Dichteres Maud Vanhauwaert: ‘Dé smaak van de zomer? Overrijpe Cavaillon en rode wijn met vliegjes in’
Twee maanden lang vertellen interessante mensen ons over hun zomerwensen en -plannen. Vandaag: Antwerps stadsdichter Maud Vanhauwaert. ‘Tijdens een zomerkamp plooide ik tien dagen lang origami kikkertjes, bang denkend dat mijn ouders nooit meer zouden komen. ‘
Sinds begin dit jaar is Maud Vanhauwaert stadsdichter van Antwerpen. Ze volgde collega-dichter Maarten Ingels op. ‘Er zijn opvallend veel jonge vrouwelijke dichters opgestaan de voorbije jaren in Vlaanderen en Nederland’, vertelde Vanhauwaert in januari aan Knack. ‘Daar kon de stad gewoon niet omheen. Niet dat ik de ambassadeur ben van die generatie, maar… misschien toch een soort vertegenwoordiger?’
Van 2 tot 12 augustus cureert Vanhauwaert het Antwerp Queer Arts Festival. Naast een radioshow rond coming outverhalen en een lesbische literaire avond met sprekers als Maartje Wortel en Gaea Schoeters, maakte de dichteres ook een nieuw stadsgedicht waarbij ze het queer-thema op een speelse manier benadert. Met een installatie en bijpassende publicatie toont ze tijdens de Antwerpse Museumnacht haar eigen interpretatie van het bekende spelletje Wie is het? in het Museum Aan de Stroom (MAS).
Welke zomer heeft je leven veranderd?
MAUD VANHAUWAERT: De zomer van 2008. Ik ging toen een maand alleen reizen in de States. Die eerste reis op mijn eentje heeft veel indruk op mij gemaakt en werkt tot op de dag van vandaag inspirerend. Ik nipte er van een vreemde en ietwat verslavende cocktail van vrijheid en eenzaamheid.
Welk boek moeten we deze zomer zeker lezen?
VANHAUWAERT: Het Boek der rusteloosheid, van Fernando Pessoa. Een boek dat, wanneer je het ook leest, en waar je het ook openslaat, altijd op het gepaste moment lijkt te komen. Het boek past bij alle seizoenen. Of beter: alle seizoenen passen bij dit grandioze boek.
Hoe lang zou je ideale zomer duren?
VANHAUWAERT: Ik mis de lange zomervakanties van vroeger. Toen twee maanden de oneindigheid was. Ik probeer altijd wel een zomerpauze in te lassen, maar al snel begin ik dan aan de kop en de staart ervan te knabbelen. Vaak probeer ik dan in september nog een reis te maken, wanneer bijna iedereen alweer werkt. Noem het maar een klein sadistisch genot.
Vaak probeer ik in september nog een reis te maken, wanneer bijna iedereen alweer werkt. Noem het maar een klein sadistisch genot.
Is er een zomerlief dat je nooit zal vergeten?
VANHAUWAERT: Ik was achttien, het was zomer, en ik deed een theaterstage in Engeland. Op de busreis terug ontmoette ik een meisje waar ik hartstochtelijk verliefd op werd. De reis duurde slechts een paar uur, maar de verliefdheid schroeide meer dan vier jaar. Ik durfde haar dat pas jaren later zeggen.
Naaktstrand of toch maar liever mét badpak?
VANHAUWAERT: Naaktstrand, maar op een afgelegen plek, waar niemand mij ziet.
Favoriete bezigheid bij slecht weer?
VANHAUWAERT: Van zodra ik in een nieuwe stad ben, wil ik zo snel mogelijk naar het museum voor hedendaagse kunsten. Door witte ruimtes dwalen en ontregeld worden door rare dingen. Weinig dat mij meer tot rust brengt.
Wat is voor jou dé smaak van de zomer?
VANHAUWAERT: De smaak van een overrijpe Cavaillon en van rode wijn met vliegjes in.
Welke ijssmaak ontbreekt er nog op deze wereld?
VANHAUWAERT: Ik werkte ooit als jobstudent in een ijsjeskraam op de zeedijk. Ik liet een bak ijs vallen, waardoor er zandkorreltjes in kwamen. Ik dacht: misschien moet ik het verkopen als nieuwe smaak. ‘Een bolletje nostalgie.’ Verder dan een gedachte kwam het gelukkig niet.
Op de busreis na een theaterstage in Engeland ontmoette ik een meisje waar ik hartstochtelijk verliefd op werd. De reis duurde slechts een paar uur, maar de verliefdheid schroeide meer dan vier jaar.
Waar ga jij voor je ideale zomerterras?
VANHAUWAERT: Op mijn eigen terras is er helaas alleen plaats voor mijn vuilniszakken. Maar ik ga heel graag zitten in het parkje achter ‘mijn blok’. Daar is een kleine ponton, waar altijd eendjes rond zwemmen. Dat pontonnetje – wat een schattig woord trouwens – waarop ik soms ga picknicken, is mijn ideale zomerterras.
Wat was de eerste reis die je ooit alleen maakte?
VANHAUWAERT: Toen we zes waren stuurden mijn ouders mij en mijn zus naar een Franstalig kamp, in de Ardennen. We waren de enige kinderen die geen Frans spraken. De enige woordjes die wij kenden waren bonjour en – vraag mij niet waarom – lait. Daar kwamen we niet ver mee! We hebben tien dagen lang origami kikkertjes geplooid, bang wachtend. Ik dacht dat mijn ouders nooit meer zouden komen. Ik was zo opgelucht toen ik de rode auto van mijn vader de oprit zag oprijden..
Welke reis zou je nooit opnieuw doen?
VANHAUWAERT: Vorig jaar reisde ik samen met mijn vriendin naar Zuid-Oost-Azië. Op één maand tijd reisden we door Thailand, Vietnam en Cambodja. We waren misschien iets tè reislustig. Een volgende keer doen we het rustiger aan.
Wat ontbreekt er nooit in je reiskoffer?
VANHAUWAERT: Een klein schrijfboekje, van mijn favoriete merk Reclam. En ‘Compeed’-pleisters voor de blaren op mijn voeten. Ik hou ervan om uren en uren rond te dolen in een stad.
Pas toen hij mij, in een nauw steegje, in een nis liet staan en mijn blote voeten wilde kussen begreep ik dat hij misschien wel een fetisjist was, met oneerbare voorstellen. Ik was zo traag van begrip!
Vertel ons over een klein, geheim adresje in het buitenland dat je kent.
VANHAUWAERT: Vorig jaar ging ik naar het Pen International congres in Lviv. Ik was bijzonder gecharmeerd door de Oekraïnse stad. Een grote aanrader! Ideaal voor een citytrip.
Als je je minibar zelf zou kunnen vullen, wat steekt er dan zeker in?
VANHAUWAERT: Belgisch bier! Een kenner ben ik niet, maar een liefhebber des te meer. Een dag zonder pintje is een uitdaging voor mij. Oh, en een grote reep Toblerone mag ook niet ontbreken.
Wat is je favoriete buitenlandse zin?
VANHAUWAERT: Se non è vero, è ben trovato. Ook als het niet waar is, is het goed gevonden. De legitimatie voor een goed verhaal.
Wat is het mooiste souvenir dat je ooit meebracht?
VANHAUWAERT: Ik was vorig jaar in Zuid-Afrika. Ik stond plots oog in oog met een houten giraffe, die mij heel aandoenlijk aankeek. Ik raakte er meteen aan gehecht en kocht hem. Het was een heel gedoe om hem tot in Antwerpen te laten verschepen, en toen hij eindelijk arriveerde, bleek een oortje en ook drie van zijn poten gebroken. Hij past net onder het plafond, en kijk, nu staat er een giraffe aandoenlijk mijn woonkamer in te turen.
Wat is je grappigste reisanekdote?
VANHAUWAERT: Ik was vorig jaar in Mexico City. Daar werd ik op straat aangesproken door iemand die mijn voeten wilde fotograferen. Naïef als ik ben, dacht ik dat het bij een of ander artistiek project hoorde. Ik ging met de man mee, deed mijn schoenen voor hem uit en bood hem uit eigen beweging mijn telefoonnummer en e-mailadres aan. Pas toen hij mij, in een nauw steegje, in een nis liet staan en mijn blote voeten wilde kussen begreep ik dat hij misschien wel een fetisjist was, met oneerbare voorstellen. Ik was zo traag van begrip! Mijn vrienden lachen mij er nog altijd mee uit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier