‘Het effect van voeding is niet te verwaarlozen, maar ook niet oneindig’
Diëtiek is meer dan de kunst om je enkele kilo’s te helpen verliezen, het is de ondersteunende wetenschap achter de grote rol die voeding in ons leven vervult. Maar, zo zegt ook diëtist Michael Sels (UZA), we moeten realistisch blijven. ‘Voeding is het nieuwe geloof geworden – en men volgt dat haast rigoureus.’
Michael Sels is hoofddiëtist van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen, diëtist bij het Multidisciplinair Oncologisch Centrum Antwerpen (MOCA) en actief bij de Vlaamse Vereniging voor Klinische Voeding en Metabolisme (VVKVM) . In die hoedanigheid organiseert hij opleidingen en infosessies voor artsen, verpleegkundigen en apothekers om misverstanden rond voeding uit te klaren en nieuwe ontwikkelingen te delen en te verspreiden.
Is voeding eigenlijk een belangrijk onderdeel in de opleiding geneeskunde?
Michael Sels: “Het is een onderdeel, maar het komt naar mijn mening nog te weinig aan bod. Vandaar dat het VVKVM zelf symposia organiseert en dat onze nutritieafdeling ook les geeft in die opleidingen geneeskunde omdat we zien dat het belang van voeding in de medische sector groeit.. Er komen nu ook steeds meer specialisatietrajecten. Oncodiëtiek bijvoorbeeld, specifiek voor kankerpatiënten, bestaat nog maar een jaar of vier. Vroeger vervulde een arts op de afdeling oncologie iedere rol en gaf hij of zij naast medisch advies ook psychische ondersteuning en voedingsbegeleiding. Vandaag weten we dat die voedingsbegeleiding echt niet te verwaarlozen is en daar gespecialiseerde mensen voor aangesproken moeten worden. Patiënten die immers goed gevoed een therapie aanvatten hebben betere resultaten van hun therapie, zullen die therapie beter verdragen en nadien ook beter herstellen.”
Wat mag ik me voorstellen bij een voedingsplan van een oncodiëtist?
Sels: “Het belangrijkste doel is om de patiënt zoveel mogelijk op gewicht te houden en hun spiermassa te bewaren, omdat patiënten die veel gewicht verliezen meer nevenwerkingen hebben van hun chemo en soms om die reden hun therapie moeten staken. Als we gezonde mensen met het doel op kankerpreventie voedingsadvies geven dan raden we aan om veel groenten, fruit en vezels te eten, maar een kankerpatiënt die behandeld wordt moet vooral veel kracht hebben om die behandeling met een toch al verzwakt lichaam aan te kunnen. Dan spreken we niet zozeer van gezonde voeding, maar adequate voeding. Wanneer iemand moet aansterken gaan we geen gestoomde groenten voorschotelen, maar wel een pudding met volle melk en veel calorieën. Een auto zonder benzine kan niet rijden, en dat is voor een mens niet anders.”
Wanneer iemand moet aansterken gaan we geen gestoomde groenten voorschotelen, maar wel een pudding met volle melk en veel calorieu0026#xEB;n
Ondervoeding zou een wijdverspreid probleem zijn in ziekenhuizen. Hoe komt dit?
Sels: “Heel wat patiënten (ongeveer 1 op 3) komen sowieso al binnen met een risico op ondervoeding – mensen die ziek zijn hebben vaak door de ziekte al een verminderde eetlust, pijn die eten moeilijk maakt of ze verliezen meer voedingsstoffen, zoals eiwitten via grote wonden bijvoorbeeld. Die risico’s groeien nog meer tijdens de opname. De ziekenhuismaaltijden zijn niet altijd naar hun smaak en ze moeten vaak nuchter blijven voor verschillende onderzoeken. Daarom dat goed voedingsadvies belangrijk is.”
Wanneer ik ondervoeding hoor dan denk ik vooral aan sondevoeding en poedertjes
Sels: “Dat is pas in een latere fase. Allereerst proberen we mensen met gewone voeding in een juiste toestand te krijgen of te houden. Helpt dat niet, dan kunnen we proteïnepoeder onder het eten gaan mengen, daarna zitten we bij de zogenaamde astronautenvoeding – flesjes Fortimel, Resource of Fresubin. Pas als dat allemaal niet helpt wordt de sondevoeding en intraveneuze voeding aangelegd. ”
U haalt het zelf al aan: ziekenhuismaaltijden zijn niet altijd haute cuisine. Heeft jullie afdeling enige zeggenschap in wat er voorgeschoteld wordt aan het doorsnee ziekenbed?
Sels: “Uiteraard worden we geraadpleegd, en we eisen ook dat die voeding aan een aantal voorwaarden voldoet. In het UZA besteden wij onze maaltijden uit aan een extern cateringbedrijf, maar we hebben dus wel een aantal dingen contractueel vastgelegd: hoe vaak per week mogen ze gehakt gebruiken in een gerecht, hoe groot moet een portie zijn, hoeveel beleg moeten ze geven… Zo kunnen we toch waarborgen dat een patiënt niet altijd de goedkoopste voeding krijgt, en niet altijd hetzelfde voorgeschoteld krijgt. Maar het blijft een evenwichtsoefening tussen wat in het budget past, wat lekker is en wat nutritioneel de beste keuze is.”
Dat is natuurlijk een evenwichtsoefening die mensen zonder jarenlange opleiding ook dagelijks moet maken.
Sels: “Het is er inderdaad ook niet makkelijker op geworden. Het belangrijkste advies dat wij vaak moeten geven is dat gezonde voeding voor een gezond persoon iets helemaal anders betekent dan voor een ziek persoon, maar dat geldt ook omgekeerd. Mensen die gezond zijn moeten geen diëten gaan volgen die niet nodig zijn.”
Gezonde voeding betekent voor een gezond persoon iets helemaal anders b dan voor een ziek persoon, maar dat geldt ook omgekeerd. Mensen die gezond zijn moeten geen diu0026#xEB;ten gaan volgen die niet nodig zijn.
“Het is logisch dat coeliakiepatiënten een glutenvrij voedingspatroon aanhouden, maar een glutenvrij dieet voor mensen die geen medisch vastgestelde glutenintolerantie hebben heeft geen enkele meerwaarde, integendeel. De voedingsindustrie teert tegenwoordig echt op die hypes.”
Er wordt wel eens gezegd dat je jezelf intolerant kan maken aan bepaalde voedingsstoffen door ze lange tijd te schrappen.
Sels: “Er zijn cultuurgebonden intoleranties, waarbij mensen niet goed reageren op bepaalde voedingsmiddelen omdat die niet in hun dagelijkse eetpatroon zitten. Dat kan dus ook voorkomen bij individuen, maar dat heb je alleen als je langdurig een eliminatiedieet gaat volgen en dat is ook geen echte tolerantie, maar eerder een (tijdelijke) gevoeligheid. Je lichaam past zich uiteindelijk aan die nieuwe eetgewoonten aan, en als je daar dan weer van afwijkt kan je daar misschien extra op reageren. Wanneer iemand die maandenlang niet voldoende vezels heeft binnen gekregen (omdat hij of zij bijvoorbeeld denkt dat brood slecht is) plots weer vezels eet, gaat die het wat moeilijker hebben met verteren ja. Maar daarom ben je nog niet intolerant.”
U spreekt van hypes, maar als consument word je ondertussen ook rond de oren geslagen met gezondheidsclaims en nieuwe studies.
Sels: “Ik zeg vaak: voeding is het nieuwe geloof geworden – en men volgt dat haast rigoureus. Soms is dat onschuldig, door bijvoorbeeld wat zaden en pitten toe te voegen aan de yoghurt, maar als mensen echt nodeloos bepaalde voedingsmiddelen schrappen dan zijn daar wel risico’s aan verbonden. In feite blijven de klassieke voedingsadviezen nog steeds overeind: eet gevarieerd en eet met mate.”
In feite blijven de klassieke voedingsadviezen nog steeds overeind: eet gevarieerd en eet met mate.
“Je ziet ook de focus in de harde wetenschap verschuiven. Vroeger werden nutriënten op zich onderzocht en wou men weten wat het effect van vitamine c of van calcium was. Een aantal jaar geleden werd dat opgebouwd naar het effect van voedingsmiddelen, zoals citrusvruchten en melk, en nu zijn we volop bezig met het onderzoeken van voedingspatronen – wat is het effect van tien jaar lang dagelijks 300 gram groenten en fruit te eten bijvoorbeeld. We weten ondertussen dat geen enkel nutriënt zodanig ingrijpend is dat het apart naar voren moet geschoven worden.”
“Ik ben blij dat de interesse in voeding toeneemt maar ik blijf realistisch. Je gaat geen gezond mens worden omdat je iedere dag een soeplepel gojibessen naar binnen werkt. Het effect van voeding is niet te verwaarlozen, maar tegelijkertijd ook niet oneindig.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier