Minimoestuin in een notendop: de vijf geboden van een doorgewinterde moestuinier
Zelf je verse groenten kweken en bijdragen aan de biodiversiteit: daar hoef je echt geen groot perceel voor te hebben. Met één vierkante meter kom je al een eindje verder. Hoe doe je dat stap voor stap? Vijf geboden van moestuinier Alexander Kerbusch. “Veel mensen willen insecten uit hun moestuin wegjagen, maar dat werkt averechts.”
Je eigen moestuintje op poten zetten kan intimiderend klinken, zeker als je niet veel ruimte hebt. Om het proces te stroomlijnen, gingen we ten rade bij een expert: “Zelfs op één vierkante meter kun je groenten kweken en bijdragen aan de biodiversiteit”, zegt Alexander Kerbusch, oprichter van de vzw ‘Haal meer uit je tuin‘.
Stap 1: Gij zult de zon zoeken
Voor je begint, is het zinnig om eerst een geschikte locatie te zoeken. Groenten groeien immers niet zonder zon. Zoek dus een plekje dat dagelijks minstens 6 uur direct zonlicht ontvangt. Dat kàn dus zowel in de tuin, terras of zelfs op je dak zijn. Hou ook rekening met de toegankelijkheid van het plekje, zodat je regelmatig aan je planten kunt geraken.
Stap 2: Gij zult de geschikte container vinden
Als je een moestuintje wil beginnen, is het belangrijk dat je voor een stevige container kiest. Dat kan een plantenbak zijn, een gerecyclede emmer, of een houten kist: zolang er maar genoeg drainagegaten zijn om overtollig water af te voeren.
Stap 2: Gij zult de ideale bodem voorbereiden
Gezonde bodem, gezonde groenten. Kan je niet in de vollegrond kweken, vul dan een grote pot of een verhoogd bed van één vierkante meter met hoogwaardige potgrond, vermengd met compost. Zorg ervoor dat de bodem goed doorlatend is en genoeg voedinggsstoffen heeft. Dat je bodem genoeg nutriënten heeft, is van uiterst belang voor de groei van je planten en groenten, maar ook voor insecten. “Een goede bodemvoeding draagt ook bij aan de beestjes, wormen en organismen die het organisch materiaal helpen afbreken.”
Stap 3: Gij zult de juiste gewassen uitkiezen
Aangezien je heel weinig beschikbare ruimte zult hebben, denk je best op voorhand na over de gewassen of kruiden die je wilt kweken. “Kies voor kruiden en groenten die je lekker vindt, maar die ook goed zijn voor de biodiversiteit”, zegt Alexander.
“Bloeiende kruiden zoals basilicum, rozemarijn, tijm, oregano zijn bijvoorbeeld uitstekend omdat ze bijen en vlinders aantrekken.” Uien en knoflook zijn ook erg goed. “Die twee hebben sterke geuren die veel plagen afstoten, waardoor ze natuurlijke afweermiddelen zijn. Ze hebben ook kleine bloemen die bijen en andere bestuivers aantrekken.”
Ook slasoorten zijn het kweken waard. “Rucola, snijsla en botersla zijn niet alleen erg compact, ze krijgen ook bloemen die op hun beurt insecten aantrekken. Ze bieden bovendien schuilplaats voor kleine dieren”, vertelt de moestuinier. “Kies ook zeker voor andere compacte groenten zoals wortels, cherrytomaten en radijsjes.”
Je kunt ook meer uit je vierkante meter halen door klimmende planten te kweken, zoals klimmende bonen en erwten. “Daardoor maak je gebruik van de verticale ruimte rondom je moestuintje. Bonen en erwten zijn erg gezond voor de bodem: ze werken samen met bacteriën in de wortels om stikstof om te zetten in een vorm die door andere planten kan worden gegeten.”
Stap 4: Gij zult de instructies volgen
Het klinkt wellicht als een no-brainer, maar je kans op slagen is veel hoger als je de instructies op je zaadverpakkingen volgt. Zorg dat er genoeg afstand is tussen de plantjes, en zaai de zaden volgens de aanbevolen diepte. Ook niet geheel onbelangrijk: kweek je niet in de vollegrond, geef dan genoeg water aan je moestuin. “Te veel water is ook niet goed – want je wil ook geen wortelrot – maar zorg dat er genoeg vochtigheid is. Dat kun je nagaan door je vinger in de grond te steken.”
Stap 5: Gij zult uw tuin onderhouden
Een moestuin vraagt onderhoud, ook wanneer het amper één vierkante meter groot is. “Geef je planten regelmatig voeding met organische meststofen zoals compost”, legt Alexander uit. “Verwijder ook ‘onkruid’ als het concurreert met je gewassen. Zo niet mag je het gerust laten staan, want ook dat is ontzettend goed voor de biodiversiteit”, zegt Alexander. “Panikeer niet meteen als je insecten op je planten ziet: veel mensen proberen insecten instinctief weg te jagen, maar dat werkt erg beetje averechts. Door de biodiversiteit in je bodem en je planten aan te sterken, voorkom je net parasieten. Stel: er zijn slakken op je gewassen. Ga dat niet meteen met chemische spul bestrijden. Ikzelf heb zelf een paar egels in moestuin rondlopen, die lossen het probleem wel op.”
Lees hier ons volledige dossier ‘mini tuin, maxi plezier’ voor meer tuintips.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier