Leentje Speybroeck
‘Er is maar weinig zo mindful als je eten oogsten op een veld en kopen op een markt’
Leentje Speybroek wisselde jaren terug het obligate supermarktbezoek in voor lidmaatschap bij een zelfplukboerderij en bezoekjes aan een boerenmarkt. ‘De verlossing die daarmee gepaard ging, kon ik me toen nog niet eens voorstellen.’
Velt-huischef Leentje Speybroek daagt iedereen uit om in tien maanden ecologischer te gaan koken. Elke maand overlaadt ze je daarom met een stapel makkelijk toepasbare tips en recepten, telkens volgens een centraal thema. De spits bijt ze af met een verbijsterend simpel stappenplan om meer lokaal te kopen. Voor Knack Weekend vertelt ze een schooljaar lang over hoe zij het zelf aanpakt.
Zaterdagochtend. Ook al luidt dit tijdstip het langverwachte weekend in, het is voor veel gezinnen niet meteen het favoriete moment van de wekelijkse adempauze. De noodgedwongen ratrace voor de voorraadkast door een eivolle supermarkt kan je nu moeilijk rustgevend noemen. Met een krijsend kind in de kar en een kassafile tot in de rekken eindig je tegen het middaguur moeiteloos met een rothumeur achter het fornuis. Of toch maar weer een diepvriespizza om te bekomen?
Daar heb ik tien jaar geleden voorgoed komaf mee gemaakt toen ik besloot lid te worden van een zelfoogstboerderij en de rest van mijn verse voeding voortaan op de boerenmarkt te kopen. Dat deed ik aanvankelijk helemaal niet omdat ik zo langzaamaan een burnout overhield aan de zaterdagochtendstress, maar omdat ik steeds meer ging beseffen dat waar ik koop en wat ik eet voor een behoorlijk groot stuk bepaalt welke richting het met onze planeet uitgaat. De gratis verlossing die daarmee gepaard ging, kon ik me toen nog niet eens voorstellen.
Er is maar weinig zo mindful als je eten oogsten op een veld en kopen op een markt
Het obligate winkelbezoek maakte plaats voor een uitstap naar een paar van de boeiendste plekken in mijn buurt, maar daar stopte het nog niet. Oogsten op een veld en kopen op een markt zijn oeverloze inspiratieshots voor je keuken. Het koken begint daar. Dat heeft alles te maken met de ontmoeting met de oorsprong, de terroir en de mens achter een product. Daar hoef je helemaal geen chefkok voor te zijn. Want zeg nu zelf, een stuk kaas kiezen aan de hand van het verhaal van de boer, stijf van de geur van melk en hooi en de smaak van geduld, wakkert de verbeelding toch een stuk makkelijker aan dan wanneer je de keuze moet maken tussen een reeks plastic pakjes in het koelvak.
Zo is het ook met oogsten. Een wortel uit de grond trekken, een kolf maïs afbreken en een tuiltje tijm knippen doet in een wip al je zintuigen ontwaken. En laat net nu net die zintuigen zijn die je tot de essentie brengen van wat je eet. Misschien is het ons ingeslapen verzamelaarsbloed dat weer wakker wordt en gaat stromen naar plekken waar we in dit industriële tijdperk nog weinig doorbloed worden. En misschien is het ook die doorbloeding die onze intuïtie doet ontwaken, ons doet vertragen en landen, laat zijn waar we zijn. Er is maar weinig zo mindful als bezig zijn met een basisbehoefte als eten.
Het mooiste bewijs dat zo’n zaterdagochtend dicht aanleunt tegen wat je geluk zou kunnen noemen, is dat het krijsend kind verstilt, bedachtzaam knabbelend aan dat stukje kaas in zijn knuist om even later in alle ernst een regenworm te bestuderen en met de boer op de tractor te klauteren. En ja, in plaats van een paar uur zijn we hier al gauw een halve dag zoet mee. Onze manier van eten inkopen is allesbehalve tijdsbesparend. Maar de soep die we die middag eten smaakt naar avontuur en het weekend ligt lonkend voor ons met een keuken vol lekkernijen om mee te toveren.
Voor mijn online kookprogramma Keukenpraatjes (dat je hier kan herbekijken) vorige week had ik Véronique Boussé van de online korteketenmarkt VéroBo te gast. Zij bracht een heleboel lekkere lokale producten mee. Haar mandje inspireerde me om deze arancini van Belgische gierst en kaas te maken.
Arancini van gierst, champignons en lokale kaasjes met kruidige mosterddip
Voor 10 arancini
150 g ongekookte of 400 gr gekookte gierst
150 g kastanjechampignons
1 teen geraspte look
1 tl citroensap
paar blaadjes salie
250 ml groentebouillon
100 g verkruimelde of geraspte kaas (ik gebruikte Keiems bloempje, zomerboeket)
200 g zachte kaas in blokjes (ik gebruikte een kaasje van De drie Mussen)
100 g paneermeel
snuifje nootmuskaat
peper en zout
sesamolie
Voor de dip:
2 el (caramel)mosterd
4 el zure room
handvol verse tuinkruiden zoals bieslook, dragon en peterselie
half sjalotje
Kook de gierst in de bouillon op een laag vuurtje en met een deksel op de pot gaar (dat duurt zo’n dertig minuten). Als het goed is, heeft de gierst dan alle bouillon opgenomen. Doe de gierst in een kom en laat afkoelen.
Snijd de salie fijn. Snijd de champignons in stukjes en bak met de look en salie in de olijfolie. Blus met citroensap en kruid naar smaak af met peper en zout. Laat afkoelen. Voeg de kaas en de champignons toe aan de gierst en zet er een paar keer kort de staafmixer in zodat je een kleverige textuur krijgt. Breng op smaak met peper en zout. Maak met vochtige handen balletjes van het gierstmengsel. Maak een gaatje in het midden van elk balletje en duw daar een stukje kaas in. Maak weer dicht en rol weer mooi rond. Strooi paneermeel in een bord en rol de balletjes door het paneermeel.
Laat een pan goed heet worden en bak de balletjes langs alle kanten goudbruin. Je kan ze ook frituren.
Meng alle ingrediënten voor de dip. Smaak af met peper en zout. Dippen maar!
Gebruikte producten:
De volgende aflevering van Keukenpraatjes staat helemaal in het teken van de tweede stap in de ecokookchallenge en leert hoe je voedselverspilling tegengaat in de keuken door te koken met restjes. Te bekijken op zaterdag 29 oktober van 11u tot 12u op de facebookpagina van Velt vzw.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier