Eveline Vandevelde

Niet wit of zwart: ‘Ik ben meer dan exotisch fruit’

Eveline Vandevelde Freelancejournaliste en opiniemaker

Eveline Vandevelde over hoe het is om op te groeien als métis. ‘Jongeren en volwassenen in de westerse wereld blijven overwegend leren over de superioriteit van hun eigen cultuur en beseffen niet dat vermenging een blijvend fenomeen is.’

‘Vanwaar ben je?’ Die vraag krijg ik bij elke nieuwe ontmoeting. Onmiddellijk na mijn geboorte wilden de verpleegsters mij in het ziekenhuis onder een lamp leggen. Ze waren ervan overtuigd dat ik geelzucht had. Tot ze mijn gekleurde vader zagen.

Ik ben meer dan exotisch fruit.

Van mijn eerste levensjaren herinner ik me niet zo veel, maar wel dat mijn moeder soms aangesproken werd als ik naast haar liep in de winkel of op straat. Ik had blijkbaar een hoge aaibaarheidsfactor en mensen vroegen zich hardop af of ik geadopteerd was. In de lagere school werd ik voor het eerst echt geconfronteerd met mijn afkomst. Tijdens ruzies met vriendjes werd mijn huidskleur plots een thema. Dat maakte me onzeker en daarom spande ik me extra hard in voor mijn schoolwerk. Door mijn anders-zijn kreeg ik het gevoel dat ik me moest bewijzen. Ik moest en zou de beste van de klas worden. Nu besef ik dat die drang naar perfectie geboren werd uit mijn afkomst.

Naar mijn anders-zijn wordt soms verwezen met de term métis. Om te begrijpen wat die term betekent, moeten we een blik werpen op het einde van de vijftiende eeuw, toen Latijns-Amerika werd veroverd door de Spanjaarden en later door de Portugezen en andere Europese mogendheden. Métissage verwijst naar de seksuele relaties die zich daar voltrokken tussen Europese kolonialen en lokale inwoners. De kinderen die eruit geboren werden, waren er het resultaat van. Enkele eeuwen later dook métissage opnieuw op, maar dan in de koloniale verovering van Afrika door Europa. In de Belgische kolonies (lees: Congo, Rwanda, Burundi), die vandaag jammer genoeg onderbelicht blijven in ons onderwijssysteem, werden kinderen geboren uit kolonialen en Afrikaanse vrouwen, métissen genoemd. Simpel uitgelegd hebben métissen dus een gemengde culturele achtergrond.

Ik besef nu dat die drang naar perfectie geboren werd uit mijn afkomst.

Etymologisch kunnen we het woord métis terugbrengen tot mixtus uit het Latijn en mestizo uit het Spaans. Vroeger circuleerde het begrip mulat om te verwijzen naar kinderen geboren uit een zwarte en een witte ouder. Volgens sommige bronnen is het woord mulato afkomstig uit het Spaans, terwijl anderen beweren dat de term eerder uit het Portugees stamt. Mulo, afgeleid van het woord mulato, wordt vertaald als muilezel, de kruising tussen een paard en een ezel. Het gebruik van mulat kan daardoor als denigrerend ervaren worden. Sinds het midden van de 20ste eeuw verkiest men de term métis om te verwijzen naar mensen met een gemengde achtergrond, enerzijds een Europese, anderzijds een Amerikaanse, Aziatische, Oceanische of Afrikaanse. Deze term heeft geen negatieve bijklank.

Exotisch fruit

Vroeger leek het alsof ik een kant moest kiezen als me weer eens gevraagd werd vanwaar ik kwam. Toen ik zelf nog worstelde met mijn identiteit was die vraag verre van eenvoudig. Ooit heb ik mijn moeder verweten wit te zijn, want daardoor was ik zelf zo licht. Niet het ene, noch het andere. Als mensen me vroegen vanwaar ik was, luidde mijn standaardantwoord ‘Lennik’. Maar de meesten zijn niet bevredigd met dit antwoord en vragen door: ‘Maar vanwaar ben je echt?’ Dan moest ik mijn hele stamboom erbij halen om uit te leggen hoe het precies in elkaar zit. Vandaag besef ik dat afkomst terug te koppelen is aan een gevoel. Ik voel me vooral een wereldburger en antwoord met enige trots: Grieks-Burundees-Belgisch.

Als mensen me vroegen vanwaar ik was, luidde mijn standaardantwoord ‘Lennik’.

Vooroordelen en afkomst zijn in onze samenleving nog altijd onlosmakelijk met elkaar verbonden. Toen iemand me vroeg naar mijn hobby en ik antwoordde dat ik aan hardlopen doe, zei die persoon doodleuk dat ‘negers’ goede lopers zijn. Het besef dat zo iemand geen slechte intenties heeft, maakt het des te pijnlijker. Tijdens een sollicitatie spraken ze me aan in het Arabisch en was ik degene die me moest verontschuldigen omdat ik die taal niet machtig ben. Bij een job in het studentenrestaurant van de universiteit stuurden ze me onmiddellijk naar de afwas in de kelder. De kelder wordt vaak toegewezen aan internationale studenten wegens hun gebrekkige kennis van het Nederlands. De eerste instructies daar kreeg ik in het Engels. Toen ik opmerkte dat ik Nederlandstalig ben, reageerden ze verbaasd en vonden ze ‘dat ik wel al goed Nederlands sprak’.

Enkele jaren geleden zei een kennis, die een relatie had met een Rwandees, dat ze niet kon wachten om aan kindjes te beginnen. Toen keek ze naar mij en hoopte op een mulatje. Het is bedoeld als compliment, maar eigenlijk worden mensen gereduceerd tot ‘exotisch zijnde’. We zijn verdorie meer dan exotisch fruit. Tijdens discussies over het teveel aan kleur in het straatbeeld helpt het niet me te sussen door te zeggen ‘maar jij bent anders’. Ik ben blijkbaar ‘Belgisch genoeg’ en word eerder als uitzondering beschouwd.

Iedereen métis

Door een toenemende globalisering leven we in een wereld van métissage. Die métissage is duidelijk zichtbaar in de westerse wereld. Toch is de westerling volgens antropoloog Rik Pinxten niet voorbereid om met die diversiteit om te gaan. Jongeren en volwassenen blijven overwegend leren over de superioriteit van hun eigen cultuur en beseffen niet dat vermenging een blijvend fenomeen is. Er zou veel meer ingezet moeten worden op interculturele vaardigheden om met die diversiteit om te gaan. Zij zijn de toekomst in de geglobaliseerde wereld.

Een métis is niet zwart of wit, maar wel de simpele mix die onze culturele rijkdom nog vergroot.

Een métis is niet zwart of wit, maar wel de simpele mix die onze culturele rijkdom nog vergroot. Hoe ik mezelf vandaag zie, kan verschillen van hoe ik mezelf morgen zie. We mogen onszelf niet in een raciaal hokje dwingen. Mijn vader vertelde me ooit dat het belangrijk is om je verleden te kennen alvorens verder te kunnen met de toekomst. Ik zie mezelf als een kameleon die eenvoudig van de ene cultuur naar de andere kan bewegen. Trouwens, door de globalisering is er vandaag sprake van culturele métissage.

We mogen onszelf niet in een raciaal hokje dwingen.

In onze diverse samenleving pikken mensen elementen op uit verschillende culturen. Métissage gaat dus veel verder dan afkomst en huidskleur, die slechts kleine stukjes van onze identiteitsbeleving zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content