Zaha Hadid: ‘Ik voel mij als vrouwelijke architect in het Oosten meer geaccepteerd dan in het Westen’
Brits-Iraaks architecte Zaha Hadid is niet meer. In 2008 interviewde Knack Weekend deze Grande Dame van de architectuur in Hongkong. “Hier is het allemaal begonnen, met die wedstrijd. Toen ze de envelop met mijn naam openmaakten, realiseerden ze zich niet dat ik een vrouw was. Toen het eindelijk doordrong, was er een klein tumult.”
Dit interview verscheen op 16 april 2008 in Knack Weekend Magazine p>
In Hongkong werd het startschot gegeven van Chanel Mobile Art, een prestigieuze reizende kunstshow geïnspireerd door de 2.55, de iconische, doorstikte tas van Mademoiselle, ondergebracht in een futuristisch paviljoen van de hand van die andere grande dame, Zaha Hadid.
Want wie kon beter voor het decor zorgen dan de huidige superster onder de bouwmeesters, Zaha Hadid, eerste vrouwelijke winnaar van de Pritzker, de Nobelprijs van de architectuur zeg maar. Dat Chanel Mobile Art uitgerekend in Hongkong aan zijn wereldreis begint, heeft voor haar een speciale betekenis. Hier was het immers dat ze in 1983 haar eerste grote internationale prijs won, voor het ontwerp voor een leisure club op de Peak, de heuvel boven Hongkong. Een gebouw, als “een momentopname van een aan de rotswand hangende vogel”, dat overigens nooit gerealiseerd werd, zoals wel meer van Hadids vroege en als te gewaagd geachte constructies. Dat mythische, dat vervreemdende hebben veel van haar ontwerpen, de zwaartekracht tartend in hun complexe organische vormen. Vijfentwintig jaar later krijgt ze hier genoegdoening: niet alleen is er de inhuldiging van de Mobile Art Container, in 2009 start het werk aan haar spectaculair gelaagde Innovation Tower, waar de School of Design van Hong Kong Polytechnic University ondergebracht zal worden.
Een stormloop. Dat is het wat Hadid veroorzaakt als ze de pers ontvangt in 2222, de presidentiële suite van het Mandarin Oriental. De laatste keer dat ik zoiets meemaakte, was in Cannes, met de intrede van Madonna. Ik had een cerebraal, wat afstandelijk monstre sacré verwacht, Hadid heet een moeilijk mens te zijn. Heeft de allures van een operadiva, een mezzo dan, met haar diepe stem. Maar voor de rest is ze heel down to earth, met een gezond relativeringsvermogen en een snibbig gevoel voor humor dat zich voornamelijk uit in grapjes ten koste van Patrik Schumacher, al twintig jaar haar naaste medewerker en vennoot. Wat ze zelf vindt van de Mobile Art Container, die ze vandaag voor het eerst geassembleerd ziet ?
Zaha Hadid: “Ik zag hem vanmorgen vanuit het raam, wat de beste manier is, van bovenaf. Wat mij bevalt, is dat hij op het dak van een parking staat, alsof hij boven de grond zweeft. Een ufo tussen de torens, een druppel kwik in het landschap. En ja, dit is een belangrijk moment voor mij. Hier is het allemaal begonnen, 25 jaar geleden, met die wedstrijd. Toen ze de envelop met mijn naam openmaakten, realiseerden ze zich niet dat ik een vrouw was. Toen het eindelijk doordrong, was er een klein tumult. Een vrouw die een belangrijke architecturale prijs won, dat was nog nooit gebeurd. Sindsdien is er veel veranderd. Hoewel, als ik in dit hotel de telefoon opneem, ben ik nog altijd ‘ Sir ‘” (lacht).
Hebben vrouwelijke architecten het nu gemakkelijker?
Hadid: “Ja en nee. Ik had het voordeel van de outsider : ik kwam uit het Oosten, maar ik had een uitstekende opleiding gekregen en veel gereisd, ik hoorde eigenlijk nergens bij, geen enkel stereotype was op mij van toepassing. Pas op, ik heb veel oppositie gekregen, vooral in Groot-Brittannië hadden veel mensen mij het liefst zien verdwijnen. Vooringenomen lui, ik haat ze, ik probeer ze zoveel mogelijk te negeren. En nog steeds voel ik mij als vrouwelijke architect in het Oosten meer geaccepteerd dan in het Westen. In het Westen is er altijd dat aspect: ‘En je bent nog wel Arabisch ook.’ Onderverstaan: waar jij vandaan komt, worden vrouwen toch verschrikkelijk onderdrukt. Of ze vragen : ‘Hoe ben je zo ver geraakt ?’ Waarop ik steevast antwoord : met het vliegtuig.”
In het Westen is er altijd dat aspect: ‘En je bent nog wel Arabisch ook.’ Onderverstaan: waar jij vandaan komt, worden vrouwen toch verschrikkelijk onderdrukt. Of ze vragen : ‘Hoe ben je zo ver geraakt ?’ Waarop ik steevast antwoord : met het vliegtuig.
Ik weet niet hoe het nu is, maar ik denk dat veel architectes van mijn generatie het nergens anders gemaakt zouden hebben. Waar ik mij het eerst geaccepteerd voelde, was gek genoeg in Japan. Daar gaan ze voor een naam ; of daar nu een man of een vrouw achter zit, kan hen niet schelen.”
Waar haalde u het zelfvertrouwen?
Hadid: “Uit mijn opvoeding. In de jaren vijftig was Irak een nieuwe republiek, op zoek naar een eigen identiteit, en Bagdad een welvarende, zelfbewuste stad vol mogelijkheden. Mijn ouders waren moslims, maar ze stuurden me naar een Franse katholieke school, waar de nonnen heel begaan waren met onze opleiding. Mijn vader was industrieel en politicus, ruimdenkend en kosmopolitisch. Toen ik elf was, ontwierp ik mijn eigen slaapkamer en mijn ouders lieten me begaan. Zo geef je een kind vertrouwen in zijn eigen mogelijkheden, absoluut de beste voorbereiding op het leven.”
Zou u willen bijdragen tot de wederopbouw van Bagdad?
Hadid: “Hangt af van de politiek. Ik ben er niet meer geweest sinds begin jaren tachtig. Ik weet niet wat er precies gebeurt, in welke chaos de stad verkeert. Het is zo drastisch verwoest, ik kan me het leven er moeilijk voorstellen. We zouden kunnen helpen op het vlak van stedelijke ontwikkeling. In de jaren vijftig en zestig werden er veel internationaal gereputeerde architecten naar Irak gehaald; je zag dat toen overal in het Oosten, in Zuid-Amerika en bepaalde gebieden in Afrika. Landen die het koloniale juk afwierpen en architectuur gebruikten in hun streven naar een identiteit. Daarom waren er toen zoveel interessante projecten. Dezelfde ambitie hebben we nu overal ter wereld nodig om vooruit te komen.”
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Te midden van de hoogbouw valt de Mobile Art Container op door zijn horizontale structuur. Bent u uitgekeken op wolkenkrabbers?
Hadid: “Dat zul je mij niet horen beweren. Ik heb niets tegen hoogbouw. Dat mannen torens maken en vrouwen niet? Komaan, zo’n onzin geloof je toch niet. Wel vind ik dat we het concept van de wolkenkrabber volledig moeten herdenken. Neem New York, of Hongkong. Vroeger kon je van in Victoria Harbour de Peak zien. Nu staat daar een rotsmassief van wolkenkrabbers voor. Natuurlijk met die bevolkingsdichtheid ben je wel verplicht om de hoogte in te gaan. Maar je kunt van wolkenkrabbers zoveel anders maken dan louter repetitief gestructureerde opslagplaatsen van mensen.”
Dat mannen torens maken en vrouwen niet? Komaan, zo’n onzin geloof je toch niet. Wel vind ik dat we het concept van de wolkenkrabber volledig moeten herdenken.
Mensen zoeken graag psychoanalytische verklaringen voor de vorm van uw gebouwen. Hoe reageert u daarop?
Hadid: “Door mijn schouders op te halen. Wat de Mobile Art Container betreft: Jeanne Moreau is al psychologisch genoeg. (Imiteert haar zwoele stem) “Be a voyeur… ” Zo klonk ik zelf ook toen ik nog rookte. Sinds ik stopte zeven jaar geleden, zegt niemand nog dat ik een sexy stem heb. Maar dat is dan ook het enige nadeel. Nee, serieus nu: ik wilde af van het idee dat kunst per se in een witte doos gepresenteerd moet worden. Met de MAC heb ik een op alle niveaus vloeiende ruimte willen creëren, waarin je je verbeelding de vrije loop kunt laten, als een landschap waarin je ronddwaalt en dat je ondergaat zoals je zelf wilt.”
Wat trok u aan in het concept van een mobiel gebouw?
Hadid: “Ik ben altijd al gefascineerd geweest door beweging en snelheid, in de frames van een film, bijvoorbeeld. We zien de dingen al lang niet meer vanuit één hoek, we kijken naar gebouwen vanuit auto’s en vliegtuigen en satellieten. Paviljoenen waarvan sommige onderdelen bewegen of oscilleren en andere constellaties vormen, zoals de sterren, we hebben dat gegeven ook al gebruikt voor het Guggenheim Museum in Taichung, Taiwan. Tijdelijke of mobiele gebouwen kunnen de interesse in een stad regenereren.”
A photo posted by Zaha Hadid Architects (@zahahadidarchitects) on
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Hoe heeft de digitale revolutie architectuur veranderd?
Hadid: “In het begin stond ik er veeleer sceptisch, ik was gehecht aan mijn oude systemen die goed werkten. Maar nu zijn er zoveel programma’s beschikbaar, ze hebben het repertoire onwaarschijnlijk vergroot, niet alleen qua complexiteit van design, maar ook qua mogelijkheid om met anderen samen te werken, de fabricatie en het op maat maken.”
Woont u in een zelfontworpen huis?
Hadid: “Maar nee, ik woon in een tamelijk modaal appartement. Dat komt zo: een paar jaar geleden kwam ik terug uit China en mijn flat in Kensington was in een rampgebied veranderd: een gigantisch waterlek van bij de bovenburen. Ik ben toen nogal halsoverkop naar een flat dichter bij ons bureau verhuisd, met de bedoeling die te verbouwen. Maar ik heb geen tijd en mijn medewerkers zijn doodsbenauwd om eraan te beginnen. Misschien moet ik een team van onverschrokken vrouwen inhuren om de klus te klaren.”
Uw constructies dragen allemaal uw persoonlijke stempel, maar er staan nu zo’n twintig grote projecten op stapel. Hoe houdt u de controle over al die ondernemingen?
Hadid: “Door de juiste medewerkers te engageren. De meeste zijn oud-leerlingen van mij of van Patrik, we weten welk vlees we in de kuip hebben. Toen ik begon, maakte de meester de initiële schetsen en gaf die door aan de discipelen voor de uitwerking van de details. Die tijd is voorbij. Wat belangrijk is in een groot bedrijf als het onze is dat je de medewerkers het vertrouwen geeft, ze moeten de kans hebben om bij te dragen tot het discours. Misschien zijn ze in het begin wel bang. Maar niet lang. Nu ja, een beetje bang. Niet van mij, hoor, van Patrik (grijnst). Voor mij is het opwindend te zien hoe die mensen zich ontplooien. De ambitie moet zijn om het project beter te maken en zelf ook beter te worden.”
Ik ben een socialiste. Niet dat ik achter een rode vlag aanloop, maar in deze tijden van enorme ongelijkheid is sociaal bewustzijn een morele plicht, je bent nooit zo rijk dat je je niet hoeft aan te trekken hoe anderen leven.
Als u geen architecte was geworden, was u in de mode gegaan, hebt u ooit beweerd. Nog ambities in die richting?
Hadid: “Mode heeft mij altijd geïnteresseerd, dat klopt. Als kind maakte ik mijn eigen kleren. Maar als ik al een collectie zou ontwerpen, dan zou het eenmalig zijn. Want het is een vak apart, je moet niet alleen weten hoe je het materiaal verwerkt, je moet ook de business kennen. En ach, we hebben al zoveel gemaakt : meubelen, tapijten, theepotten, suikerpotten, een handtas… Misschien niet altijd even goed. Het is een trend om alles te willen doen. Ik zie het overal gebeuren: schilders die architect willen worden, architecten die slechte schilders worden of slechte filosofen… Misschien zouden we ons allemaal beter op onze corebusiness concentreren.”
Dominion Office Building Moscow, Russia Photo by @huftonandcrow #zahahadid #architecture #russia
A photo posted by Zaha Hadid Architects (@zahahadidarchitects) on
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Heeft architectuur voor u ook een sociale dimensie?
Hadid: “Absoluut, ik ben een socialiste. Niet dat ik achter een rode vlag aanloop, maar in deze tijden van enorme ongelijkheid is sociaal bewustzijn een morele plicht, je bent nooit zo rijk dat je je niet hoeft aan te trekken hoe anderen leven. Een onderdeel van het vak van architect is ervoor zorgen dat mensen zich goed voelen in hun omgeving, of dat nu thuis is of op school of op hun werkplek. Mensen hebben nood aan mooie, inspirerende dingen om zich heen. Het is een uitlaatklep, zoals een goed boek lezen, naar de film of op reis gaan.”
Mijn visie is optimistisch, ik geloof heel sterk in de vooruitgang, ik zie een grote uitdaging in het bedenken van de urbanisatie van de nieuwe metropolis.
Is dit een interessante tijd om architect te zijn?
Hadid: “Een scharnierpunt, een historisch moment zelfs voor de moderniteit. We moeten onze steden herdenken in functie van de bevolkingsaangroei op wereldschaal. Hoe brengen we al die mensen op een functionele en aangename manier onder dak, hoe organiseren we het stadsleven en het transport ? Daarnaast zullen we materialen moeten kiezen in functie van de veranderende klimaatsomstandigheden en hun invloed op de bodemgesteldheid. Architectuur zal minder een kwestie van vormen en imago zijn, maar meer verbonden met het dagelijkse leven. Ik heb daar vele jaren van research ingestoken, het is mijn grootste ambitie om mijn theoretische projecten gerealiseerd te zien. Mijn visie is optimistisch, ik geloof heel sterk in de vooruitgang, ik zie een grote uitdaging in het bedenken van de urbanisatie van de nieuwe metropolis.”
Linda Asselbergs
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier