Mossel fritters
Deze viskoekjes worden in Nieuw- Zeeland gemaakt met de uit de kluiten gewassen green lip-mosselen. Die zijn veel groter dan degene die wij kennen en een tikje zoeter van smaak. Maar de fritters zijn ook overheerlijk met een verse Zeeuwse mossel.
Nodig voor 4 personen
220 ml witte wijn; 80 ml water; 4 laurierblaadjes; 2 selderijstengels, in grove stukken; sap van oe citroen; 3 eieren; 160 g mosselen (gewicht zonder schelp); zeste van 2 citroenen; 120 g boter; 120 g sjalotten, fijngesnipperd; 120 g selder, in kleine blokjes gesneden; 240 g mosselen (gewicht zonder schelp), grof gehakt; 20 g peterselie, fijngehakt; 220 g bloem; 70 g polenta; 7 g bakpoeder; 3 g bicarbonaat; 12 g zout; olie
Bereiding
Meng de witte wijn, het water, de laurierblaadjes, de grove stukken selder en het citroensap samen in een sauspan. Verhit tot net onder het kookpunt. Haal van het vuur, dek de pan af met een deksel en laat een halfuurtje trekken.
Mix de eieren, mosselen en citroenzeste fijn in een keukenrobot, voeg het afgekoelde wijnmengsel hieraan toe.
Stoof de sjalotten en selder aan in de boter tot ze zacht en glazig zijn. Voeg de gehakte mosselen toe. Haal van het vuur en meng de peterselie eronder.
Zeef de droge ingrediënten in een kom, maak in het midden een kuiltje. Voeg hier beetje bij beetje het vloeibare mengsel aan toe terwijl je voorzichtig roert met een garde. Voeg daarna het mengsel van de selder, mosselen en sjalotten toe.
Verwarm de oven voor op 160°C. Verhit een laagje olie in een antiaanbakpan. Schep een lepel beslag in de pan en bak aan beide kanten tot de fritters goudbruin zijn. Houd ze warm in de oven tot je alle koekjes gebakken hebt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier