De toekomst is vegan, volgens Roanne van Voorst: ‘Vlees eten is helemaal niet zo’n lange traditie’

PeterVandycke060_KW300_NJ37

Later zullen we terugkijken op dit moment en gruwen van de gedachte dat we dieren doodden om ze op te eten, schrijft antropologe Roanne van Voorst in Ooit aten we dieren. En dat moment is niet eens zo heel ver weg. ‘In 2035 is tachtig procent van het aanbod in de supermarkt plantaardig.’

Later zullen we terugkijken op dit moment en gruwen van de gedachte dat we dieren doodden om ze op te eten, schrijft antropologe Roanne van Voorst in Ooit aten we dieren. En dat moment is niet eens zo heel ver weg. ‘In 2035 is tachtig procent van het aanbod in de supermarkt plantaardig.’

66 miljard. Zoveel dieren worden er jaarlijks omgebracht in de vlees- en zuivelindustrie. Crimineel, noemt Yuval Noah Harari dat in zijn bestseller Sapiens: een kleine geschiedenis van de mensheid. Roanne van Voorst (35), antropoloog, futuroloog én veganist, is het met hem eens. ‘Mensen schrikken als ik dat cijfer noem. 66 miljard, dat is hallucinant veel. We kunnen daar met ons hoofd niet bij.’

In Ooit aten we dieren beschrijft ze de maatschappij na de ‘eiwitrevolutie’: het ‘carnistische model’ heeft plaatsgemaakt voor het veganistische, diereneters (vlees en zuivel) voor planteneters. Zoals het ooit taboe werd om nog slaven te houden en homo’s te discrimineren, zo zal het not done zijn om een biefstuk te bestellen. En die revolutie? Die staat vandaag al voorzichtig maar nog wat weifelend in de startblokken. ‘Er is een groeiend bewustzijn, maar er is ook nog heel veel weerstand.’

We hebben dit gesprek toevallig een paar dagen nadat VN-wetenschappers opriepen om minder vlees te eten. Als we de wereld willen redden van de opwarming, moeten we onze eetgewoonten onder de loep nemen en voor een plantaardige levensstijl kiezen. Wat denk jij als je dat leest? Blij?

‘Enerzijds denk ik: eindelijk. Maar anderzijds is dit natuurlijk geen nieuws meer. De VN zegt dit al een paar jaar, zonder dat er iets verandert. Toch voel ik dat er nu echt iets aan het bewegen is. Zelfs mensen die tot voor kort zweerden bij hun dagelijkse stukje vlees, denken nu al eens: hm, misschien moet ik ook maar eens zo’n vleesvervanger proberen. Goed nieuws, want elke flexitariër die erbij komt, duwt de markt een beetje meer richting dier- en milieuvriendelijkheid. Je ziet nu al dat grote bedrijven als Nestlé gaan investeren in onderzoek naar vlees- en zuivelvervangers, omdat ze weten dat daar steeds meer vraag naar zal zijn.’

Mensen willen hun tradities koste wat kost beschermen. Maar het eten van vlees is helemaal niet zo’n lange traditie. Tot en met de Tweede Wereldoorlog aten we vooral knollen.

Wetenschappers zeggen het zoals je zegt al langer, maar toch schrok je enorm toen je je tijdens je onderzoek over het aandeel van de vlees- en zuivelindustrie in de opwarming van de aarde boog. Is het echt zo erg?

‘Of de vlees- en zuivelindustrie de onbetwiste nummer één is durf ik niet te zeggen, al blijkt dat zeker wel uit sommige rapporten, als je ook het transport van dieren en hun voeding, die uit sojabossen uit Zuid-Amerika moet komen, gaat meetellen. De zuivel- en vleesindustrie speelt in ieder geval een veel grotere rol dan velen denken. Mensen zijn vandaag heel erg bezig met het vermijden van plastic rietjes en vragen zich af of ze nog met de auto of het vliegtuig mogen, maar ondertussen eten ze wel vlees en zuivel, terwijl de impact daarvan op het milieu oneindig veel groter is. Maar dat heeft meteen ook een positieve kant. Als je iets wilt doen voor het milieu, is dit hét domein waarop je het verschil kunt maken. Door met z’n allen plantaardig te gaan eten, dringen we de impact van onze voeding op het milieu gigantisch terug. Dat vind ik best wel een powervol idee.’

Haantjes verhakselen

Voor jou was het argument om veganist te worden, naast de klimaatverandering, ook dierenleed. Wanneer kwam je tot dat inzicht?

‘Heel laat, tijdens de research voor dit boek pas. Ik ben vegetariër geworden op mijn zestiende, veganist pas op mijn drieëndertigste, en tot dat moment had ik geen idee van de wantoestanden in de zuivelindustrie. Op een gegeven moment zat ik in een koffiehuis een cappuccino te drinken – met koeienmelk – en las ik in een artikel hoeveel dieren er jaarlijks worden gedood omdat ze ‘restproduct’ zijn. Haantjes gaan massaal de verhakselaar of de gaskamer in, jonge stiertjes worden gedood. Ik was vegetariër geworden omdat ik niet wilde dat er dieren voor mij gedood zouden worden, en plots besefte ik dat ik door zuivel te eten en drinken medeverantwoordelijk was voor de dood van gigantisch veel dieren. Het was voor mij zo duidelijk dat ik niet wilde meedraaien in dit systeem dat ik besloot plantaardig te gaan eten. Het gaat bovendien ook niet alleen om het doden van dieren, maar om het systematisch uitbuiten en mishandelen van dieren.’

Je maakt zelfs de vergelijking met slavernij.

‘Ik besef dat dat een gevaarlijke vergelijking is, en voor de duidelijkheid: ik vergelijk varkens of koeien niet met mensen. Waar het me wel om gaat is dat we inzien dat we in het verleden bepaalde groepen ‘anderen’ heel slecht behandeld hebben en dat we pas na afloop en na de nodige verwerkingstijd inzagen hoe afschuwelijk ons gedrag was. We worden allemaal opgevoed met bepaalde ideeën en gewoontes, en zolang je in een bepaalde situatie zit – hoe gewelddadig die ook is – vind je dat normaal. Vrouwen hadden eeuwenlang geen rechten, slaven werden mishandeld, heksen verbrand, zwarten waren tweederangsburgers… We vonden dat lang normaal: die groepen waren anders, minder, dommer… Dan komt er een kantelpunt. Dat begint bij een kleine minderheid, maar geleidelijk aan neemt die nieuwe manier van kijken het over en wordt die de norm. Pas dan kun je denken: verdorie, wat heeft ons al die tijd bezield? Het lijkt erop dat we dat transitiepunt nu aan het bereiken zijn als het gaat om intelligente dieren zoals varkens.

De toekomst is vegan, volgens Roanne van Voorst: 'Vlees eten is helemaal niet zo'n lange traditie'
© TJITSKE VAN LEEUWEN

Ons brein is een heel krachtige bodyguard die ons beschermt tegen te pijnlijke inzichten. Dieren voelen geen stress of angst, zeggen we dan vergoelijkend. Of: ze voelen wel pijn, maar ze beseffen niet dat ze zullen sterven, dus dat is minder erg. Mensen zijn immers geen onmensen, ze houden van dieren. Dus sussen ze hun geweten door biovlees of eieren van kippen met vrije uitloop te kopen, want ‘die dieren hebben tenminste een goed leven gehad’. Maar die aanname klopt niet. Ik denk dat mensen zouden schrikken als er eerlijk op de verpakking vermeld zou staan hoe de dieren geleefd hebben, hoe ze behandeld zijn en hoe ze aan hun einde gekomen zijn.’

We denken dat vlees eten ‘normaal, noodzakelijk en natuurlijk is’, schrijf je. Die mythes wil je weerleggen. Waar komen ze vandaan?

‘Er bestaan veel mythes. ‘De mens is gemaakt om vlees te eten.’ ‘Iederéén eet vlees.’ Die argumenten hoor ik vaak. Vlees eten zit niet zozeer ingebakken in onze natuur, maar in onze cultuur. Het is een dagelijkse gewoonte en gewoontes afleren is moeilijk. Veel mensen geloven ook nog steeds dat vlees noodzakelijk is. ‘Ja, maar krijg je dan geen tekorten als je vlees schrapt?’ Helemaal niet. Je hebt geen vlees nodig, je kunt belangrijke nutriënten gewoon uit planten halen. Hetzelfde met zuivel: melkproducten kunnen vandaag perfect vervangen worden door plantaardige alternatieven. Ik weet niet hoe het in België zit, maar in Nederland hebben we een heel sterke promomachine achter melk. ‘Melk is goed voor elk.’ Als je dat jarenlang hoort, geloof je dat. Dat melk helemaal niet nodig is, en zelfs niet zo goed voor je is, ontdekte ik pas toen ik onderzoek deed voor dit boek.’

Vervelende vegans

Stuit je boodschap op verzet?

‘Ik krijg zelfs bedreigingen. Dan denk ik: komaan zeg, ik zeg alleen iets over je eten. Maar wat je eet, is meer dan wat er op je bord ligt. Eten is troost, het is gelinkt aan rituelen en aan herinneringen. Mensen willen hun tradities koste wat kost beschermen. Maar het eten van vlees is helemaal niet zo’n lange traditie. Nederlanders aten tot en met de Tweede Wereldoorlog vooral knollen. Dat we zoveel vlees eten, is iets van de laatste decennia. Vroeger was dat onbetaalbaar. Wat we eten is altijd onderhevig geweest aan evolutie, door nieuwe technieken en kennismaking met andere culturen en hun producten, en dat is nu niet anders. We kunnen de tendens naar steeds minder vlees niet stoppen.’

Vegan worden was voor jou dubbel. Je vond vegans altijd wat zeikerig en schreef er een blogpost over: ‘Veganistisch worden en toch niet zo’n zeur, kan dat?’ Hoe heb je je verzoend met je plantaardige leven?

‘Je mag ook niks van die vegans: dat heb ik lang gedacht. Want wat was er nu mis met melk of met een vrije- uitloopei? Tot ik voor mijn onderzoek in de industrieën dook en leerde dat er wel degelijk van alles mis mee is. Zelf pak ik het, als nieuwbakken veganist, graag pragmatischer aan. Onlangs at ik bij een vriendin. Zij had heel erg haar best gedaan om mij iets veganistisch voor te schotelen en een lasagne gemaakt. Wat bleek? Ze had de verpakking niet goed gecheckt en niet gezien dat de lasagnebladen ei bevatten. Ik kan dan haar met liefde gekookte maaltijd laten staan, zodat zij denkt: oké, dat was de laatste keer dat ik vegan kook, want dat is blijkbaar veel moeilijker dan ik dacht. Veel vegans zouden die lasagne niet gegeten hebben, maar ik kijk naar het grotere doel en eet hem dus met smaak en dankbaarheid op. Mijn vriendin denkt nu misschien volgende keer, wanneer ze voor haar gezin kookt: ik ga die vegan lasagne nog eens maken, zo moeilijk was dat niet. Als iedereen zijn best doet en wat bewuster gaat eten, bereiken we meer dan met een kleine groep hardlijnige vegans.’

Als iedereen zijn best doet en wat bewuster gaat eten, bereiken we meer dan met een kleine groep hardlijnige vegans.

Je schrijft dat je drie tot tien procent koplopers nodig hebt om tot verandering te komen. Voorlopig is slechts één procent vegan. Toch voorspel je dat het nu snel zal gaan. Is dat omdat vooral jongeren voor een vegan leefstijl kiezen?

‘Het veganisme is een van de snelst groeiende sociale bewegingen en wetenschappers voorspellen dat het nog veel groter zal worden. En dat komt inderdaad doordat vooral jongeren plantaardig gaan leven. Het zijn de jongeren die straks bepalen wat er in de winkels terechtkomt. De jongeren die nu meelopen in de klimaatmarsen en die massaal vegan worden: zij zijn de consumenten van de toekomst. Veel jongeren maken zich grote zorgen om hun toekomst. Climate anxiety is een paar jaar geleden voor het eerst in de Amerikaanse DSM 5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, hét handboek voor psychiaters en psychologen, red.) opgenomen. Jongeren zien wat er gaande is en dat niemand er iets aan doet. Dus gaan ze zelf actie ondernemen, door te protesteren en door hun gedrag aan te passen. Nu zijn ze nog zestien, maar straks zijn ze twintig en doen ze hun eigen boodschappen. Daarna gaan ze hun kinderen plantaardig opvoeden. Vanaf nu kan het snel gaan. Ik verwacht dat we over een dikke tien jaar vanuit een heel ander perspectief naar de wereld zullen kijken. In 2035 zou tachtig procent van het aanbod in de supermarkt plantaardig kunnen zijn, aangevuld met dure vlees- en zuivelproducten.’

Een keerzijde van de medaille: hoe meer planteneters erbij komen, hoe meer wrijving je voorspelt tussen planten- en diereneters, ook in de liefde.

‘Er zullen steeds meer ‘gemengde koppels’ zijn. Nieuwe koppels, maar ook koppels die al jaren bij elkaar zijn en waarvan één partner de switch maakt. Dat kan best moeilijk zijn. Mensen vinden verandering ingewikkeld, het zorgt voor conflicten. Bovendien is voor veel nieuwe veganisten of vegetariërs hun overtuiging een ware openbaring. Het kan dan heel confronterend zijn om samen te leven met iemand die de dingen anders ziet. Nu, de meeste koppels komen daar na een paar goeie gesprekken wel uit. Het is tenslotte niet de bedoeling dat je uit elkaar gaat om wat je eet.’

Ooit aten we dieren, uitgeverij Podium, 20,50 euro.
Roanne van Voorst – Studeerde in 2014 cum laude af aan de universiteit van Amsterdam. – Is antropoloog, futuroloog, podcastmaker en schrijver. – Werkt vooral rond duurzaamheid, klimaatverandering en milieubewust leven. Zo deed ze 12 jaar lang onderzoek naar de sociale effecten van klimaatverandering. – Schrijft zowel fictie (o.a. De verhuizing) als non-fictie (o.a. De beste plek ter wereld. Leven in de sloppen van Jakarta).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content