‘Vrouwen leidden in de middeleeuwen allerminst een lijdzaam leven binnenshuis’

Elke week leest Knack Weekend-redactrice Nathalie Le Blanc een boek uit. Deze week verdiepte ze zich in Wijvenwereld. Vrouwen in de middeleeuwse stad. van Jelle Haemers, Andrea Bardyn en Chanelle Delameilleure.

Korneel is 19, en heel stellig. Als hij later, pakweg over een jaar of tien, genoeg zou verdienen, dan zou zijn vriendin waarschijnlijk al zijn vrouw zijn, en niet meer hoeven te werken. Want dat is wat alle vrouwen willen, knikte hij. Zo hoort het, want zo was het altijd geweest, vroeger. De reacties van de mensen rond de tafel waren explosief. Dat is helemaal niet wat alle vrouwen willen, vonden alle vrouwen, inclusief zijn moeder. Werk is niet alleen een corvee, maar geeft ook voldoening, klonk het. Het maakt vrouwen onafhankelijk én een stichtend voorbeeld voor hun kinderen. Bovendien kan de maatschappij het zich niet permitteren om de helft van het talent te verkwanselen. Dat er toch iemand voor brood op mijn plank moet zorgen, voegde ik als enige single in het gezelschap toe.

De mannen knikten. Een van de mannen, een leraar geschiedenis, probeerde de discussie af te sluiten met een historische dooddoener. ‘Het idee van de vrouw aan de haard is een illusie’, debiteerde hij. ‘Wie een beetje zijn geschiedenis kent, weet dat alleen steenrijke vrouwen niet werkten. Verder moest iedereen werken om te overleven – mannen, vrouwen en zelfs kinderen.’ Hij keek de tafel rond. ‘Of heeft niemand hier Daens gezien, misschien?’

Vrouwen leidden in de middeleeuwen allerminst een lijdzaam leven binnenshuis.

Tijdens de autorit naar huis overliep ik in gedachten de hardwerkende vrouwen die mij voorgingen. Mijn moeder Rita maakte bij General Motors aan de band autostoelen en verdiende later de kost in een callcenter. Haar moeder Iréne werkte zoals veel Oostendse vrouwen elke zomer het seizoen, meestal in een hotel, soms in een restaurant. Haar moeder, Ida, zorgde er als vissersvrouw voor dat de vangst van haar man en zonen verkocht raakte, net zoals haar moeder, Mathilde, haar had voorgedaan.

Ik kan dit lijstje niet vervolledigen tot in de middeleeuwen, want tot 1845 ken ik mijn familiegeschiedenis niet, maar na nog maar een paar bladzijden lezen in Wijvenwereld, vermoed ik dat dit misschien wel zou lukken. Het cliché van de middeleeuwen als donkere tijd voor vrouwen, met veel geweld en een door mannen gedomineerde samenleving, wordt in dit boek vakkundig uitgekleed. ‘Hoewel hun rechten en bewegingsvrijheid beperkter waren dan die van mannen, leidden vrouwen allerminst een lijdzaam leven binnenshuis’, lees ik. En ook: ‘Het idee dat geld verdienen uitsluitend een mannelijke taak was en de zorg voor het huishouden aan vrouwen toekwam, is veeleer een negentiende-eeuwse uitvinding.’ Vrouwen werkten in de stad onder andere als dienstmeid, worstendraaister, tassenmaakster, viswijf, wolbewerkster, bakster, leerlooister, smid, vroedvrouw, oudeklerenkoopster, brouwersmeesteres, huidenvetster, hovenierster, bordeelhoudster, schilderes, librariër, bontwerkster of steenschoonmaakster op bouwwerven. Sommigen bouwden hun eigen zaak uit als coopwijf, in vastgoed of als geldschieter. Een Spaanse kapitein op doorreis, Alfonso Vasquez, verbaasde zich over de geletterdheid en de economische bedrijvigheid van de Brabantse vrouwen en ik begrijp hoe dat voelt, want dit boek schetst een bonte maar vooral verrassende wijvenwereld. Als Korneel binnenkort twintig wordt, weet ik welk cadeau hij krijgt.

Wijvenwereld. Vrouwen in de middeleeuwse stad. Van Jelle Haemers, Andrea Bardyn en Chanelle Delameilleure, uitg. Vrijdag, 24,95 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content