne stoffen uit zijn weverij in Huddersfield, Yorkshire, vinden hun weg naar ontwerpers als Lanvin en Smalto in 65 landen. De eigen fabriek in Saarbrücken levert halfmaatwerk, prêt-à-porter en accessoires aan ruim 100 Belgische en talloze buitenlandse kledingzaken. “Alle kleermakers hebben Scabal”, zegt algemeen directeur Gregor Thissen (38) stellig. Het Belgische huis – dat een boetiek heeft in het Londense stoffen- en maatwerkcentrum Savile Row – kleedde al eerder hoge heren als Bill Clinton en de Egyptische president Moubarak en maakte de pakken voor Hollywood-films als The Godfather, Goodfellas en Casino. Een Amerikaanse klant stoffeerde zijn privé-jet met Scabal-kasjmier, een Arabische sjeik drapeerde er zijn paard mee.

In de stockruimte in Brussel liggen 4500 voorbeelden van wol, mohair, zijde, katoen en linnen opgeslagen, goed voor zo’n 700.000 meter. De Super 200’s is, met een ruwe vezel met een diameter van slechts 13,1 micron, technisch de meest geavanceerde wolstof op de markt, en wordt geproduceerd door Scabal. De draad is zo fijn dat van één kilogram wol 150.000 meter stof wordt gemaakt. De Gold Treasure is dan weer een Super 150’s met 22-karaats gouddraad – verkocht bij Nieman Marcus in New York voor 14.000 dollar per kostuum.

“Die stoffen zijn erg populair in het Midden-Oosten”, zegt Thissen. “Bij ons pronk je daar niet mee, ginds zijn het echte luxegeschenken.” Voor deze winter, maar vooral voor zomer 2001 voorspellen de Italiaanse en Engelse Scabal-designers een explosie van kleur. Thissen: “Na subtiele ruiten, ton sur ton, grijs en zwart, gaan we nu naar meer opwindende dingen: combinaties met felle kleuren als rood, groen en oranje, lichte kleuren als beige, en sterke strepen en ruiten. Voor ons een goede zaak, want grijs, dat kan iedereen maken.”

De stoffen zitten in de staalboeken van talloze Belgische en buitenlandse boetieks die jaarlijks zo’n 10.000 maatstukken bestellen: kostuums, colberts, broeken en hemden. Het made to measure-systeem van Scabal is eenvoudig: de winkels werken met pasmodellen en sturen de opgemeten maten, samen met aanpassingen en randgegevens naar Scabal. “We krijgen de klant nooit te zien. Om de juiste patronen te maken, hebben we dus zoveel mogelijk informatie nodig”, zegt Thissen. De stof wordt daarna manueel gesneden en naar de fabriek in Saarbrücken gestuurd. Die levert de afgewerkte stukken drie weken later. Om een kostuum te personaliseren, zijn ruim 100 aanpassingen mogelijk: van een bredere snit, aparte zakken en open knoopsgaten, tot geborduurde initialen en – het ultieme sign of the times – een gsm-vakje.

“Maatwerk gaat met de tijd mee”, benadrukt Thissen. “De nadruk ligt nu op het leggen van persoonlijke accenten. We maken zelfs maatkleding voor casual friday.” Dat maatwerk in de lift zit, verbaast hem niet: “Het individualisme is groter dan ooit. De mode heeft niet meer de invloed van weleer. De straat dicteert wat we dragen.”

Scabal, Antwerpselaan 33, 1000 Brussel. Info verkooppunten: Tel. 02-217 50 55.

De hemdenmaker

Het Italiaanse huis Ermenegildo Zegna maakt al sinds 1910 herenkleding. Het familiebedrijf uit Trivero in de Piëmontese Alpen bewaakt zorgvuldig zijn ambachtelijke traditie. Maatwerk is Zegna’s paradepaardje: mantels, kostuums, colberts, broeken en hemden. Voor die hemden kan uit 150 (vaak exclusieve) stoffen gekozen worden. Het eigen weefatelier in Noord-Italië behoort tot de wereldtop en levert ook aan Versace en Gucci. Zo’n 150 mensen maken er dagelijks 200 maatstukken voor de hele wereld. Wie zijn maten laat optekenen – Zegna maakt maatwerk op het lichaam, niet vanaf basismodellen – mag het resultaat drie weken later ophalen.

Sinds kort maakt Zegna ook maatdassen. “Niet zo’n gek idee”, zegt directeur Frank Mercken (36) van de flagshipstore in Brussel. “Confectiedassen zijn immers ongeschikt voor mannen die erg groot of wat zwaarder zijn. De breedte en de lengte van het achterstuk moeten aangepast worden, anders verliest de das zijn evenwicht.” De breedte – standaard 9,5 cm – varieert van 6,5 tot 11 cm, de lengte van 140 tot 160 cm. Ook de vulling van de das kan aangepast worden: zwaar voor een mooie, stijve das met een stevige knoop; licht voor een soepele das met een makkelijkere knoop. Meer persoonlijke opties zijn gewaagde kleuren, op hemden afgestemde motieven of je initialen aan de binnenzijde. De must have is een Seven Fold Tie, een volledig handgemaakte en ongevoerde das in 100 procent stof – meestal de fijnste jacquard. De binnenkant telt zeven vouwen, die de das een grote stevigheid en perfecte drop geven. Ook bij Zegna zit maatwerk pur sang in de lift: “Sommigen willen niets anders. Ze gaan meteen voor de hele look, en nemen zowel een maatpak als een hemd en een das op maat. De bijzondere maten die één specifiek stuk wensen, zijn uitzonderlijk.”

Is een maatdas nog vrij eenvoudig, een hemd vergt al wat meer kennis. Er moet gekozen worden uit 15 kraagmodellen en talloze stoffen. Welke versteviging krijgt de kraag? Het stiksel op 2 of 4 mm, een smalle Napoli– of een bredere Portofino-snit, en waar moeten de initialen komen? Wordt de manchet met een specifiek horloge gedragen? Alleen de paarlemoeren knopen staan niet ter discussie. “Mannen moeten begeleid worden bij de keuze tussen comfort en uitzicht”, zegt Mercken. “De ene staat goed met een op het lichaam gesneden hemd, de andere vergt een bredere snit. Wat de klant wenst, is niet altijd de beste keuze.” En toch is hij koning: “Bij dubbele manchetten hoort geen borstzak, maar we zullen niemand tegenhouden. Als je je maar goed voelt in een kledingstuk. En daarvoor moet je de tijd nemen.”

Zegna maakt maathemden vanaf 5000 fr., maatdassen vanaf 4795 fr.

Ermenegildo Zegna, Waterloolaan 30, 1000 Brussel, Tel. 02-511 41 57.

De schoenmaker

Geen twee voeten zijn identiek, weten ze bij Mezura. Het Belgische familiebedrijf maakt sinds 1998 schoenen op maat. “De consument wil gepersonaliseerde producten”, zegt directeur Ivan Kovacic (33). “Seriewerk is uit. En als zelfs Levi’s en de tapijtsector maatwerk leveren, waarom dan geen schoenen op maat?”

Mezura mikt niet op ‘moeilijke’ voeten: “Mensen hebben een verkeerde indruk, temeer omdat het ambacht verdwenen is en geschoolde schoenmakers zeldzaam zijn. Maatschoenen zijn er niet alleen voor de happy few of voor afwijkende maten. We richten ons tot mensen die zelf hun schoenen willen samenstellen en vakwerk verlangen.”

Maatschoenen zijn er al vanaf 6000 fr. Voor die prijs worden wensen van klanten bewaarheid: een puntige of een rechthoekige leest, een klassiek of een modern model, de ledersoort, de kleur… Zelfs het stiksel en het oppoetseffect kunnen ze bepalen. Mezura biedt 2500 combinaties aan en stelt elk seizoen nieuwe modellen, kleuren en materialen voor. “Met maatwerk kun je niet alle trends volgen of het allernieuwste brengen. Voorlopig werken we vooral voor mannen”, zegt Kovacic.

Comfortabele schoenen vereisen advies. Zo is hertenleder erg soepel en dus ideaal voor moeilijke voeten. Paardenleder zoals cordovan is harder, duurzaam en quasi-waterdicht: perfect voor zwaardere voeten. Wie zweetvoeten heeft, neemt beter geen gelakt leder, terwijl chroomvrij gelooid leer aangewezen is bij allergieën. Ook de keuze van de zool telt. Bij een luxeschoen wordt het hele onderwerk handmatig vervaardigd, en tweemaal genaaid. Ook een antisliplaag of extra versteviging remmen slijtage af. Een volledig lederen zool laat transpireren toe. In zijn winkels maakt Mezura gebruik van spitstechnologie: scanners meten nauwkeurig en vingervlug elke voet. De digitale voetprint gaat on line naar het atelier in Diest, waar hij per computer vertaald wordt in een individuele schoenleest (eenmalig, 3000 fr.) – de basis voor alle nieuwe bestellingen. Toch blijft ambachtelijk meesterschap belangrijk, meent Kovacic: “Schoenen zijn precisiewerk. Een millimeter te veel of te weinig kan grote ongemakken veroorzaken. Bovendien zijn er factoren waarop je geen invloed hebt, zoals het rekken van leder en het uitzetten van vermoeide voeten.” Na het scannen, volgen manuele metingen en een blauwdruk die de steunpunten toont. Twee weken later is een passchoen klaar, de schoenen zelf vergen vier weken: ze worden immers niet per paar, maar per stuk gemaakt.

“Elke voet is anders”, zegt Kovacic. “De ene voet is breder of hoger dan de andere. Soms verschilt zelfs de maat. Wist je dat sommige mensen daarom twee paar dezelfde confectieschoenen kopen?” Als kroon op het werk schrijft Mezura in elk paar schoenen de naam van hun nieuwe eigenaar.

Mezura, Treurenberg 11, 1000 Brussel, Waalse Kaai 20, 2000 Antwerpen en Koning Albertstraat 72A, Diest. Info: Tel. 0800-95 150. Op pagina 259 van dit nummer vindt u een aankondiging van een lezersrendez-vous ‘Mezura: de hand van de meesterschoenmaker’.

Het familiebedrijf

Maatwerk zoals mannen het willen, dat is het doel van Ivo de Bisschop (45), de vierde telg aan het hoofd van de gelijknamige kleermakersfamilie. Ruim 100 jaar geleden bezocht overgrootvader en meester-kleermaker Franciscus de klanten nog per fiets. De familie werd zo succesvol dat ze voor Expo ’58 de Amerikaanse hostesses kleedde en zich in Brussel vestigde. Met de komst van de confectiekleding in de jaren ’70, werden uniformen voor (overheids)bedrijven de hoofdactiviteit.

Midden jaren ’90 pakte Ivo de Bisschop naald en draad weer op, en opende hij de eerste boetieks van Bishop Tailors. “In grotere kledingzaken moet je het modebeeld volgen. Bij ons kunnen mannen hun persoonlijkheid laten spreken op een betaalbare en efficiënte manier. Zoals doorsneemannen het willen.” Bishop Tailors poogt consequent drempels weg te nemen. Niet alleen wat de prijs betreft (een pak kan al vanaf 22.900 fr.), maar ook door de flexibele openingsuren, voldoende parkeerruimte, nabestelling per telefoon en thuislevering. Ook het winkelbezoek verloopt zonder poespas. “Mannen willen vlot en doelgericht geholpen worden”, zegt de Bisschop. “Vragen stellen, vermijdt al heel wat tijdverlies: waartoe dient het pak? Is het aan een gelegenheid of een seizoen gebonden, welke stoffen en kleuren ziet u het liefst? Een zakenman die veel reist, heeft kreukbestendige stoffen nodig. Wie van makkelijk houdt, toon je niet de meest delicate stoffen.” Bovendien biedt Bishop Tailors halfmaatwerk, wat de zaken vereenvoudigt. Klanten passen een basismodel uit de pasreeks, waarop aanpassingen gebeuren volgens de opgemeten lichaamsbouw. Uit staalkaarten kiest men de perfecte stof, terwijl boeken de talloze modellen tonen. Ondertussen vraagt de verkoper naar de gewenste afwerking. De collecties die Bishop Tailors samenstelt, geven meteen een indruk van de nieuwste tendensen inzake schouderbeeld, kraag, zakken en knoopsgaten. “Je kiest zelf het patroon”, zegt de Bisschop. “Vroeger deed de snijder dat. Na twee pasbeurten zag je het eindresultaat nog altijd niet, hier voel je meteen hoe een pak zit.” Het kostuum wordt in het buitenland gemaakt en is na drie weken klaar. Kleinere correcties worden in het atelier van het Brusselse hoofdkantoor uitgevoerd. Ook daar ontvangt de Bisschop klanten, op afspraak. Ze worden er onthaald in een huiskamerachtige omgeving, in het bijzijn van het atelierhoofd. De Bisschop: “We werken altijd klant per klant, want maatwerk steunt op vertrouwen en discretie. Mannen beschouwen hun kleermaker als iets persoonlijks, ze geven zijn adres niet snel door.” Moeilijke klanten zijn er volgens hem niet: “Uiteraard heeft men grote verwachtingen. Wie voor maatwerk kiest, wil 100 procent tevreden zijn.”

Bishop Tailors, Rollebeekstraat 46, 1000 Brussel; Leopoldstraat 49, 2018 Antwerpen; Vlamingstraat 16, 8000 Brugge. Info: Tel. 03-231 84 84.

Wim Denolf / Foto’s Catherine Lambermont

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content