Een lekkere warme maaltijd met fijn vlees, heerlijke groenten en gekookte of gebakken aardappels erbij.
Voor 4 personen
8 ontbeende duivenborsten
100 g knolselder
1 venkel
4 raapjes
100 g uitjes
olijfolie
100 g kleine wortels
100 g paddenstoelen (bv. kleine cantharellen)
een klontje boter
grof zout, peper van de molen
Marinade:
1 el olijfolie
1 el sherryazijn
1 el honing
1 dl arachideolie
1/2 dl hazelnootolie
sap van 1 limoen
1 sjalot, fijngesneden
1 takje tijm
Bereiding
1. Marinade: stoof sjalot en tijm even in olijfolie. Voeg de azijn toe, zet terug op het vuur en voeg de rest van de ingrediënten toe. Zet de marinade warm weg. Maak de groenten schoon en snijd klein. Blancheer de uitjes 2 minuten in kokend water, laat uitlekken en pel de uitjes. Smoor de groenten gaar in wat olijfolie. Schep regelmatig om, zodat de groenten kleuren en zachter worden maar niet verbranden. Neem de pan van het vuur, overgiet de groenten met de marinade en laat alles 2 uur trekken.
2. Bereid de duivenborsten: verwarm olijfolie en een klontje boter in een bakpan. Kruid de borsten met peper en bak twee minuten op de velzijde. Keer en bak nog kort aan de andere kant. Het vlees mag niet te gaar worden. Kruid met peper en zout.
3. Warm de groenten een weinig op in de marinade. Verdeel de groenten en het vlees over vier warme borden. Versier met een sliertje limoenschil en serveer met gekookte of gebakken aardappels.
