Middeleeuwse maaltijd: zo maak je eeuwige boekweitpap
-
Difficulty
Easy
Met dit recept voor boekweitpap van foodarcheoloog Jeroen Van Vaerenbergh proef je van het verleden. Honger gekregen? In het boek Wat schaft de put? vind je nog andere historische recepten.
Boekweitpap was dagelijkse kost voor de aardappel ons menu ging domineren. Van de middeleeuwen tot 1800 was boekweit een onmisbaar en voedzaam basisingrediënt in de volkse keuken. Het gewas deed het uitstekend hier bij ons, zelfs op de schrale akkers van de Kempen, waar het langer dan elders op het menu bleef staan. Boekweitpannenkoeken kennen we nog, maar boekweitpap raakte in de vergetelheid. De bijklank van armoedig eten deed boekweitzaad verdwijnen uit de voorraadkast van onze aardappeletende voorouders. Vandaag verdient boekweitpap een renaissance, op smaak gebracht met oeroude ingrediënten die geworteld zijn in ons terroir.
Voor 6 grote of 8 kleine eters
100 g boekweitkorrels
180 g boekweitvlokken
900 ml melk
6 el gedroogde veenbessen of ander gedroogd fruit
2 tl venkel- en korianderzaad
Plukje Belgische saffraandraadjes
Snuif zout
Honing of appelperenstroop, naar smaak
Jeneverbespoeder
Seizoensfruit (bessen in de zomer en hardfruit in de winter)
Tuinkruiden (venkelloof en/of -bloempjes, dragon, dille, jonge tijm of zelfs kervel)
1. Week de saffraandraadjes minstens een halve dag op voorhand in weinig water.
2. Rooster de boekweitkorrels kort in een hete pan zonder vetstof, tot ze goudbruin zijn.
3. Rooster het venkel- en korianderzaad kort in dezelfde hete pan tot ze knisperen. Doe ze in een vijzel en breek het zaad.
4. Warm de melk tot het kookpunt, verlaag de kookstand en voeg de boekweitvlokken toe.
5. Voeg de helft van het gebroken venkel- en korianderzaad, de gedroogde veenbessen, het goudgele water met saffraandraadjes en het zout toe.
6. Laat drie minuten pruttelen, vergeet niet te roeren.
7. Breng op smaak met honing of appelperenstroop.
8. Giet in een ruime kom en serveer onmiddellijk.
9. Bestrooi met de geroosterde boekweitkorrels, de rest van het gebroken venkel- en korianderzaad, jeneverbespoeder en wat vloeibare (verwarmde) honing of appelperenstroop.
10. Werk af met seizoensfruit en plukjes tuinkruiden.
Lees meer over Jeroen Van Vaerenbergh: Foodarcheoloog Jeroen Van Vaerenbergh: ‘Onze voorouders hadden een rijker smaakpalet dan wij’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier