Binnenkijken bij dandy advocaat Gert Buelens in Mechelen

Gert Buelens bij de zuilen uit Rajastan: 'Kleding en interieur vergen dezelfde aandacht, ik wil niet vloeken in mijn omgeving.' © Jan Verlinde

Is het een Indiaas paleis? Een riad in de medina van Marrakesh? Of een antiek Chinees optrekje? Neen, dit is een oud Mechels pakhuis. Advocaat en dandy Gert Buelens maakte er een oriëntalistische loft van met voldoende plaats voor zijn verzameling kostuums.

Mijn huis aankleden, is voor mij hetzelfde als mezelf aankleden’, oppert de Mechelse advocaat Gert Buelens. ‘Eerst kies je een bepaalde stijl en die vul je in met de juiste kleuren en details. Voor mij gaan kleding en interieur verder dan het louter functionele. Je moet er je best voor doen. Noem het gerust een levenshouding. Mensen die in een prachtig hotel logeren, maar shorts en slippers dragen, dat snap ik echt niet. Ik wil niet vloeken met mijn omgeving.’

Buelens is dan ook niet het type man dat je zult betrappen op foute schoenen, een ongestreken hemd of een te ruim kostuum. Noem hem gerust een dandy. Aan mode en trends besteedt hij geen energie. Aan stijl, elegantie, etiquette en kostuumgeschiedenis des te meer. Hij volgde zelfs een cursus modegeschiedenis aan de London College of Fashion. ‘In het verleden waren stijl en elegantie een vast onderdeel van het leven. Vandaag is het jammer genoeg zeldzaam. Maar voor mij is dat nog altijd primordiaal. Daarom haal ik veel inspiratie uit de jaren dertig. Toen kleedden mensen zich tot vier keer per dag om. Elke gelegenheid vroeg een andere outfit. Zo ver ga ik niet. Maar als ik na mijn werk nog uitga, wissel ik mijn pak wel voor avondkleding. Ook de gewoonte van gemakkelijke, maar toch representatieve huiskleding heb ik overgenomen van de vroege twintigste eeuw. Thuis, of op vakantie, graag djellaba’s en oosterse pyjama’s: even comfortabel als een joggingpak, maar veel mooier.’

De patio was de grootste structurele ingreep van de verbouwing. De passerelle op de bovenste verdieping bevat achttiende-eeuwse bogen uit een Indiaas paleis.
De patio was de grootste structurele ingreep van de verbouwing. De passerelle op de bovenste verdieping bevat achttiende-eeuwse bogen uit een Indiaas paleis.© Jan Verlinde

Waanzinnige art deco

Niet toevallig ademt ook Gerts interieur de sfeer van de jaren dertig met veel art-decomeubels. Ook de oosterse invloeden komen uit die tijd. ‘Toen ontstond de koloniale stijl. In de art deco zitten veel exotische invloeden, zoals oosterse motieven. En wist je dat de Indische maharadja’s de beste klanten waren voor de meest waanzinnige art-decomeubelen?’, vertelt Buelens. Toeval of niet: zelfs het voormalige pakhuis waarin zijn duplexloft huist, dateert uit die periode. ‘Let wel: ik wil er niet uitzien als een interbellumman. Ik haal er elementen uit en die integreer ik in mijn hedendaagse look. Hetzelfde geldt voor mijn interieur. Ik zou nooit in een art- decohuis kunnen wonen. Dat is me te streng en te duister. Mijn loft is een perfect wit canvas. Hoewel het hier behoorlijk vol staat met zware meubelen, accessoires en etnische objecten, blijft het hier licht ogen.’

Tien meter kleren

Voor het interieur werkte Gert Buelens samen met een bevriende architecte, Deborah Van Dam van Des Beaux. De onderste verdieping van de loft – met de keuken, de entree, de bibliotheek en een kleine zithoek – werd inderdaad een blanco canvas. De plankenvloer, de muren en het betonnen plafond werden wit geschilderd. De trap, keuken, bibliotheek en patiotegels zijn van carraramarmer. Voor de grote ramen hangen – jawel – witte valgordijnen van Belgisch linnen. De verdieping erboven – met de tv-kamer, de slaapkamer en de badkamer – is opulenter met donker geboende plankenvloer en bruin marmer, Marrón Emperador uit Spanje. Hier zijn meer etnische invloeden te vinden dan beneden, zoals de passerelle met achttiende-eeuwse houten bogen uit een Indiaas paleis in Rajasthan. In de badkamer gaan de douche en de wc schuil achter twee antieke Chinese panelen. Ook het lavabomeubel komt uit China. Al het andere houtwerk is van rubberhout: afgedankte bomen die na 25 jaar niet meer voldoende latex geven om rendabel te zijn. De glanzende donkere vernis herinnert aan Chinees lakwerk. De badkamer staat los in de industriële ruimte en heeft rondom ingemaakte kleerkasten. In totaal goed voor tien lopende meter. Geen overbodige luxe voor een man zoals Buelens. ‘Ik heb ongeveer honderd kostuums en nog eens zoveel losse broeken, jasjes en gilets’, zegt hij. ‘Voor de zomer en de winter heb ik aparte kasten. Tegenwoordig zijn pakken geschikt voor elk seizoen. Erg praktisch, maar minder esthetisch. Dus draag ik ’s zomers meer Italiaanse linnen of katoenen pakken. ’s Winters is het Engelser: gevoerde pakken en veel tweed. Verder heb ik een kast voor avondkleding en speciale opbergvakken voor mijn manchetknopen, uurwerken en dassen.’

Bij binnenkomst beland je meteen in de eclectische zithoek met een kunstwerk van Koen Van Mechelen. Achter het antieke deurtje links achteraan lijkt er nog een kamer te zitten, maar dat is optisch bedrog om de ruimte groter te laten lijken.
Bij binnenkomst beland je meteen in de eclectische zithoek met een kunstwerk van Koen Van Mechelen. Achter het antieke deurtje links achteraan lijkt er nog een kamer te zitten, maar dat is optisch bedrog om de ruimte groter te laten lijken.© Jan Verlinde

Hooi in de bank

De extraverte Mechelaar is een fervent vintage liefhebber. ‘Zeventig procent van mijn kast is tweedehands. In België wordt het steeds moeilijker om kwalitatieve vintage pakken te vinden, dus shop ik vooral in Londen. Ook het gros van mijn meubelen komt van rommelmarkten en brocantezaken. Voor weinig geld vind je prachtige stukken, maar soms wel in lamentabele staat. Mijn cosy corner liet ik restaureren volgens de oude regels van de kunst: met hooivulling en een zijdefluwelen bekleding. Zelfs de houtlak liet ik maken voor die patina-achtige glans’, glundert hij. ‘Ik zoek vooral antiek en art deco. De populaire midcentury vintage zou ik niet snel kopen. Dat is ooit gemaakt als goedkope massaproductie, maar nu heel duur. Oudere meubelen hebben een betere kwaliteit. Hetzelfde geldt voor vintage kleren uit de jaren tachtig en negentig. De look is minder aantrekkelijk en de stukken zijn zelden waardevol, omdat ze toen al minder kwalitatieve stoffen gebruikten.’

Chicago aan de Dijle

Buelens kocht het voormalige pakhuis al in 2001 als bouwval, het was toen volgestouwd met lompen en lag in een verkommerde buurt. Mechelen heette in die tijd nog ‘Chicago aan de Dijle’ en kampte met veel criminaliteit. Maar wie nu in het rustige straatje van Buelens’ loft wandelt, kan zich moeilijk voorstellen dat bendes hier ooit ruzies uitvochten met machinegeweren. Buelens: ‘Eerst verbouwde ik de benedenverdieping tot loft. Ik zat toen in mijn minimalistische periode en koos voor polybetonvloer en een industriële keuken.’ Hij woonde er tien jaar en verbouwde in de tussentijd de andere drie verdiepingen. Op de eerste etage kwam nog een loft. De tweede en derde werden een duplex voor hemzelf. Je zou het op het eerste gezicht niet zeggen, maar dit pand mag bijna passief heten. Het is luchtdicht, goed geïsoleerd en voorzien van een groendak.

De keuken is, net als de badkamer, gemaakt van zo groot mogelijke stukken marmer zodat de tekening mooi doorloopt. Ook hier paste Gert de truc met de verlichte deur toe. In plaats van een kamer, zit er een kast achter.
De keuken is, net als de badkamer, gemaakt van zo groot mogelijke stukken marmer zodat de tekening mooi doorloopt. Ook hier paste Gert de truc met de verlichte deur toe. In plaats van een kamer, zit er een kast achter.© Jan Verlinde

Het huis is opgevat als een Marokkaanse riad met een patio over twee verdiepingen, meteen de grootste structurele ingreep. Buelens: ‘Het pakhuis is centraal gelegen in het centrum van Mechelen. Maar dat betekent wel: een lelijk uitzicht. Daarom koos ik voor de naar binnen gekeerde Arabische stadsarchitectuur. Een heel intiem en weelderig universum dat schuilgaat achter een anonieme poort. Ik hou van dat verrassingseffect. Net als in een traditionele riad heeft deze binnentuin een fontein en een verticale tuin met vooral kruiden en welriekende planten.’

Marokko heeft een grote aantrekkingskracht op Buelens. Deze maand trekt hij voor de vijfde keer op huizenjacht naar Marrakesh. ‘Ik heb nu een mooi oud domein op het oog in een oude olijfgaard, even buiten de stad. Dat kan echt iets worden, denk ik. Mijn plan? Daar de komende maanden overwinteren.’ Zijn collectie djellaba’s ligt al klaar.

Rond de badkamer heeft Buelens tien meter dressing, gemaakt van gelakt rubberhout.
Rond de badkamer heeft Buelens tien meter dressing, gemaakt van gelakt rubberhout. © Jan Verlinde
De badkamer en de slaapkamer zijn geïnspireerd op het Sjanghai van de jaren dertig met weelderige materialen, zoals bruin marmer en donker hout. Het lavabomeubel is een gerecycleerde Chinese kast.
De badkamer en de slaapkamer zijn geïnspireerd op het Sjanghai van de jaren dertig met weelderige materialen, zoals bruin marmer en donker hout. Het lavabomeubel is een gerecycleerde Chinese kast.© Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content