Vanillemascarpone met een mooie quenelle frambozensorbet en wat verkruimelde crumble erover is een heerlijk verfrissend dessert.
Ingrediënten
Voor 4 personen
300 g frambozen, 200 g mascarpone, 15 cl slagroom, 50 g poedersuiker, 1 vanillestokje, 5 cl rietsuikersiroop, sap van 1/2 citroen
Voor de crumble: 40 g bloem, 40 g suiker, 40 g amandelpoeder, 40 g boter
Bereiding
Spreid 250 g frambozen uit op een bord en zet 2 uur in de diepvriezer.
Meng de mascarpone, de slagroom, de poedersuiker en de uitgeschraapte vanillezaadjes door elkaar in een kom. Zet koel weg.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Maak de crumble. Wrijf de bloem, de suiker, het amandelpoeder en de in blokjes gesneden boter met de vingertoppen tot een kruimelig mengsel. Spreid dit mengsel uit op een bakplaat en bak 15 à 20 minuten in de oven. Laat afkoelen.
Klop het mascarponemengsel op. Schep de bevroren frambozen in een blender, samen met de rietsuikersiroop en het citroensap. Mix fijn tot een sorbet.
Verdeel de vanillemascarpone over borden. Schik er een mooie quenelle frambozensorbet op. Verkruimel er de crumble over en werk af met de resterende frambozen. Serveer meteen.
