Braziliaanse vrouwen bestrijden droogte met de teelt van de umbu, een klein groen vruchtje
In het noordoosten van Brazilië gebruikt een groep vrouwelijke boeren de umbu-boom, die met zijn wortels water opslaat, om het droge landschap te helpen herbebossen.
Toen een tv-ploeg vier jaar geleden de boerderij van Denise Cardoso bezocht, in het noordoosten van Brazilië, sneed ze samen met haar grootvader de dikke wortels van een umbu-boom open om te laten zien hoe die water opslaat, zelfs tijdens periodes van droogte.
Dat natuurlijke proces garandeert normaal gesproken het voortbestaan van de boom in het semi-droge klimaat van de Caatinga, een vegetatiezone die meer dan 10 procent van het Braziliaanse grondgebied beslaat. Maar toen ze de wortel opensneden, schrokken ze van wat ze zagen.
‘Het was helemaal uitgedroogd van binnen’, vertelt de 31-jarige Cardoso via de telefoon vanuit haar huis in de kleine gemeente Uauá, in de Braziliaanse staat Bahia. Zij noch haar grootvader had ooit zoiets gezien. ‘We schrokken ons rot.’
Herbebossing
Cardoso maakt deel uit van de coöperatie Coopercuc, die de umbu – ook wel de Braziliaanse pruim genoemd – en andere inheemse bomen teelt om het fruit te verkopen. Toen ze de verdorde binnenkant van de wortels zag, die ze toeschreef aan de toenemende hitte in combinatie met de droge periode die de regio op dat moment doormaakte, besefte ze dat de coöperatie een andere manier van landbouw zou moeten overwegen, met een nieuw doel: herbebossing.
Door water onder de grond op te slaan, helpt de umbu verdroging en bodemerosie tegen te gaan
‘Van daaruit zijn we begonnen met plannen, veel meer vanuit de gedachte van duurzaamheid. Want wat er gaat komen, weten we gewoon niet’, zegt Cardoso.
Inmiddels zet Coopercuc als een van de door vrouwen geleide coöperaties in deze regio, zich in voor de aanplant van bomen terwijl ze tegelijkertijd in het levensonderhoud voorzien van de mensen die er wonen.
Woestijnvorming
Volgens klimatoloog Francis Lacerda zijn hogere temperaturen en woestijnvorming niet beperkt tot Uauá. Veranderingen in de Caatinga-zone vinden al langer plaats, en veel sneller dan de modellen suggereren, vertelt Lacerda. Zij is onderzoeker bij het Agronomisch Instituut van Pernambuco en lid van het Nationaal Instituut Wetenschap en Technologie voor Klimaatverandering (INCT-MC).
‘Periodes van extreme droogte duurden in het verleden drie, drieënhalf jaar. De opeenvolgende periodes van droogte van tegenwoordig duren zeven jaar’, zegt ze.
De cou0026#xF6;peratie wisselt hun fruitbomen af met inheemse Caatinga-cactussen en bomen zoals de anjico
Volgens een studie uit 2019 van de Federale Universiteit van Alagoas wordt alleen al in de staat Bahia 16 procent van het land getroffen door woestijnvorming. Bij het bestuderen van klimaatverandering in de semi-droge regio’s in het noordoosten van Brazilië heeft Lacerda een scherpe daling in regenval geconstateerd, en tegelijk een stijging van maximale temperaturen en een toename van het aantal droogtedagen.
Op sommige plaatsen worden de neerslagpatronen ook grilliger, voegt ze toe, omdat gebieden die vroeger drie maanden regen per jaar kregen, het nu hele jaren zonder regen moeten stellen of alleen neerslag krijgen tijdens korte, intense stormen.
In de Sertao do Araripe-regio van de Caatinga, die volgens Lacerda in sneltempo ontbost als gevolg van de groeiende landbouw en veeteelt, stelde ze een temperatuurstijging vast van bijna 5 graden Celsius in de afgelopen vijftig jaar.
Vroeger zag de regio gemiddeld 33 millimeter verdamping per dag, maar vandaag is dat minstens twee keer zoveel, zegt Lacerda. ‘De semi-droge regio wordt droog – de dagen van de landbouw hier zijn geteld.’
Waterboerderijen
Lacerda ziet weinig in traditionele technologische oplossingen, zoals de bouw van reservoirs om water in op te slaan – dat zou volgens haar veel te snel verdampen. Het antwoord, zegt ze, ligt in herbebossing, met een focus op inheemse bomen zoals de umbu, die ze ‘waterboerderijen’ noemt.
Door water onder de grond op te slaan, helpt de umbu namelijk verdroging en bodemerosie tegen te gaan. Met die kennis combineren de vrouwen van Coopercuc en andere coöperaties in deze regio nu fruitteelt met herbebossing.
Leden van Coopercuc, opgericht in 2004, kweken de umbu en andere biologische fruitbomen in tuinen die aan elkaar grenzen, waardoor ruim tien kleine gemeenschappelijke boerderijen van elk één tot twee hectare ontstaan, legt Cardoso uit.
Sinds 2019 experimenteert Coopercuc met zogenoemde ‘agro-caatinga’, zoals ze deze lokale vorm van agrobosbouw noemen: het planten van bomen naast of tussen gewassen. De coöperatie wisselt hun fruitbomen af met inheemse Caatinga-cactussen en bomen zoals de anjico, vertelt ze.
Bewoners plukken er de vruchten van
Ze schat dat de herbebossingsgebieden nu al ongeveer 10 ton voedsel per jaar produceren, waaronder passievrucht, guave, cashewnoot en mango, en tot 40 ton umbu, die gebruikt kan worden voor de consumptie van het vruchtvlees en de productie van jam.
Girlene Almeida Oliveira, lid van de Coopsertao-coöperatie die in Pintadas in Bahia met steun van milieu-denktank World Resources Institute werkt, zegt dat haar groep zo’n 30 ton umbu per jaar teelt en verwerkt.
Dat terwijl nog maar tien jaar geleden Brazilianen geen enkele waarde in de umbu-bomen zagen en hem structureel omkapten om plaats te maken voor landbouwgrond, vertelt Almeida Oliveira. ‘Toen mensen inzagen dat deze boom letterlijk en figuurlijk zijn vruchten afwerpt – marktwaarde heeft – nam de belangstelling voor herbebossing toe’, zei ze. ‘Tegenwoordig laten mensen het bos weer herleven’, zegt ze: land dat ooit was omgekapt voor veeteelt is nu weer ‘bijna een bos’.
Pandemie strooit roet in het eten
Maar zelfs met alle inspanningen van deze lokale initiatieven verliest de Caatinga nog altijd veel bos, net als veel andere delen van Brazilië. Data van MapBiomas, een initiatief van het Braziliaanse klimaatobservatorium, laten zien dat 58 procent van het landschap in 2019 bedekt was met natuurlijk bos, een daling van 2 procent ten opzichte van vijftien jaar eerder.
Dit werk levert financieel gewin op dat ook het zelfrespect van vrouwen ten goede komt.
Dit jaar heeft de coronapandemie bovendien ernstige gevolgen gehad voor de herbebossingsinitiatieven in Caatinga. Cardoso schat dat de inkomsten van Coopercuc met 70 procent zijn gedaald als gevolg van lockdown-beperkingen.
Coopsertao is vooral door de schoolsluitingen getroffen, aangezien de overheid een van de belangrijkste kopers is, zei Almeida Oliveira. ‘In 2020 hebben we nog geen 10 procent verkocht van wat we voorheen verkochten.’ Desalniettemin zijn de vrouwen van plan om door te gaan.
Cardoso, die als eerste in haar familie aan de universiteit studeerde, heeft nu een diploma Bedrijfskunde behaald, een opleiding waarvoor ze betaald heeft met het geld dat ze verdient met het verbouwen van umbu en andere inheemse boomsoorten. De coöperatie ‘verandert het leven van ons vrouwen’, stelt ze.
Almeida Oliveira wijst nog op een ander voordeel. ‘Je hoeft niet langer te wachten op het inkomen van je man of zoon. Dit werk levert financieel gewin op dat ook het zelfrespect van vrouwen ten goede komt. Nu heb ik wat mij toehoort’, besluit ze.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij IPS-partner Thomson Reuters Foundation.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier