Vrije Tribune
‘Meer, sneller, goedkoper: onze boeren zijn het beu en haken af’
De strubbelingen tussen boeren en retailers worden op de spits gedreven, en daar zullen we uiteindelijk allemaal de dupe van worden. Dat zegt Katrien Verbeke, ex-sustainability manager van Delhaize, sociaal onderneemster en oprichtster van Let Us (cocreate the foodture).
Naar jaarlijkse gewoonte rollen de supermarkten en A-merken bij de start van het jaar al vechtend over de vloer. Elkaar geen strobreed toegeven om zelf zoveel mogelijk cijfers achter de komma over te houden. En de boer? Die mag dit getouwtrek aan de zijlijn aanschouwen om finaal het gelag te betalen.
Oorzaak van zoveel spierballengerol in de voedingsindustrie zijn de sterk gestegen energieprijzen, die je wellicht ook niet vreemd zijn. Het is niet onlogisch dat die stijging zich ook laat voelen in de voedingsindustrie, maar daar valt wel een belangrijke kanttekening bij te maken. De grote spelers werken immers niet met energiecontracten zoals u en ik. Zij speculeren het hele jaar door op de energiemarkt en kopen grote volumes aan wanneer de prijzen lager staan. Zo zijn ze dus veel minder onderhevig aan de prijsschommelingen dan pakweg de gemiddelde Vlaamse landbouwer.
Meer, sneller, goedkoper: onze boeren zijn het beu en haken af
Statbel schat dat het inkomen dat landbouwers uit hun producten halen in 2021 daalde met maar liefst 7,2 procent. Dit komt vooral omdat het zogenaamde intermediair verbruik in de landbouwsector (ofwel de prijs van de producten die de boer verbruikt tijdens het productieproces) in 2021 met ongeveer 15 procent toenam. Die stijging valt grotendeels toe te schrijven aan de stijgende energieprijzen, rechtstreeks of doorgerekend in bijvoorbeeld de prijs van meststoffen. De prijs voor die voor heel wat boeren belangrijke uitgavenpost ligt vandaag naar schatting 1,5 keer hoger dan in 2020.
Iemand met gezond boerenverstand zegt dan: ‘Boer, vraag dan gewoon ook wat meer voor je producten!’. Maar dat veronderstelt uiteraard een plaats aan de onderhandelingstafel. Die is er meestal niet. Bovendien geldt rond die tafel de wet van de laagste prijs en gaan de kleine marges vooral naar de grote spelers. Dat dit weegt op de producent, kan je met eigen ogen zien in de uitzending van Pano over de kippensector of in de heisa rond de bodemprijzen voor Franse baguettes. Keer op keer zetten we veel te veel prijsdruk op onze voedselproductie. Meer, sneller, goedkoper. Maar helaas niet beter.
Op die manier wordt de kloof tussen de prijs die jij betaalt in de winkel en wat de boer eraan overhoudt steeds groter. Zo gaat er maar een vijfde (of 33 eurocent) van de 1,65 euro die je betaalt voor een kilogram prei naar de boer. Een kilo bintjes heb je al voor 1,2 euro in de winkel, maar de aardappelboer moet het stellen met 0,17 euro per kilogram. Prei en aardappelen zijn nochtans allebei producten die weinig of geen verwerking vergen. Toch maken de tussenschakels tachtig procent van de kostprijs uit.
In welke andere sector mag de klant zelf de prijs bepalen? Want dat is exact wat iedere boer op de veiling enkel met lede ogen kan aanzien: de grootindustrie bepaalt zelf voor welke prijs ze aankoopt. Per te koop aangeboden lot begint er een soort klok genadeloos af te tellen en zakt de prijs per milliseconde. De aankopers kiezen zelf wanneer ze de ‘race to the bottom’ stopzetten.
Het is tijd om boeren mee aan tafel te zetten, waar ze als gelijken leefbare voedselketens kunnen helpen vormgeven.
De boeren zijn het beu en haken af. Het aantal boeren in ons land daalt al jaren drastisch en het lijkt er niet op dat beterschap op komst is. Dat bewijst ook het stijgend aantal meldingen van Vlaamse landbouwers in nood bij de hulporganisatie Boeren op een Kruispunt. Dat waren er in de eerste negen maanden van 2021 maar liefst 44 procent meer.
Dat roept zorgen op over ons eten van morgen. We hebben onze landbouwers immers hard nodig om ons allen van ons dagelijks voedsel te voorzien. Het is dus hoogste tijd dus om hen eerlijk te vergoeden voor hun harde werk en stijgende kosten. Het is tijd om hen mee aan tafel te zetten, waar ze als gelijken leefbare voedselketens kunnen helpen vormgeven.
Dat dat kan, bewijst de korte keten. Daar is de producent aan zet en schommelt het aandeel van de tussenschakels in de prijs die de consument betaalt maar rond de twintig procent, in plaats van tachtig. De boer bepaalt zelf mee wat een correcte prijs is voor zijn eerlijk product. Hij zit aan het hoofd van de tafel en hoeft met niemand te armworstelen. Hij moet enkel jou, de lezer, kunnen warm maken om bewust voor lokale voeding en korte keten te kiezen. Daarvoor heeft hij tal van goede argumenten. Een van de belangrijkste voor jou is misschien wel dat die korte keten doorgaans nauwelijks duurder is dan de supermarkt, maar dat de boer er wel beduidend meer aan overhoudt.
Of het via de korte keten zal zijn of toch met meer tussenschakels: we moeten dringend werk maken van een voedselsysteem waarin met respect voor producent en planeet geproduceerd kan worden. Waar elke schakel zijn boterham verdient. En waar de consument iets meer zal betalen voor voeding, omdat hij begrijpt en waardeert hoeveel werk erin kruipt. Net zoals we vroeger deden, overigens.
Maar voorlopig zal ongetwijfeld het recht van de sterkste weer zegevieren, en dat is helaas niet de boer. Die ploegt hopelijk gewoon voort. Hoe lang nog?
Wil je rechtstreeks bij de boer kopen? Surf dan naar www.rechtvanbijdeboer.be
Katrien Verbeke
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier