Is de fermette een faux pas? Deze hedendaagse boerenwoning bewijst het tegendeel

Binnenramen en royale vensteropeningen breken de hermetische neo-boerderij in Poederlee helemaal open. ‘Foute’ elementen, zoals de schouw, blenden wonderwel in het totaalplaatje. © Jan Verlinde

Uit een donkere, zware fermette in Poederlee wist Lens°ass een ferme hedendaagse boerenwoning te puren. Zonder tabula rasa te maken. “Je kan hier met een kruiwagen passeren, dit huis kan echt tegen een stootje.”

Is de nieuwbouwfermette een zinloze replica? Foute nostalgie naar het boerenleven, maar dan in de Aldi-versie? De meningen zijn verdeeld, ook onder architecten. Feit is: langs de Vlaamse steenwegen staan er best veel van die fermettes. Gebouwd van de jaren 60 tot 90 door bouwfirma’s zonder enige architecturale ambitie. Wat moeten we met die neoboerderijen? Patrimonium kan je het niet noemen, want het archetype is gefaket. Afbreken dan maar? Of zijn ze het nog waard om te renoveren, al was het maar uit ecologisch standpunt? “We lachen er soms eens om: die fermettes zijn zo lelijk dat ze weer goed worden”, zegt architect Thijs Prinsen, vennoot bij het Hasselste bureau Lens°ass, opgericht door Bart Lens. “Maar als je eigentijdse details toevoegt, kan het idee van een fermette vervagen.”

Fermette verbouwen tot een hedendaagse woning
De afgesloten opkamer werd een eetkamer met een verhoogd uitzicht op de tuin. Het parket, de tafel en de banken zijn gemaakt van kaasplanken. © Jan Verlinde

Opgestookte autobanden

Dat was exact hoe Lens°ass deze fermette langs een drukke steenweg in Poederlee aanpakte. Geen bouwfirmagedrocht trouwens, maar gebouwd door een ingenieur, die hield van de boerenstijl. “Hij kocht oud hout, afkomstig van een kasteelhoeve in Frankrijk. En daarmee maakte hij de balkenstructuur van zijn woning. Hij was – zo hoor ik – wel een kluizenaar. Zijn huis had heel kleine ramen. En hij stookte in zijn haard soms autobanden. Alles was zwart en donker. Kortom, een beetje een luguber huis”, aldus Prinsen.

Hoe kan je een fermette verbouwen?
De originele balkenstructuur en boerenraampjes clashen geweldig met het kamerbrede ‘bioscoopraam’: de perfecte samenvatting van Lens°ass’ ingreep. © Jan Verlinde

Opdracht nummer één was: openheid creëren. “Die recupbalken waren kanjers van 45 centimeter doorsnede. Als je hier binnenkwam, had je het gevoel dat het gebinte op je hoofd zou vallen”, zegt Prinsen. “We behielden de balken, maar voorzagen wel nieuwe grote raamopeningen, om de woning wat meer licht en lucht te geven. We voegden ook veel stalen binnenramen toe, om dat gesloten gevoel wat open te breken. En om doorzichten te maken tussen de verschillende ruimtes, want nu was er nauwelijks connectie tussen de verschillende kamertjes. In het salon is die confrontatie tussen heden en verleden heel duidelijk: een groot raam in combinatie met de originele ‘boerenraampjes’.

Fermette verbouwen; project van Lens°ass
In de woning huisde een kluizenaar, die van oude bouwmaterialen hield. Lens°ass respecteerde dat verleden, maar voegde moderniteit toe. © Jan Verlinde

Laarzenproof

De eigenaars – een jong koppel met één kindje – waren wel te vinden voor de boerenstijl, zij het op een hedendaagse manier. In de keuken staat bijvoorbeeld een ouderwetse kachel, waarop ze af en toe koken. “Dit huis kan je, bij wijze van spreken, met je laarzen en je kruiwagen doorkruisen zonder dat je sporen achterlaat. De materialen die gebruikt zijn, kunnen – zoals in een echte boerderij – tegen een stootje”, zegt Prinsen. “In de hal en in de keuken liggen bijvoorbeeld gerecupereerde bakstenen, die we hier in de tuin hebben gevonden. Wellicht een overschotje van de bouw van het originele huis. Die stenen zijn stuk voor stuk uitgezocht en doorgezaagd om er vloertegels van te maken.”

Fermette verbouwen: project van Lens°ass
De vloer van de betonnen keuken is gelegd in gerecupereerde bakstenen, gevonden in de tuin en een voor een doorgezaagd. © Jan Verlinde

De muur aan de straatkant is evenwel níét met recupstenen gebouwd. “Het was eerst de bedoeling om zo’n oude tuinmuur te metsen, maar budgettair was dat niet haalbaar. Ook cortenstaal en beton vielen te duur uit”, zegt Prinsen. “Dus kozen we voor snelbouwstenen, die je vaak ziet als wachtgevel bij woningen. We draaiden die stenen 90 graden, zodat de dikkere ribbels op de koppen blootliggen. Zo verkregen we een vrij dikke muur, die het geluid van de straat kan tegenhouden. En hij heeft veel meer reliëf, dus karakter. Bovenaan is hij afgewerkt met een strakke metaalplaat, als hedendaags accent.”

Fermette verbouwen: project Lens°ass
Dankzij binnenramen brachten de architecten licht en lucht binnen. © Jan Verlinde

Kaasplanken

Typisch voor een klassieke boerderij is de opkamer of voutekamer: een ruimte die iets hoger ligt dan het gelijkvloers, meestal omdat er een half verzonken kelder onder zat. Ook hier had de vorige eigenaar zo’n kamertje gefaket, inclusief het landelijke trapje ernaartoe. “Dat opkamertje was een donker, smal kot. We hebben het helemaal opengewerkt tot eetruimte”, zegt Thijs Prinsen. “Het grote raam is een flatscreen op de weidetuin. Doordat je een dikke meter boven het maaiveld zit, heb je een bijzonder perspectief op het landschap. Ik vond een partij oude kaasplanken, die we lieten fineren. In dat relatief brute materiaal maakten we een vloer. Maar we ontwierpen er ook de twee tafels en een zitbank in. Eén tafel dient om aan te eten met hun gezin van drie. Eén tafel is extra voor als er een feestje is. Het betonnen plafond in die ruimte is origineel, maar zat verborgen. We legden hem bloot en lieten het brute materiaal spreken. Een leuke vondst, maar ook een budgetoplossing die goed werkt in deze ruimte.”

Lens°ass bouwde fermette om tot moderne woning
Lens°ass bruskeert de geschiedenis van de fermette niet, maar vertelt het verhaal op een hedendaagse manier verder. © Jan Verlinde

Zelfs toen ze nog niet verbouwd was, viel het meteen op dat de fermette in Poederlee geen originele boerderij was. En ook al heeft Lens°ass veel ervaring met erfgoed renoveren, toch haalden ze hun neus niet op voor dit neo-afkooksel. “Ik vind niet dat zo’n fermette ons stilistisch blokkeert. We gebruiken het idee als kapstok om ons ontwerp aan op te hangen. Deze woning was vooral interessant omdat er al zoveel robuuste materialen waren gebruikt. De balken, vloeren en deuren: allemaal eik. Dat zijn kwalitatieve elementen die we grotendeels behouden hebben, weliswaar met meer verfijnde details. De zware deurlijsten hebben we wel verwijderd. Met stucwerk tot tegen de deur oogt het geheel nu veel lichter”, aldus Prinsen.

Omgebouwde fermette
Je ziet meteen dat dit geen authentieke boerderij is, wel een nieuwbouwfermette. De architecten vonden dat een interessant uitganspunt voor een clevere ingreep. © Jan Verlinde

“Met ons bureau proberen we wat kwaliteitsvol is, te behouden en in te zetten in een nieuw verhaal. We vegen niet zomaar alle elementen van vroeger weg. Met respect voor het verleden brengen we ruimtelijkheid en licht binnen. Zelfs de nieuwbouwprojecten die we doen, voelen als een verbouwing. Puur omdat we er met brutere materialen toch karakter in krijgen. Zo is het resultaat nooit te clean.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content