We overdrijven niet als we witloof als Belgisch erfgoed omschrijven. Gesmaakt tot in de Verenigde Staten of Japan, maar ook geteeld door jonge moderne landbouwers die de liefde voor de stiel koppelen aan de wil om nieuwe uitdagingen aan te gaan. Eén van hen is Sam Magnus uit Merchtem, die ons met zichtbaar plezier uitlegt wat hem drijft.
“We spreken elkaar als het slecht weer is”. Sam Magnus is duidelijk als we hem vragen wanneer hij tijd heeft om een interview te geven over het akkerbouwbedrijf van de familie Magnus in Merchtem. De weersomstandigheden zorgden voor een intensief najaar, maar daar moppert Sam niet over. “Wij willen kwaliteitsproducten afleveren en dan moet je gewoon rekening houden met die omstandigheden”, klinkt het. Het kwaliteitsproduct van de familie Magnus is witloof. Sam en zijn zus Tine vormen de vierde generatie, maar het waren hun ouders in de jaren ’80 van start gingen met het telen van witloof.
“Ik stak al van kindsbeen af mee de handen uit de mouwen op de boerderij. Op mijn veertiende vroeg mijn vader al mijn mening over belissingen die hij moest nemen.” Sam Magnus
Durven experimenteren
De teelt van witloof kreeg in 2005 een boost toen de familie zich specialiseerde in miniwitloof. Sam is fan. “Miniwitloof heeft niet alleen een handig formaat. Het is jong geteeld en daardoor fris en intens van smaak”, zegt hij. Witloof is een tweejarige teelt, waarbij de familie het eerste jaar de witloofwortels buiten op het veld kweekt. “Het tweede jaar groeien op die witloofwortels de witloofkrop bij ons binnen op het bedrijf. Omdat we een ruime teeltrotatie willen aanhouden, telen we ook aardappelen, tarwe, gerst, mais en zoete aardappelen. Het is heel boeiend om daarmee aan te slag te gaan. De zoete aardappel wint aan populariteit. Het is typisch Amerikaans, maar ik vind het een mooie uitdagingen om uit te zoeken hoe we dat in onze grond en in ons klimaat op de beste manier kunnen telen.” De liefde van Sam Magnus voor zijn producten gaat ook door de maag. Zelfs als kind was hij al liefhebber van het witloof dat zijn ouders teelden. “Ik eet het graag op alle mogelijke manieren: met hesp in kaassaus, koud gesneden of het nog het liefst zoals mijn moeder ze bereidt: kleine kropjes gebakken in de pan in lekkere boter. Heerlijk.”
Vroeg meedenken
Het typeert de 30-jarige akkerbouwer die van kindsbeen af mee de handen uit de mouwen stak op de boerderij. “Spelen en werken gingen hier hand in hand”, vertelt hij. “Het mooiste aan een boerderij is er opgroeien. De vrijheid, het buiten spelen, de ruimte die je als kind krijgt, maar ook nog even een klusje doen voor je met je vrienden gaat spelen… dat is het beste van twee werelden. Je krijgt discipline mee, maar kan toch ook zorgeloos genieten.” Een grote verrassing was het dan ook niet dat Sam na zijn studies Bio-ingenieurswetenschappen mee aan de slag ging op de boerderij. “Dat voelde inderdaad heel natuurlijk aan”, vertelde hij. “Mijn vader had ons al heel vroeg betrokken. Op mijn veertiende vroeg hij al mijn mening over beslissingen die hij moest nemen. Dat neem je mee, want over de uitdagingen moeten we blijven nadenken.”
Telen op gezonde grond
Die uitdagingen zijn inderdaad groter dan de keuze van de producten die de familie teelt. De natuur ligt hen na het hart. “De bodem is echt de basis van onze activiteiten”, legt Sam Magnus uit. “We maken werk van een gezondere bodem die van nature sterker kan omgaan met ziektes of tegenslagen. Met onder andere organisch materiaal en groenbedekkers stimuleren we het leven in de grond, maar we zorgen er ook voor dat de bodem vlotter vocht kan opnemen en naar de planten kan brengen.” Het valt op: als Sam Magnus over het innoveren praat, dan doet hij dat met evenveel passie als wanneer hij over de smaak van witloof vertelt. Het is een kwestie van overtuiging, merk je ook aan zijn verhaal over het ploegen van de grond. Hij gelooft sterk in grondbewerking waarbij niet wordt geploegd, maar enkel losgewerkt (niet-kerende grondbewerking). “Ook dat is een kwestie van durven bijleren”, zegt hij. “Wij zijn daar een zestal jaar mee bezig, maar het gaat om meer dan je ploeg aan de kant zetten. Je leert bijhorende problemen oplossen en verder bouwen. Wij geloven er sterk in dat we op die manier bijdragen aan gezondere bodem.”
WIN EEN FOODIEWEEKEND MET DE #BOERENTROTS-CAMPER
Zin om tot rust te komen op de boerderij en daar het lekkerste uit de streek te proeven? #Boerentrots geeft drie weekends met een hippe camper weg, waarmee je het Vlaamse platteland kunt verkennen én op een mooie boerderij mag neerstrijken. In je knap uitgeruste camper kun je zelf aan de slag met kraakverse boerderijproducten.
Maar op zaterdagavond komt een kok een heerlijk diner met de beste lokale ingrediënten voor jullie klaarmaken. Je krijgt verder nog een kampvuurconcert en je mag natuurlijk het leven op de boerderij vanop de eerste rij meevolgen.
Registreer je hier om kans te maken op dit smakelijkeboerderijweekend.