Een oogstrelend en verleidelijk dessert: een bolletje zelf gedraaid roomijs met zoute karamel, een zachte peer besprenkeld met een kruidige siroop en eventueel nog een zandkoekje erbij.
Voor 4 personen
4 rijpe maar stevige peren
250 g suiker
1 vanillestokje
1 tak rozemarijn
3 takjes tijm
Voor het roomijs
80 g volle vloeibare room
100 g griessuiker
30 g licht gezouten boter
2 g fleur de sel
50 cl crème anglaise (custard)
50 cl volle room
Bereiding
Maak eerst het roomijs. Verwarm de vloeibare room. Giet de suiker in een pannetje en laat op een laag vuur karamelliseren tot een lichte ambertint. Voeg van het vuur af de warme room in een dun straaltje toe (opgelet, kan spatten).
Meng op een laag vuur tot een gebonden saus. Voeg de boter en de fleur de sel toe, meng en laat afkoelen. Meng de custard met de room en de afgekoelde karamel en laat in de koelkast goed afkoelen. Schep dan in de ijsmachine en laat 30 minuten draaien. Zet vervolgens in de diepvriezer.
Splijt het vanillestokje in de lengte en schraap er het merg uit. Breng in een ruime kookpan 1 liter water aan de kook met de suiker, de tijm, de rozemarijn, het vanillestokje en het merg. Laat 5 minuten koken.
Schil intussen de peren maar laat het steeltje eraan vastzitten. Leg ze in de kokende siroop en laat afgedekt op een heel laag vuur 20 minuten pocheren. De peren moeten heel mals worden. Laat ze afkoelen in de siroop en laat ze dan uitlekken. Zeef de siroop.
Schik de peer op de borden, besprenkel met siroop en serveer met een bolletje roomijs met zoute karamel, en eventueel een zandkoekje.
