Lichtkunstenaar Marnick Smessaert: ‘Ik heb nog nooit een lelijk ding gemaakt’

© Damon de Backer
Nathalie Le Blanc
Nathalie Le Blanc Journalist Knack Weekend

Marnick Smessaert wil zichzelf geen designer noemen. Maar de ontwerpen die zijn bedrijf Dark al sinds 2000 creëert, doen heel wat werelden oplichten.

“Ik wil dat mensen een oeioei’ke voelen. Dat ze iets meteen mooi vinden, gevolgd door een steek, omdat ze denken dat het onbetaalbaar is. Wat het dan vaak niet is.” Het is duidelijk wat Marnick Smessaert, de man achter Dark, drijft: emotie en liefde voor schoonheid. De licentiaat aardrijkskunde kwam na een aantal logistieke jobs bij een lichtbedrijf terecht, begon in 2000 met Dark zijn eigen zaak, en hoopt dit jaar zijn honderdste designaward te winnen. “Ik had zes jaar lagers en bouten verkocht en plots leerde ik mensen als Maarten Van Severen kennen en ging het over schoonheid. Maar het was een bedrijf in transitie, en die wilde niet lukken. Dus begon ik voor mezelf, ik wilde uitgesproken objecten maken die er staan en emoties uitlokken. Elk lichtbedrijf had het woord licht in zijn naam, dus leek Dark een goede naam. (lacht) We hadden twee basisideeën: dingen maken die nog niet bestonden en fuck aluminium. Omdat in 2000 alle verlichting rond, vierkant, zwart, wit of van aluminium was. Onze eerste successen waren een interessante variatie op de saaie tl-bakken in kantoren met de Ie en Hype van Anthony Duffeleer en de Crosslight, die we met Jan Melis en Ben Oostrum maakten en die in het decor van De laatste show terechtkwam. Vandaag kan ik zeggen dat ik nog nooit een lelijk ding heb gemaakt.”

Mensen verlangen vandaag naar echtheid. Als je iets wilt doen met marmer, doe je dat ofwel met echt marmer, of je doet het niet.

Jij noemt jezelf geen designer, maar wat jullie maken is duidelijk wel design.

“Er belanden duizenden ideeën in de vuilnisbak omdat fabrikanten niet happig zijn om te investeren in de ontwikkeling ervan. Wij zijn dat wel. Ik ben goed in het oppikken van ideeën. Daarna gaat onze Dark-studio van productontwikkelaars met de ontwerper aan de slag. De ideeën bewegen, vervormen en evolueren op basis van de materialen die we willen gebruiken. Dat proces resulteert in unieke ontwerpen. We hebben ondertussen met een zestigtal mensen samengewerkt en onderweg blijkt dan altijd of iets maakbaar of betaalbaar is. Sommige prototypes worden niet uitgewerkt omdat we ze niet op punt krijgen of kunnen commercialiseren. Maar die eerste sparkle blijft. Er is geen cinema, we moeten niet brainstormen over hoe we iets in de markt gaan zetten. Wat wij maken, spreekt voor zich: je ziet het graag of je ziet het niet graag.”

© DAMON DE BACKER EN DARK

Wat was er zo anders aan Dark toen jullie in 2000 begonnen?

“De lichtwereld is altijd een beetje traag geweest. Er zijn duidelijke markten. De grote spelers maken technisch excellente producten waar je warm noch koud van wordt, bedoeld voor kantoren, winkelketens en supermarkten. Daarnaast produceren de decoratieve spelers verlichting voor privéwoningen en frivole hoekjes. Ik zie mezelf eerder als couturier dan als productontwikkelaar. Dark wil technisch hoogstaande maar door het design uitgesproken producten maken die zowel in een restaurant, hotelkamer als in je woonkamer passen. Als je licht wilt verkopen, moet je vooral luisteren naar de klant. Wat vindt hij mooi, wat heeft hij nodig… Daarmee leg je de puzzel. Voor sommige klanten maken we een paar stuks op maat. Soms gaan geslaagde producten daarna in onze collectie, soms niet, en soms voelen we zelf dat er iets ontbreekt. Van pakweg twee op de tien gesprekken die ik voer, rijd ik gefrustreerd naar huis, omdat wat we nodig hebben, niet bestaat. Dus maken we dat zelf. Toen we bijvoorbeeld beseften dat we geen Ibiza-lamp in onze collectie hadden, tekenden we Sangha, in veel versies en kleuren.”

Zijn jullie een soort vroedvrouw voor mooie lichtideeën?

“Ja, al is er soms wel wat tijd in de couveuse nodig. (lacht) Als ik interessante mensen tegenkom, vraag ik hun om iets te bedenken. Vaak is de reactie dan: ‘Ik heb een idee waar ik al lang mee speel, maar niemand wil het maken.’ Ik ben niet op zoek naar grote namen, maar we hebben met veel mensen samengewerkt voor ze groot werden. Het is mooi om iemand te zien groeien, al krijgen sommigen wel een krak in hun hoofd als ze succes krijgen. (lacht) Het gaat mij niet om de designer, maar om de kwaliteit van het idee. Aan de andere kant heb ik ook al mooie dingen niet gemaakt omdat het niet klikte met de ontwerper. Als je wilt pingpongen, heb je iemand nodig die de bal wil terugspelen, geen diva.”

Crosslight Dark
© Dark

Wanneer voel jij de vonk?

“Ik hou van echt. En ik probeer te voelen wat er leeft. Ik moet bijblijven. Vroeger waren beurzen toonaangevend, vandaag worden we online elke dag overspoeld door beelden. Mijn twee oudste kinderen zijn digitaal zeer actief en ik volg ook hun leefwereld. De covidcrisis zorgde voor een immense herschikking van de markt. Het stof moet nog gaan liggen, maar wat wel duidelijk is: mensen verlangen naar echtheid. Als je iets wilt doen met marmer, doe je dat ofwel met echt marmer, of je doet het niet. Voor de Chique moesten we op zoek naar iemand die een onderdeel van 340 op 37 millimeter uit marmer kan slijpen en boren. Een serieuze uitdaging, maar het resultaat voelt fantastisch. Hoe iets aanvoelt, is belangrijk. Als ik hoor dat iets in het echt beter is dan op de foto, ben ik blij.”

Materiaal doet ertoe?

“Voor een materialenfetisjist als ik is er altijd wel een nieuw materiaal om te onderzoeken. Zo wilde designer Didier François voor een villa in Zuid-Frankrijk een bol in fumé met een lichtgevend element, leren banden en een extra spot, allemaal in bronskleur. Dus gingen we op zoek naar een vakman die met zadelleer werkt. Als een vakman zegt: ‘Dat hebben we nog nooit gemaakt’, zijn we goed bezig. (lacht) De Cuiaba is zo mooi dat we hem op de markt brengen. We hadden tot voor kort ook nog nooit iets gedaan in terracotta, maar in de nieuwe collectie zit een versie van onze Elpee-lamp met een terracotta schijf. Door één ding te proberen, kom je op andere ideeën. Je zult zien: terracotta wordt weer hip. (lacht) Bovendien maak je met kwaliteit en materialen het verschil in een wereld waar alles gekopieerd wordt.”

Wij moeten niet brainstormen over hoe we iets in de markt gaan zetten. Wat wij maken spreekt voor zich: je ziet het graag of je ziet het niet graag.

Eindeloos kopiëren

Dat kopiëren is de laatste decennia steeds erger geworden.

“Het is verergerd én het gaat steeds sneller. De bedrijven die massaal kopiëren zijn sterk en draaien veel omzet. Maar veel start-ups overleefden de covidcrisis niet en dus hebben ze nu niemand meer om van te kopiëren. Vandaar dat de collecties vandaag zo saai zijn. (lacht) Wij proberen zo origineel mogelijk te zijn. Met kwaliteit en materialen, maar ook door alles in vraag te blijven stellen. Moet dat, zo ver gaan met die materialen? Is het geen overkill? Kunnen we het verkopen? Ontwerper Bjorn Verlinde wil zijn TOTM-lamp in kleuren zoals in Palm Springs. We zijn ondertussen aan piste nummer vier, want het moet juist zijn. Of liever: net fout. Zo’n fout rood of petroleumblauw, dat is echt mooi. We doen ons best, maar mijn conclusie is: Ikea heeft gewonnen. Formuledesign, kopieën, het is de realiteit. Een van de andere manieren waarop ik daartegen vecht, is oudere designs opnieuw oppikken.”

Cigar light Dark
Cigar © Dark

Jullie hebben twee ontwerpen van Ricardo Boffil opnieuw in productie genomen. Waarom?

“Omdat het oerobjecten zijn. Ontwerpen is compleet veranderd. Vroeger maakten designers dingen met hun handen, of op kalkpapier. Nu gebruiken ze computerprogramma’s. Daarom zien alle auto’s er hetzelfde uit. Kijk, zo’n tafel van Saarinen op een poot, dat ontwerp kun je simpelweg niet verbeteren. Ook in verlichting zijn er oerobjecten. Ricardo Bofill is een van mijn helden. Ik heb hem een paar keer gesproken, en wij maken nu de Aguja en RBA, twee van zijn ontwerpen uit de jaren 80, opnieuw. Een op een, zowel qua vorm als materiaal. Wat perfect is, is niet te kopiëren. Dat staat er gewoon. Dat is mijn fuck you naar kopieerders. En ook: blijf van onze Dark-oerobjecten”

Komen er nog erfgoedprojecten aan voor Dark?

“Léon Stynen was een van onze belangrijkste architecten, hij tekende de casino’s van Oostende, Knokke en Namen, het Crest-hotel en het benzinestation ernaast, de BP-building en het gebouw van kunstencentrum De Singel, maar is te weinig bekend. We zijn betrokken bij de renovatie van het casino van Oostende, dat door hem ontworpen werd, en gaan zijn lampen en ook een paar meubelen opnieuw produceren.

Samen met Luc Vincent en Pierre Vasarely, de kleinzoon van Victor Vasarely, hebben we de Square Moon opgepikt, een van Vincents oude ontwerpen. Victor Vasarely vluchtte naar Frankrijk en kwam na Parijs in Gordes terecht, waar hij letterlijk het licht zag en prachtige werken ging schilderen. Pierre zocht een manier om toegankelijke versies van zijn grootvaders werk aan te bieden en dus gaan wij stukken uit zijn werk in lichtvierkantjes zetten en als drieluikjes aanbieden.”

Je bent niet alleen ondernemer, maar ook bewaarder van erfgoed?

“Misschien ben ik ook wel een mislukte artiest. (lacht) Wat ik ondertussen weet, is dat ik als ondernemer niet gefocust ben op geld. De eerste acht jaar van Dark waren rock-’n-roll en ik besefte niet dat wat we deden uitzonderlijk was. In 2008 verkocht ik alles aan een private-equitygroep. Ik wilde gezien worden en groot worden. Maar na zes maanden wist ik dat ik een fout gemaakt had. Het verdiende goed, maar de magie was weg. Geld bleek niet mijn focus en bovendien werkte ik voor een bende prutsers die niet wilde luisteren naar mensen die hun vak kennen. In 2012 kocht ik mijn bedrijf terug. Een emotionele beslissing, want ik moest mijn verhaal helemaal herschrijven. Alle ballast moest weg en ik moest terug naar de kern. In 2019 waren we eindelijk klaar, en toen kwam corona. Ik heb twee dagen alleen op kantoor gezeten om uit te zoeken wat ik zou doen als de crisis voorbij was. Dat de wereld vertraagde was creatief goed, je kunt niet geloven hoeveel ideeën er toen zijn gaan borrelen. We vergeten te vaak hoe goed we in Vlaanderen zijn. Ik heb veel gereisd en veel gezien en weet dat het niveau van creativiteit en vakmanschap in ons land ongelofelijk hoog is. Maar waar blijf je met die creativiteit? Dark wil daar een incubator voor zijn. Eerlijk gezegd, vandaag ben ik op mijn best, zonder dat ik moet inleveren op mijn basisprincipes. Ik word nog elke dag gulzig wakker, klaar om mooie dingen te maken.”

Spacewalker Dark
© Dark

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content