Zo’n stol met onder meer amandelspijs en rozijnen kan altijd iedereen bekoren. Vooral in de kersttijd is het een klassieker.
Voor 8 personen:
100 g gekonfijte citrusschilletjes
50 g witte amandelen
150 g rozijnen en krenten
6 el bruine rum
raspel van 1 sinaasappel en 1 citroen
1/2 kg wit broodmeel
1 tl zout
1 zakje gedroogde gist
125 g boter
50 g suiker
1 ei
2,5 dl lauwe melk
25 g gekonfijte kersen, gehakt
200 g marsepein
Hak de schilletjes fijn. Doe ze in een kom met de amandelen, vruchten, rum en citrusrasp. Laat een nacht weken. Doe de bloem, het zout en de gist in een grote kom. Wrijf 100 g boter door de bloem tot het mengsel op broodkruim lijkt. Voeg dan de suiker toe. Meng het ei met de melk en voeg dit toe aan de bloem. Kneed tot een glad deeg: 10 minuten. Doe het in een ingevette kom, dek af met een vochtige doek en laat 1 uur rijzen op een warme plaats. Kneed het deeg enkele minuten en voeg de geweekte vruchten toe. Voeg eventueel bloem toe als het deeg te kleverig wordt. Vorm een worst van het deeg van 30 cm x 20 cm. Laat de rest van de boter smelten en bestrijk er het deeg mee. Verdeel de kersen over het deeg. Maak een worst van de marsepein en leg die op het deeg. Vouw de ene helft van het deeg over de andere en leg het op een ingevette bakplaat. Dek af en laat 1 uur rijzen op een warme plaats. Verwarm de oven voor op 200°C. Bak het brood gedurende 30 minuten en bestrijk het met gesmolten boter alvorens het op te dienen.
Bereidingstijd: 3 uur + 1 nacht.
