Wie was de Belgische Charlotte Perriand? 7 vergeten straffe vrouwelijke designers uit eigen land
Met Untold Stories vertelt Design Museum Brussels de verhalen van dik vijftig vrouwelijke Belgische ontwerpers die tot nu toe verstopt zaten in archieven. We pikten er zeven uit. ‘Dit is het topje van de ijsberg.’
Ooit gehoord van Sylvie Feron, Elisabeth Vanhoegaerden of Hélène Van Coppenolle? Hopelijk wel, want ze speelden een grote rol in de designgeschiedenis van ons land. Ze zijn, zeg maar, ‘onze’ Eileen Gray, Ray Eames en Charlotte Perriand. Maar de kans is veel groter dat je hun namen nog nooit hebt gehoord. Zoals in zowat elk domein haalden vooral mannen de geschiedenisboeken. Al gaat die patriarchale bril langzaam af en krijgen vrouwen de zichtbaarheid die ze al die jaren misten. Zo opent in Design Museum Brussels een tentoonstelling met het werk van meer dan vijftig vrouwelijke Belgische ontwerpers die actief waren in de periode 1880-1980.
Pionierswerk
Die show is bijzonder, want veel van de geëxposeerde stukken zaten jarenlang verstopt onder een dikke laag vergetelheid en worden nu voor de allereerste keer getoond. Met andere woorden: het is pionierswerk. De expo is dan ook gebaseerd op nieuw onderzoek.
‘Wie denkt dat meubelontwerp en interieur vroeger het alleenrecht van mannen waren, heeft het mis. Er waren wel degelijk veel vrouwen die ermee bezig waren. Je moet gewoon wat moeite doen om ze te vinden. We zochten in archieven, publieke collecties en privéverzamelingen. De ruim vijftig namen die we hier tonen, zijn maar een topje van de ijsberg’, vertelt Nina Serulus, die samen met Marjan Sterckx en Javier Gimeno-MartÃnez de expo cureerde. Eerder al werkte ze mee aan Wiki Women Design: een project van het VAI (Vlaams Architectuur Instituut) dat via Wikipedia het werk van (nog onbekende) vrouwelijke ontwerpers op de kaart zet.
Vrouwen leerden onder meer borduren om hun geduld en esthetisch oog te oefenen, al zetten ze die vaardigheden later ook in voor feministische doeleinden.
Nina Serulus
De expo heet Untold Stories, omdat ze een onvertelde Âgeschiedenis blootlegt. Bij de getoonde objecten zit veel textiel en beschilderde keramiek, traditioneel ‘vrouwelijkere’ domeinen die het label huisvlijt zouden kunnen krijgen. ‘Vrouwen leerden onder meer borduren om hun geduld en esthetisch oog te oefenen, skills die van pas kwamen als echtgenote en moeder’, vertelt Serulus. ‘Al zetten ze die vaardigheden later ook in voor activistische, feministische doeleinden.’
Het is een zijluik van de internationale tentoonstelling Here We Are over hetzelfde thema. Die was eerder al te zien in Rotterdam, Barcelona en Wenen en toont het werk van tachtig vrouwelijke ontwerpers van 1900 tot nu.
Untold Stories en Here We Are! openen op 16 oktober, meer info en tickets op de website.
7 Belgische vrouwelijke ontwerpers om te leren kennen
Sylvie Feron
Maakte met haar ontwerpstudio en designgalerie een grote creatieve én commerciële impact.
De Brusselse Sylvie Feron (1898-1984) trok in de jaren 20 naar Parijs om te studeren aan de École des arts decoratifs. ‘Een prestigieuze opleiding waar ze afstudeerde als beste van de klas’, vertelt Nina Serulus. Daarna werkte ze voor Atelier ÂPomone, de ontwerpstudio van grootwarenhuis Le Bon Marché, waar ze onder meer meubelen en winkelinrichtingen tekende. Ze ontmoette er ook haar man, René Baucher. Samen startten ze een ontwerpbureau voor meubelen en interieur.
In die periode nam ze onder haar eigen naam deel aan de wereldtentoonstelling in Parijs, waarvoor ze een medaille kreeg. Na de geboorte van hun zoon (architect Lucien-Jacques Baucher) verruilden ze Parijs voor Brussel. Ze zetten hun studio verder en realiseerden interieurs voor onder andere de Nationale Bank van België, Hotel Métropole en de bekende Boël-familie.
Als verlengstuk openden ze Galerie Baucher-Feron op de Louizalaan 108. Daar verkochten ze hun eigen ontwerpen, maar ook de meubelen van onder meer Le Corbusier, als allereerste in België. De appel viel niet ver van de boom: Ferons overgrootvader was medeoprichter van de beroemde decoratieÂwinkel Établissements Vanderborght in Brussel. Het archief van Sylvie Feron en René Baucher is sinds kort ondergebracht in Design Museum Brussels.
Elisabeth Vanhoegaerden
Werkte veel samen met haar man Louis Herman De Koninck, maar kreeg daar nooit erkenning voor.
Veel getalenteerde ontwerpsters worden enkel nog herinnerd als ‘vrouw van’. Ze droegen vaak substantieel bij aan het oeuvre, maar kregen daarvoor nooit erkenning. Elisabeth Vanhoegaerden (1896-1964) is een van hen. Ze was getrouwd met Louis Herman De Koninck, de gerespecteerde Brusselse architect die je misschien kent van zijn Villa Paquebot. Of van zijn nog altijd populaire Cubex-keukens.
‘Zeker in het begin van zijn carrière werkten ze veel samen. Maar wie wat deed, is vaak onduidelijk. Er is één behangpapier dat Vanhoegaerden zeker maakte. Dat tonen we op de expo’, vertelt medeÂcurator Nina Serulus. ‘Ik vond in het archief stickers om plannen te signeren met hun twee namen erop. Van een paar exemplaren was haar naam afgeknipt.’
Marie Wabbes
Is bekend als kinderboekenillustrator, maar met haar werk voor kindermerk Dujardin schopte ze het tot de rekken van Bergdorf Goodman.
Meer dan tweehonderd kinderboeken heeft Marie Wabbes (1934) op haar naam staan. Maar slechts weinigen weten dat ze 25 jaar lang dessins ontwierp voor de gordijnen en het bedlinnen voor kinderkamers van het populaire merk Dujardin. Dat werd verkocht tot in het prestigieuze New Yorkse grootwarenhuis Bergdorf Goodman en Japanse department stores. Qua internationaal succes hoefde ze dus niet onder te doen voor haar man, interieurarchitect en meubelontwerper Jules Wabbes.
Serulus: ‘Marie werd als veertiger al weduwe, met vier kinderen. Ze werkte hard en bouwde een indrukwekkende carrière uit. Zo werkte ze ook vijftien jaar voor de krant Le Soir. Ze schreef en tekende voor de kinderboekenrubriek en tijdens Expo 58 maakte ze geïllustreerde reportages.’
Elisabeth De Saedeleer
Pionierde als lerares op La Cambre.
De Saedeleer (1902-1972) was een van de eerste docenten op La Cambre, voluit het ‘Hoger Instituut voor Sierkunsten van Ter Kameren’, dat Henry Van de Velde oprichtte in 1927. ‘Die opleiding is een mijlpaal in de designÂgeschiedenis, want alle opleidingen stonden open voor mannen én vrouwen. In die zin was het progressiever dan Bauhaus, waar vrouwen enkel textiel mochten volgen’, aldus Nina Serulus.
‘De voorloper van La ÂCambre was Institut Bischoffsheim, dat in 1865 opende als eerste beroepsschool voor meisjes waar ze mode en artistieke richtingen konden studeren. Onder meer juwelenontwerper ÂPhilippe Wolfers gaf daar les.’
Vijftien jaar lang leidde De Saedeleer, die ook de dochter van de Latemse schilder Valerius De Saedeleer was, het weef- en tapijtatelier van La Cambre. Daarnaast runde ze haar textielstudio. Ze maakte haar eigen tapijten, maar produceerde ook voor kunstenaars zoals Gustave Van de Woestyne en Albert Van huffel, van wie een tapijt te zien is op de expo.
Hélène Denis-Bohy
Gebruikte haar designskills om feministische en politieke boodschappen te verspreiden.
Als een van de eerste studenten van La Cambre, schreef Hélène Denis (geboren in 1902, sterfdatum niet bekend) zich in 1928 in voor de richting typografie en drukkunst. Ze maakte feministische pamfletten die ze drukte op de drukpers van school. Het lettertype dat ze daarvoor koos is Futura. Dat geoÂmetrische font werd in 1927 ontworpen door Paul Renner en is een heel moderne schreefloze letter.
‘De allereerste die het lettertype aankocht in België was Henry Van de Velde. Het was bedoeld voor de drukkerij van La Cambre die daarmee de eerste gebruiker werd van Futura in België’, vertelt Serulus. Hélène ÂDenis was een van dé feministische referenties in België. Haar engagement erfde ze van haar grootvader Hector Denis, politicus, hoogleraar en vrijdenker. Haar man, Georges Bohy, was een socialistische politicus die later ook minister werd.
Hélène Van Coppenolle
Richtte Sint-Lucas Antwerpen op.
Niemand weet dat, maar Sint-Lucas Antwerpen werd opgericht door Hélène Van Coppenolle (1905-1985). ‘Een heel straffe dame die deelnam aan veel wereldtentoonstellingen, zoals in 1937 in Parijs, in 1939 in New York en in 1958 in Brussel’, vertelt curator Serulus. ‘Van Coppenolle studeerde publiciteit, illustratie en graveerkunst. Op haar 27ste, in 1932, richtte ze het Sint-Lucaspaviljoen op. Een zogenaamde Section des Arts Decoratives gelinkt aan het Antwerpse Sint-Jozefinstituut.
Serulus: ‘Ze wist meteen bekende namen te strikken voor haar lerarenkorps. De eerste diploma’s werden ondertekend door Jos Léonard, Joris Minne en Eugeen Yoors. Van Coppenolle bleef directeur tot aan haar pensioen, waarna de school evolueerde tot het Sint-Lucas zoals we het nu kennen. Naast haar rol als schooldirecteur ontwierp ze onder meer affiches voor het Middelheim Museum en illustreerde ze boeken van Stijn Streuvels.’
Mig Quinet
Is bekend als schilder, maar ontwierp ook art-decomeubelen.
De Brusselse Irma ‘Mig’ Quinet (1906-2001) had een carrière van meer dan vijftig jaar. In 1922 startte ze tekenlessen aan de AcaÂdémie des Beaux-Arts in Brussel. Waarna ze ook zichzelf leerde schilderen. Aanvankelijk waren haar schilderijen sterk beïnvloed door het Belgische modernisme en door internationale stromingen zoals het constructivisme. Ze ontwierp ook verschillende meubelen in art-decostijl. Zoals een stoel, een lage kast en een klok die nu in de collectie van CIVA zitten.
‘Mig Quinet verkeerde in avant-gardistische kringen en had nauw contact met tenoren als Victor Servranckx en Marcel-Louis Baugniet. Ze danste bij Akarova, dat is de artiestennaam van danseres en kunstenares Marguerite Acarin die zich inspireerde op de Ballets Russes, en tevens de vrouw van Baugniet’, vertelt curator Nina Serulus. Na WOII evolueerde haar stijl richting de abstractie. Quinet is dan ook een van de oprichters van Jeune Peinture belge, een beweging waartoe ook onder meer James Ensor en Pierre Alechinsky behoren. Daarmee exposeert ze in binnen- en buitenland, al heeft ze ook verschillende solotentoonstellingen in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. Haar dochter Nicole De Nobele richtte in 2012 een stichting op om haar moeders werk bekender te maken.
Lees ook: De gulden middenweg: wat is het midimalisme en hoe haal je deze interieurtrend in huis?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier