Sociaal wetenschapper Koen Pepermans: ‘Menselijk gedrag laat zich nooit in cijfers alleen vatten’

© FRED DEBROCK

Koen Pepermans (50) is sinds 2008 directeur van de faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen en nam mee het initiatief voor de Grote Coronastudie. Die gaat om de twee weken na hoe we omgaan met de coronacrisis en loopt volgende week precies een jaar.

De coronacrisis gaat ook over zingeving. Heel wat van onze medewerkers hebben zich het voorbije jaar afgevraagd of ze niet beter in een woonzorgcentrum zouden gaan werken of als vrijwilliger in een testcentrum. Zulke bedenkingen maakte ik mezelf ook. De goede werking van de faculteit en de continuïteit van onderwijs en onderzoek kwamen eerst, maar daarnaast rees toch de vraag wat ik nog kon betekenen in deze ongeziene tijden. Beleidsmakers hadden ondersteuning nodig, ik had ervaring met surveys en statistisch onderzoek rond mentaal welzijn – de keuze om me mee achter de Grote Coronastudie te scharen, was snel gemaakt.

Een leidinggevende die nooit zijn kwetsbaarheid toont: dat zet medewerkers niet aan om je in vertrouwen te nemen.

Uitzonderlijke omstandigheden vragen om flexibiliteit. Als faculteitsdirecteur ga ik voor de best functionerende organisatie, maar ik besef ook dat het nu zeker zo belangrijk is om oog te hebben voor het menselijke aspect. Iedereen spartelt zich op zijn manier door deze crisis, vanuit zijn thuissituatie en met zijn eigen gevoeligheden – een beetje begrip voor ieders noden en beperkingen is het minimum. De ervaring met werkrelaties heeft me ook geleerd dat ik daar zelf open en eerlijk in moet zijn. Een leidinggevende die nooit zijn kwetsbaarheid toont: dat zet medewerkers niet aan om je in vertrouwen te nemen.

IT-projecten zijn mijn creatieve uitlaatklep. In mijn tienerjaren was zelf programmeren meer een noodzaak dan het nu is, maar ook voor de back-end administratie van evenementen als Rock Werchter en Dour Festival ontwikkel ik nog altijd mijn eigen software. Van nul iets opbouwen dat anderen kunnen gebruiken, dingen zelf doen werken: dat geeft veel voldoening.

Geluk schuilt voor mij niet in euforie. Ik ben meer het gelijkmoedige type: mijn pieken zijn niet hoog, mijn dalen zijn niet diep. Een kwaal van onze tijd is dat ervaringen steeds intenser moeten zijn, het leven als één opwindend gebeuren, maar op lange termijn is dat niet houdbaar. Ik heb zowel privé als professioneel veel om dankbaar voor te zijn – ik verkies dat soort geluk boven voorbijgaande momenten van extase.

Van nul iets opbouwen dat anderen kunnen gebruiken, dingen zelf doen werken: dat geeft veel voldoening.

De vinger op de wonde leggen is niet het moeilijkste werk. Wij kunnen als wetenschappers wel zeggen dat studenten, mensen die inkomensverlies lijden en alleenstaanden het mentaal erg moeilijk hebben en dat ons welzijn opveert bij elke versoepeling van de maatregelen, maar dat is een luxepositie. De echte uitdaging is voor de adviesorganen en beleidsmakers die met die resultaten aan de slag moeten. Elke versoepeling houdt risico’s in, wat betekent dat er op korte termijn geen gemakkelijke keuzes zijn.

In een gezonde relatie kun je jezelf blijven. Myriam en ik letten er ook na dertig jaar nog op dat we voldoende tijd maken voor elkaar en dingen samen doen, maar daarnaast geven we elkaar de ruimte om onze eigen interesses en passies te ontplooien. Anders verstik je elkaar en wordt alles een onderhandelingsproces.

Mijn jaren bij de scouts komen me nog altijd van pas. Het idee dat je op alles voorbereid moet zijn, dat nieuwe ontwikkelingen je zullen dwingen om snel te schakelen: daar krijg ik ook in de faculteit voortdurend mee te maken. Studenten en onderzoekers komen en gaan, programma’s evolueren – mijn werkomgeving is alleen maar verandering. Niet dat ik het anders zou willen: nieuwe uitdagingen maken het altijd makkelijker om je drive te behouden.

Menselijk gedrag laat zich nooit in cijfers alleen vatten. Gemiddelden en percentages bieden beleidsmakers een houvast, maar als onderzoeker moet je op een bepaald moment naar de individuele verhalen van mensen luisteren. Voor mij zijn de antwoorden op de open vragen van de Grote Coronastudie dus minstens zo belangrijk als de grote lijnen. Iemand die over zijn eenzaamheid vertelt, een kind dat een grootouder verloor aan corona zonder afscheid te kunnen nemen: de getuigenissen komen hard binnen, maar ze motiveren me ook om ermee door te gaan en mensen een stem te geven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content